Bij Knevel en van den Brink presenteerde Tofik Dibi zichzelf afgelopen woensdag een beetje sarrend als anti-establishment kandidaat. Het kwam niet helemaal van de grond. “Daar gaan we wat aan doen!”, moet het establishment gedacht hebben. Het werd oorlog tussen het establishment en Dibi, terwijl Sap met zulke vrienden ondertussen geen vijanden meer nodig heeft. Als de valkuil van een lijsttrekkersreferendum het blootleggen van interne verdeeldheid is, dan hoeven ze dáár in ieder geval niet bang meer voor te zijn bij GroenLinks.
Een ondoorzichtig clubje partijbonzen dat voor de leden bepaalt dat ze beter niet zelf hun leider kiezen. Om vervolgens te elfder ure terug te krabbelen maar die leden dan wel één ‘geschikte’ en één ‘ongeschikte’ kandidaat presenteert. ‘Keuze’ a la Groenlinks.
Communistisch?
Twitter ontplofte er bijna van. Schande! Anti-democratisch! Kommunisties! Twitter had gelijk. Alleen, waarom zijn we met zijn allen dan niet net zo verontwaardigd over het feit dat de hele Tweede Kamer zo samengesteld wordt? Eenzelfde ondoorzichtige clubje partijbonzen bepaalt voor iedere partij de lijst, de leden mogen er hier en daar nog wat aan sleutelen, en de kiezer heeft geen bal meer te kiezen. Bij de 150 kandidaten die in 2010 de meeste stemmen haalden, zitten er 38 die de Kamer niet haalden. In de Kamer zitten 27 leden die minder dan 1000 stemmen haalden (saillant detail: de nieuwe CDA-leider is daar één van). Als de partijen en het volk het oneens zijn over wie de beste volksvertegenwoordigers zijn, dan hebben de partijen het gek genoeg voor het zeggen.
Volksvertegenwoordigers moeten een mandaat van het volk hebben. Ze moeten er zitten om de belangen van hun achterban te behartigen, niet die van een partijorganisatie. En het volk moet ze kunnen ontslaan als ze falen, niet een partijorganisatie. Her en der wordt geopperd een districtenstelsel in te voeren. Dat heeft inderdaad het voordeel dat parlementariërs een mandaat hebben, en dat ze verantwoording moeten afleggen. Maar in een tijd waarin geografische lokatie een steeds kleinere rol speelt in het bepalen van je leven, is mensen indelen op basis van enkel waar ze wonen een achterhaald idee.
Meeste stemmen gelden
Het principe van democratie is simpel. Meeste stemmen gelden. Laten we dus ook de Kamer vullen met diegenen die de meeste stemmen behaald hebben. Voor iedere partij zouden de zetels verdeeld moeten worden op volgorde van behaalde stemmen. Partijen mogen wél bepalen wie er op hun lijst komen te staan, en een volgorde presenteren als advies aan de kiezer kan ook. Maar als de kiezer dat advies in de wind slaat, pech voor de partij en niet voor de kiezer.
Nou hoor ik u denken: “Alsof mensen al die kandidaten kunnen onthouden!”. Hoeft ook niet. Als je dat niet kunt, stem je lekker op de lijsttrekker. Maar als er wél een kandidaat is die je weet te overtuigen maak je de kans groter dat ze de Kamer in komt.
Ook hoor ik u denken: “Dan krijgen we 800 individuele campagnes!”. Ten eerste hebben de lijsttrekkersverkiezingen bij CDA en PvdA laten zien dat intern debat niet slecht hoeft te zijn, terwijl ze bij GroenLinks hebben laten zien dat het willen voorkomen van intern debat nog veel slechter is. Ten tweede zijn onze media (hopelijk) niet zo gek om 800 kandidaat kamerlid debatten te willen organiseren. Wie aan een achterban wil komen zal dus die achterban voornamelijk op eigen houtje moeten zoeken. En dat is precies de bedoeling.
Laura Menenti is één van de 10200 mensen die in 2010 tevergeefs op Mei Li Vos hebben gestemd en vindt het gek dat er in de Tweede Kamer 111 mensen zitten die minder mensen wisten te overtuigen.
CC-Foto: ‘-JvL-‘