Gisteren kwam ik in een uitgebreide Twitter-discussie terecht met @martinkoolhoven, filmmaker, onder meer van Suzy Q, Het Schnitzelparadijs en Oorlogswinter. Ik reageerde op zijn opmerkingen over de blokkade van The Pirate Bay door UPC en KPN, opgelegd door de rechter. Hij vond de blokkade niet meer dan normaal, gezien de eerdere veroordeling van the Pirate Bay. Hij maakte zich bovendien geen zorgen over mogelijke effecten op de vrijheid van meningsuiting en zag geen benadeelden, bleek uit ons gesprek. Ik ben het fundamenteel met Koolhoven oneens op dit punt. Aangezien Twitter weinig ruimte biedt om je argumenten goed over het voetlicht te brengen, lijkt het mij geen gek idee om alles hier iets beter uit te werken.
De veroordeling is begrijpelijk, maar zinloos en contraproductief
Ik vind de veroordeling van the Pirate Bay niet onbegrijpelijk. Zij leveren weliswaar niet zelf auteursrechtelijk beschermd materiaal, maar wel een eenvoudige infrastructuur om deze te bereiken. De veroordeling is echter ook zinloos, omdat er talloze manieren zijn om bij dat materiaal te komen, afgezien van the Pirate Bay. Het komt op mij over als een afleidingsmanoeuvre. De uitgevers van muziek en film slagen er al tien jaar niet in om goede alternatieven te bieden voor hun oude verdienmodellen. Het valt de consument niet meer uit te leggen dat ze maanden moeten wachten op het kunnen bekijken van een film of een serie die al beschikbaar is in Amerika. Ze willen hem nu. En ook de beschermingsconstructies die de industrie aan hun cd’s en dvd’s meegeeft zijn niet populair. Desondanks valt op als je de cijfers bekijkt, dat het op veel vlakken heel goed gaat met de productie van film en muziek.
Om in Koolhovens eigen industrie te blijven: tussen 2001 en 2010 steeg de opbrengst in de bioscopen met bijna 50 procent. Zelfs in de crisisjaren 2008-2010 steeg de opbrengst nog fors. Er waren in 2008 nog 23,5 miljoen bioscoopbezoekers, in 2010 waren het er 28,2 miljoen. Een forse verbetering, ook in vergelijking met andere jaren sinds 2001. Bovendien gaven bioscoopbezoekers meer uit dan ooit per bezoek. Niet raar dus, dat er in 2010 maar liefst 325 nieuwe films werden vertoond. Veel meer dan het gemiddelde van 292 van de afgelopen 10 jaar. De grote hit van 2010 was de Nederlandse film. Maar liefst 52 werden er uitgebracht, tegen maar 32 gemiddeld per jaar in de afgelopen 10 jaar. (Cijfers uit het jaarverslag (pdf) van de Nederlandse filmdistributeurs).
Het drama dat downloaden heet
Het blijkt dus uitstekend te gaan met de film, zowel internationaal als nationaal. Het is wel zo dat de uitgaven van mensen verschuiven. Met name de huur van dvd’s is sterk afgenomen, maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd. Het jaarverslag maakt desondanks een groot drama van het downloaden.
“Het maken van een film is zeer kostbaar. Het is niet meer financierbaar als deze meteen op internet zou worden aangeboden. Als schade wordt toegebracht aan het beschreven exploitatiemodel doordat steeds meer films uit illegale bronnen worden gedownload zal de financiering van het Nederlands filmaanbod niet meer op te brengen zijn.”
Dat komt dus niet overeen met de cijfers. Uit de cijfers van de industrie zelf, blijkt onomstotelijk dat hoe meer er wordt gedownload – films vooral sinds 2007 – hoe meer mensen naar de bioscoop gaan. En hoe meer geld ze daar uitgeven. En hoe meer films er worden gemaakt. Dit is een fraaie paradox, die in het jaarverslag op effectieve wijze wordt verwoord:
“de grootste groep downloaders is te vinden in de leeftijdscategorie vijftien- tot en met vierentwintigjarigen. Dit is tevens de grootste groep bioscoopbezoekers.”
Dit wordt in het jaarverslag gebracht als een bedreiging. Het kan echter even makkelijk worden gezien als fantastisch nieuws. Blijkbaar kunnen mensen downloaden én bioscopen bezoeken. The Pirate Bay zou dan wel eens een exponent kunnen zijn van een nieuw, gratis marketinginstrument, die ongekende groepen mensen – vooral jongeren, de meest gewilde doelgroep van allemaal – naar de bioscopen drijft.
Providers zijn geen verlengstuk van the Pirate Bay
In de zaak die voorligt gaat het echter niet in directe zin over the Pirate Bay. Het gaat erom dat stichting BREIN heeft geëist dat onze eigen internetproviders de toegang blokkeren tot the Pirate Bay. Zij zijn geen partij in deze zaak. Ze zijn onze manier om op internet te komen en dus bij the Pirate Bay. Maar zij zelf hebben geen bemoeienis met downloaden. BREIN zou dat graag anders zien. BREIN vindt eigenlijk dat providers alles wat we doen op internet in de gaten moeten houden, zodat we ons niet schuldig kunnen maken aan het downloaden van auteursrechtelijk beschermd werk. De rechter heeft – tot mijn ontsteltenis – BREIN hierin zijn zin gegeven, althans op het punt dat providers nu verplicht zijn om toegang tot the Pirate Bay te blokkeren. Dat is heel raar. De provider heeft niets fout gedaan, maar wordt wel aansprakelijk voor het gedrag van haar klanten. Dat gebeurt bovendien op een tamelijk knullige manier. De blokkade is daardoor voor iedereen die zich er even in verdiept bijzonder eenvoudig te omzeilen. Via een proxy bijvoorbeeld, een manier om je computer de controles te laten omzeilen. Of door TOR te installeren. Dan versleutel je je internetverkeer en maak je bovendien drie willekeurige stappen over de wereld voor je naar een site toegaat. Daar is geen houden aan.
Nou zouden we kunnen overwegen om de proxydiensten en TOR zelf te verbieden. Maar dat zou betekenen dat we het mensen in bijvoorbeeld het Midden-Oosten en China erg moeilijk maken om vrij en veilig te blijven communiceren. Zij hebben deze diensten nodig om de blokkades die hun overheden hebben opgeworpen zoveel mogelijk te omzeilen. Dat belang lijkt me toch wel een tikkie fundamenteler dan het misbegrepen belang van de filmwereld. De blokkade werkt dus helemaal niet. Dat blijkt ook uit een recent onderzoek van de Universiteit van Amsterdam: XS4ALL en Ziggo-abonnees gebruiken the Pirate Bay niet minder sinds de blokkade, laat staan dat ze minder zijn gaan downloaden.
The Pirate Bay is een watje vergeleken met Google
Maar het raarst is dat the Pirate Bay maar een van vele clubs is die filesharing ondersteunt. Als je een film wilt downloaden, kun je simpelweg in Google je film met het woord ‘torrent’ invullen en je krijgt talloze verwijzingen. Eigenlijk is Google dus de grootste enabler van file sharing. Zullen we die dan maar laten blokkeren? En als we dat niet doen, wat me verstandig lijkt, dan moeten we nadenken over de vraag of we niet aan klassejustitie doen. Het is waar dat the Pirate Bay zijn businessmodel ontleent aan filesharing, terwijl Google heel andere – niet allemaal bijzonder wenselijke – verdienmodellen erop nahoudt. Maar Google verdient minstens zoveel aan file sharing als the Pirate Bay.
Blokkade stimuleert censuur
“Hoe zinnig is @lennarthuizing”, twitterde @martinkoolhoven gisteren. Die verzuchting sloeg erop dat hij meende dat ik downloaden schaarde onder de vrijheid van meningsuiting. Dat doe ik niet. Maar er is wel degelijk een relatie tussen het vonnis van de rechter tegen XS4ALL, Ziggo, KPN en UPC. Een relatie die hij stelselmatig ontkende, zonder daarbij overigens inhoudelijke argumenten te leveren. De relatie is dat het optuigen van een censuurapparaat bij onze providers in de toekomst misbruikt kan worden voor andere toepassingen. Ik zie dat liever niet. Mijn standpunt is en was dat providers moeten voldoen aan het briefgeheim. Ze hebben niet te kijken naar de sites die we bezoeken. Net als de post. Die wordt ook niet geacht vast te leggen met wie we communiceren en wat we schrijven. Koolhoven wordt moe van dit soort vergelijkingen, zegt hij. Dat kan ik me voorstellen, mogelijk is dat omdat ze hout snijden. Onze providers moeten voorzieningen treffen om te voorkomen dat we the Pirate Bay bezoeken. Dat gaat nu nog op een vrij onschuldig niveau, maar dat zorgt er wel voor dat we nu geregistreerd zouden kunnen worden als stiekeme downloaders als we the Pirate Bay proberen op te vragen – dat gebeurt vooralsnog niet trouwens.
Nu echter blijkt dat de blokkade helemaal niet werkt, zint BREIN al op strengere maatregelen. Dat was te verwachten. Welke vormen gaan die aannemen? In elk geval kunnen we erop rekenen dat de infrastructuur die zo wordt opgetuigd, ook gebruikt kan worden voor heel andere toepassingen. In democratisch Australië is op dit moment al zo’n filter dat voorkomt dat je terechtkomt op websites waar wordt gesproken over euthanasie. Dat is wel degelijk een beperking van de vrijheid van meningsuiting. Zo kan langzamerhand een situatie ontstaan waarin steeds meer websites die min denkbeelden vertolken die buiten de gelden normen vallen, op zwart worden gezet. Dat acht ik bijzonder onwenselijk. Het is gevaarlijk als de samenleving zichzelf al te knellende banden oplegt en geen ruimte biedt aan het praten over extreme denkbeelden. Dat is wat anders dan het tolereren van schadelijk gedrag. Het onderdrukken van het uitwisselen van gedachten erover leidt alleen tot het ondergronds gaan en het verminderen van het gevoel van urgentie bij de opsporing van het werkelijke problemen.
Afsluitende gedachten
Een internetfilter is een schijnoplossing. Het werkt niet en is ook niet werkend te maken. Martin Koolhoven hoopt dat het het downloaden iets zal verminderen. De cijfers van de filmindustrie geven echter aanleiding om te hopen dat hij daarmee ongelijk heeft. Er lijkt een verband te zijn tussen het downloaden en het bezoeken van de bioscoop. In elk geval heeft vijf jaar downloaden van films zeker niet geleid tot het dalen van de productie van nieuwe films. Integendeel. Daarmee is de wenselijkheid van het filter zeker niet aangetoond.
Tegelijk wordt wel degelijk het begin neergezet van een nieuwe infrastructuur die op termijn kan – en naar alle waarschijnlijkheid zal – worden uitgebreid naar andere ongewenste uitlatingen. Daarmee wringen we onszelf in een nieuw keurslijf van controle en disciplinering. Daarmee lopen we het risico te veranderen in een gesloten samenleving, waarin niemand buiten de gebaande paden durft te wandelen. We verruilen dan de idealen van het tolerante en bruisende Amsterdam voor de beklemmende zakelijkheid van Singapore. Een gedachte waar een artiest toch van zou moeten gruwen.
Als iemand de oorspronkelijke discussie op Twitter na wil lezen, kan dat op Storify. Dit artikel verscheen eerder op het eigen blog van Lennart Huizing.