Het blijft leuk om op feestjes de Opel-bezitter te bashen, maar deze kan nu terugslaan met 4G wifi, OnStar en een nieuwe sterke diesel aan boord van zijn Blitz.
Noem het een vlucht naar voren, maar Opel is bezig met zijn grootste product-offensief ooit. Sinds het begin van deze eeuw heeft het merk al te maken met een dalend marktaandeel, in Duitsland zelfs met de helft: van vijftien procent naar zeven procent. Het logische resultaat: jaarlijkse miljardenverliezen.
Dat is nu echter zichtbaar weer aan het kenteren. Directielid Peter Küspert, waar ThePostOnline onlangs mee sprak, verwacht dat het concern volgend jaar zelfs weer quitte draait. “Maar er is dan ook door het moederbedrijf GM vijf miljard dollar in ons geïnvesteerd, wat betekent dat ze veel vertrouwen in ons hebben, daar in Amerika.”
Deze kapitaalinjectie zorgt tot en met 2018 voor de introductie van 27 nieuwe modellen en 17 dito motoren, waarvan TPO twee recent ontwikkelde diesels mocht uitlaten: de 2.0 CDTI van 170 PK en de 1.6 CDTI met 136 paarden.
De laatstgenoemde krachtbron is nu ook leverbaar in de Opel Mokka, die het eerlijk gezegd niet van zijn looks moet hebben, want ja, spúúglelijk (vinden wij). Maar met die nieuwe 1.6 maakt het innerlijk – en ja, dat telt – echter veel goed. Deze CDTI kan de sokken er bijvoorbeeld goed inzetten met een acceleratie naar 100 km/u in 9.9 seconden. En dat in relatieve rust, want deze motor schijnt ook de stilste in zijn klasse te zijn. Opel noemt het dan ook trots een ‘fluisterdiesel’ en het merk stelt bovendien dat je bijna 1 op 20 kan rijden met deze 1.6 CDTI.
Wil je totaal niet geassocieerd worden met de Mokka (en dat kan), dan is de diesel ook leverbaar in bijvoorbeeld de sportieve Astra GTC, die er wel lekkúr uitziet. Of om met Opel-boardmember Küspert te spreken: “Onze nieuwe ontwerpen moeten voor een glimlach op je gezicht zorgen. We zijn minder conservatief geworden. De modellen moeten gewaagd zijn, speels en spannend.”
Eén van de eerste Opel-auto’s die deze filosofie voor het eerst voorzichtig uitdroeg, is de nog steeds prachtige Insignia, die nu van binnen verder is gemoderniseerd met die nieuwe 2.0 CDTI. De cijfers zijn alvast indrukwekkend. Het koppel bedraagt bijvoorbeeld 400 Nm, de topsnelheid komt op 225 km/u en die 170 voornoemde paarden maken elke buitendienst-medewerker happy.
Daarnaast evenaart deze diesel (B&W in Utrecht letten jullie op?) bijna de milieuvriendelijkheid van de modernste benzinebroertjes, dankzij het zogeheten BlueInjection-systeem in deze Insignia. Via een minimale hoeveelheid van het bijbehorende goedje AdBlue zet dit systeem een chemisch proces in werking, dat de normale uitstoot hoofdzakelijk omzet in waterdamp en onschadelijke stikstof. Kortom, een scooter of brommer is een miljoen keer beroerder voor het milieu. Maar goed, wij kennen ook ‘Ik rij 80.000 km per jaar’-mensen die de Insignia puur en alleen kopen voor het awardwinnende zitcomfort van de stoelen.
Trouwens, al die 17 nieuwe Opel-motoren worden doorgaans geïnitieerd in Detroit, ontwikkeld in Turijn (door liefst 550 techneuten!) en in elkaar gezet in Rüsselsheim. En ja, dit is natuurlijk met dat Amerikaanse opportunisme, die Italiaanse passie voor prestaties en die Duitse degelijkheid natuurlijk het beste trio’tje denkbaar.
Opel’s renaissance is ook te zien aan nieuwe innovaties en gadgets. Hoewel, nieuw? Het OnStar-systeem dat inmiddels op alle Opel’s verkrijgbaar is, bestaat bijvoorbeeld al lang in de Verenigde Staten. “Ja”, erkent Küspert. “Er staat een mooie gereedschapkist in Detroit, waar we uit kunnen putten. Dat maakt zo’n premium-product als OnStar voor de consument ook betaalbaar.”
Het OnStar-systeem alarmeert, zoals bekend, bij een serieuze crash het OnStar-callcenter, dat de hulpdiensten kan inschakelen. Dit is een bewezen levenreddende optie, maar we moeten ook de conciërge-achtige service niet vergeten, meent de vice-president sales, die doceert: “Je kan via OnStar-begeleiding automatisch een route op je navigatiesysteem downloaden en als je in een vreemde stad bent, kan een OnStar-medewerker een restaurant voor je uitzoeken.”
Ondanks alle S-klasse’eske snufjes – waar bijvoorbeeld zelfs de nieuwe Corsa vol mee zit – wil Opel, stelt Küspert, een mainstream merk blijven. “Onze strategie is dat we midden in de maatschappij willen staan en benaderbaar willen blijven. Ondertussen willen we de nieuwste technieken aanbieden, maar tegen redelijke prijzen. Wat meestal lukt, dankzij samenwerking met het moederbedrijf General Motors.
“Wij zijn nu volgens mij bijvoorbeeld het eerste niet-premium-merk dat gewoon 4G wifi in de auto kan aanbieden. Ideaal, denk ik, want onze klanten met kinderen, hebben dan eindelijk rust, daar op de achterbank.”