“KKhomo! Ga je moeder n*ken!” A) Iéts in die zin klopt niet. B) Het is me meerdere malen verwenst. Zomaar. Op straat. Na een avondje stappen. Op internet. Tijdens het shoppen naar kloeke kerstsnuisterijtjes. Het gekke is dat zulks prima getolereerd wordt door de opvoeders. Sterker nog; achter de roomblanke muren in de Amsterdam Osdorpse schotelflats wordt de kleine ondeugden geleerd dat homoseksualiteit een ziekte is. Iets waar men zelf voor kiest. Dat het een bestrijdbaar kwaad is. En de kleine jochies krijgen van de linkse salonsocialisten en rechtse elite de schuld. Terwijl we het ze eigenlijk niet eens kwalijk kunnen nemen. Het zou hetzelfde zijn als we iedere dag poep zouden eten; je raakt er vanzelf aan gewend.
Islam en homoseksualiteit
Ik hoor je al denken: “Krijgen we nu weer dit geneuk met de islam en homoseksualiteit?” Neen! Gebrek aan tolerantie is niet te wijten aan de islam, of eender welke religie of opvatting dan ook. Ze houden het ANP aan de arbeid. Een knokpartijtje hier, een scheldkanonnade daar; weer wordt er eenzijdige communicatie de wereld in geslingerd, als was het de vuile was van de beslommeringen in het Catshuis. Maar niemand die iets doet. Iedereen houdt zich muisstil. “Is het weer zover?”, verzucht de hoofdredacteur van een populair ochtendblad. “Nee, die homo’s, dat kennen we nu wel. Laten we het eens over iets anders hebben. Wat denk je van ‘Op z’n Grieks’?” Raken we gewend aan de huidige situatie? Kunnen we echt geen bruggen bouwen? Zijn we allemaal te lui om er iets aan te doen? Blijkbaar wel. Immers, wie brandt z’n handen nog aan de emancipatie. Het bloedt toch dood, denkt men.
Is de homoseksuele revolutie nou zo onconventioneel, ontluisterend en fel? Of is het de bekrompenheid van lieden waarbij het hele gejeremieer over de anders-geaardheid aan hun lijf geen polonaise is? Het blijft desalniettemin weinig soelaas bieden. Net zomin door enkel in homo-media over homo-emancipatie te prediken en de antipathie tegen de roze medemens in de kerk, moskee of cozy kelderbox te scanderen. Te bespotten.
In plaats van de catechese door te nemen in de bible belt zou men ook een bezoek kunnen brengen aan het COC. Of laat De Balie eens een avondje organiseren met bier en bitterballen waarin we ongezouten kritiek op elkaar kunnen leveren. En waarom worden straffen tegen anti-homogeweld niet uitgevoerd op homo-ontmoetingsplaatsen? Let’s face it; tuintjes aanschoffelen kan iedereen wel. Nu het échte werk.
Zoenen achter de sacristie
En is het de homoseksuele geaardheid of juist de identiteit die haaks staat op wat velen geloven, uit religie of ideologie? “Men mag van mij best homo zijn, maar homo doén gaat me te ver.” Daar gaat het namelijk grandioos mis. Het zou betekenen dat ik homoseksuele gevoelens mag hebben (iedereen maakt wel eens een fout), maar om dan daadwerkelijk mijn mond richting die van mijn vriend te bewegen, dat gaat te ver. Dat is buitenproportioneel. Dat mag niet.
De bekrompenheid en angst om je kop boven het maaiveld uit te steken, spelen ons ook parten in Nederland. Ooit stonden we tenminste voor iets; eigen keuze voor geloof, seksualiteit, liefde en wiet. We mogen ons te pletter blowen van de overheid, om daarna te biechten bij meneer pastoor, maar even zoenen achter de sacristie is uit den boze? Dan wordt het God, of Allah, of Krishna, of boer Fransen uit Hoogezand-Sappermeer teveel? Kunnen ze het niet meer aanzien? Of is het met de paplepel ingegoten dat homo’s bespuwd, beschimpt en vertrapt mogen worden de boosdoener? Het gebrek aan kunde?
Van mij geen kwaad woord over welke irreële gedachte over homoseksualiteit dan ook. Het is onwetendheid. Een gebrek aan intellectueel vermogen om mee te participeren in de maatschappij. Homo’s en tolerantie is hetzelfde als vrouwen en het aanrecht; er lijkt nooit verandering in te komen. Al lukt het vrouwen wel om hun mondje klaar te hebben. Maar als homo’s gaan gillen, denkt men dat de Canal Parade weer is begonnen.
Pauw en Witteman
Dus mensen; laten we nu écht eens iets doen aan die communicatie. Pauw en Witteman, bel me. Zet dat huichelachtige Different eens tegenover me. Of de SGP. Of iedereen die anders denkt. En niet mekkeren dat het ‘altijd zo zal blijven’, want dat slaat als een tang op een varken. Juist nú is er discussie nodig. Juist nú kunnen we iets betekenen voor het maatschappelijke debat. Dus laten we nu eens wél het gesprek aangaan, in plaats van het alleen maar te oreren. Want de zinsnede ‘we moeten met elkaar in debat’ is net zoveel waard als de euro; op dit moment helemaal niets.