Sport

Discriminatie als laatste troef

16-05-2012 17:00

Stanley Menzo speelde gisteren zijn laatste troef. Na enkele avonturen in de Jupiler League zette Menzo zijn zinnen op een carrière als trainer van een Eredivisieclub. Die club bleef volgens hem om een duidelijke reden uit: Stanley heeft een kleurtje. Ik schreef al eerder over groeperingen die zich te snel verschuilen achter discriminatie. De gemakkelijkste weg om je eigen tekortkomingen te verbloemen, aandacht te krijgen en in het beste geval kweek je er een gezonde portie medelijden mee. Bij mij werkt zoiets averechts.

Slechts één keer zag ik Menzo aan het werk als trainer en ik moet zeggen, erg gecharmeerd raakte ik daar niet van. Tijdens eens bekerwedstrijd met een amateurclub kreeg hij het nota bene aan de stok met een hoogbejaarde supporter, die nogal onschuldig liet merken dat hij niet gediend was van Menzo’s scheldkanonnades langs de lijn. De hopeloosheid en hoogmoedigheid die hij uitstraalde verraadde in de verste verte niet dat er een toptrainer schuilt in de oud-keeper.

Zelfreflectie
Zelfreflectie is een groot goed, maar slechts weinig mensen beschikken daarover. In plaats van in de spiegel te kijken en te concluderen dat de Nederlandse top te hoog gegrepen is voor hem, zet de Amsterdammer zijn joker in. Het feit dat er geen gekleurde trainers in de hoogste afdeling rondlopen zegt hem genoeg. Juist die opmerking sterkt mij in mijn gedachte dat Menzo niet de ingrediënten bezit om te functioneren binnen een club. Mensen met een bord voor hun kop zijn doorgaans niet degenen die netjes hun contract uitdienen.

Menzo verwijst naar Engeland, waar een onderzoek is geweest naar dit issue. De FA heeft clubs opgedragen ook gekleurde trainers een kans te geven tijdens sollicitatiegesprekken. Voor mij slaan ze daarmee de plank volledig mis. Uitgenodigd worden, juist omdat je wél een kleurtje hebt  zou ik als een grotere belediging ervaren dan nooit eens gebeld worden. Onze Stanley ziet dat anders. Hoongelach en gezichtsverlies neemt hij voor lief, zolang hij ooit maar eens op zondagavond zijn koppie aan voetbalminnend Nederland mag tonen. Ik hoop oprecht dat geen enkele voorzitter zwicht voor deze drogredenatie.

Deze column verscheen eerder op TekstRoulette