Martin Simek zorgde voor grote ophef nadat hij sprak over ‘zwartjes’, vorige week bij DeWereldDraaitDoor. Hij was daar om te vertellen over de bootvluchtelingenproblematiek die hij zelf van dichtbij meemaakt in het dorp waar hij leeft, in Calabrië. Tafeldame Sylvana Simons was niet gediend van de term en mocht hier gisteravond bij DWDD nogmaals over vertellen. Vanuit kamp Simek bleef het stil. ThePostOnline sprak met de geboren Tsjech. Simek: “Sylvana had mij nooit moeten onderbreken”.
Hoe gaat het nu met u, meneer Simek?
“Na de uitzending ben ik meteen weer vertrokken naar huis. Daarna heb ik nog wel even gebeld met de redactie van DWDD. Ik begreep dat Sylvana het er erg moeilijk mee heeft. Ze kreeg een heleboel over zich heen van GeenStijl en op alle social media. Maar ik gebruik dat allemaal niet en ik heb geen Nederlandse televisie, dus ik kreeg er weinig van mee.”
Simons kreeg wel last op onder meer Twitter.
“Sylvana kreeg in de laatste dagen veel intelligente kritiek maar wat ze er uithaalden bij DWDD waren twee, drie heel vervelende en banale reacties. Dat is jammer. Ik begrijp haar reactie echt wel, ook omdat ze zich wellicht verplicht voelt naar haar kleurgenoten om te reageren, als een soort bewaker over de taal en racisme en dat is een eerbaar streven. Maar de timing was gewoon verkeerd. Het is net als met tennis: timing is alles, en als je niet goed timet dan sla je een flater. Sylvana heeft een flater geslagen. Maar ik heb niks tegen haar hoor!”
Maar toch, die term ‘zwartjes’ ligt gevoelig.
“Ik was volop bezig een zin te metselen en als je metselt dan mag je alle woorden gebruiken. Als je gemetseld hebt, dan kun je de context daarbij gebruiken en dan snappen mensen wat je bedoelt. Ik stoei met taal, dat doe ik graag en ik wil alles altijd zo precies mogelijk formuleren. Dat deed ik ook met het woord ‘zwartjes’, het had een functie. Iedereen die mij kent, weet dat ik er niet op uit ben mensen te kwetsen. Ik denk na over mijn woorden; in mijn columns in De Groene heb ik nog nooit zomaar een ‘godverdomme’ gebruikt.”
Maar welke functie had dat woord nu concreet?
“Het verhaal dat ik wilde vertellen, vind ik ontzettend belangrijk. Al eerder gaf ik aan bij Matthijs dat ik daarover wilde praten, eigenlijk had ik moeten zeggen: ‘of ik mag praten over wat er met de vluchtelingen gebeurt of ik kom niet meer’. Na tien jaar ben ik gewend geraakt aan het aanspoelen van vluchtelingen en dat vind ik verschrikkelijk. Ik sus me er dan maar mee dat ik lief voor ze ben, ‘ach, ik omhels toch zo’n zwartje?’, alsof het daarmee allemaal goed is. Maar wat doe ik zélf nu eigenlijk om iets te veranderen?”
Zeg het maar.
“Uiteindelijk zijn wij in Europa allemaal ronselaars van vluchtelingen. En er gebeurt niets om hier iets aan te veranderen. Het echte probleem zijn niet de smokkelaars maar het feit dat die mensen weg willen en vervolgens Europa niet in komen. We snijden alle legale manieren om binnen te komen af en daarom ondernemen ze zo’n gevaarlijke tocht vanaf Libië. Om uiteindelijk te verdrinken… Sylvana, maar ook ikzelf, zijn hierdoor de ronselaars om die boten vol te krijgen. Er móét duidelijkheid komen over wat we daartegen gaan doen. Zeg dan: ‘val allemaal maar dood’ maar wek niet de indruk dat deze mensen welkom zijn terwijl ze dat niet zijn. Onze beschaving is uiteindelijk een dun laagje vernis. Alles wordt verborgen achter politieke correctheid, we verkopen slechts mooie praatjes maar niemand doet iets.”
Hebt u Sylvana nog gesproken nadien?
“Na de uitzending hebben we nog even nagepraat, de rest ging al naar huis. Daarna is het een eigen leven gaan leiden op social media. Ik was eigenlijk verbaasd over de vele negatieve reacties die Sylvana toen kreeg, alsof mensen een beetje de pest aan haar hebben. Waarom dat is zou ik ook niet weten, ik heb geen tv. Op mij kwam niet zo veel reactie, de meesten begrepen me heel goed. Aan de redactie van DWDD heb ik gezegd: als ik haar moet bellen, moet je haar nummer even geven. Daar heb ik niets meer op gehoord. Maar als ze er behoefte aan heeft, dan kunnen we bellen.”
Sylvana haalde gisteren in haar reactie uw eigen, donkere vrouw nog aan. Hoe reageerde zij?
“Hahaha, dat zou je eigenlijk even aan haar moeten vragen. Nee, ik vertel het zelf wel even. Op de dag van de uitzending had ze een zwart katje gered dat onder een auto terecht was gekomen. Samen met mijn zoontje nam ze het beestje mee naar huis. Toen ik vroeg hoe ze hem wilde noemen, zei ze: ‘Laten we ‘m maar Zwartje noemen’.”
Hoe nu verder?
“In de toekomst hoop ik dat belangrijke onderwerpen voorrang krijgen op dit soort luxeproblemen. Dit soort gesprekken (over racisme, red.) kunnen we rond Sinterklaas wel weer gaan voeren, maar niet over de rug van zwarte Afrikanen die verdrinken in de zee waarin ik zwem en die nu verdronken op de bodem liggen. Dat is verschrikkelijk!”