Met alle Republikeinse presidentskandidaten is iets mis. Koploper Mitt Romney lijkt alleen te winnen nadat hij in een dure media-oorlog zijn tegenstanders als nóg onaanvaardbaarder heeft afgeschilderd. Kiezers geven aan ontevreden te zijn over al hun opties en steeds meer partijprominenten spreken openlijk hun zorgen uit. Het gevolg is steeds meer speculatie over het intreden van een verlosser. Vorige week opperde een prominente maar wel anonieme senator zelfs die mogelijkheid. Het droomscenario is simpel: een nieuwe kandidaat met veel politieke ervaring betreedt de race en direct daarna scharen alle Republikeinen zich enthousiast achter hem. Maar zoals de PvdA hier deze week in Nederland andermaal ervoer, verlossers maken zelden hun belofte waar. Zodra verlossers zich mengen in de strijd dalen ze – onvermijdelijk en niet onaanzienlijk – in populariteit.
In het moderne systeem van voorverkiezingen is het nog nooit gebeurd dat een kandidaat die niet meedeed aan de voorverkiezingen wel de nominatie in de wacht sleepte. Wanneer in de politiek de gebruikelijke gang van zaken niet wordt gevolgd is dat meestal vanwege dezelfde reden: afwijken is electoraal gunstig. Maar hoewel het misschien lijkt alsof een ervaren en populaire politicus zoals Mitch Daniels, Chris Christie of zelfs Sarah Palin een droomkandidaat is, zodra hij meedoet aan verkiezingen zal dat beeld veranderen. Dat heeft een aantal redenen.
Actieve politici liggen vaker onder vuur
Politici die niet actief aan een verkiezing meedoen zijn namelijk populairder dan politici die wel actief strijden om gekozen te worden. Zo is Hillary Clinton nu populairder dan Obama, terwijl hij populairder was toen ze beide vochten om de Democratische nominatie. En presidenten oogsten meer waardering nadat ze hun ambt hebben verlaten. De reden hiervan is simpel: een actieve politicus moet zich over allerlei netelige kwesties uitspreken waardoor hij telkens kiezers tegen zich in het harnas jaagt. Deels is dat het politieke spel: onderwerpen op de agenda forceren die je tegenstander dwingen een lastig standpunt in te nemen.
Maar dat is niet hele verhaal. Een politicus die meedoet aan verkiezingen staat in de spotlights. Elke opmerking en elke beslissing wordt door tegenstanders en commentatoren in twijfel getrokken. Presidentskandidaten worden letterlijk bijna de hele dag door camera’s gevolgd om elke misstap vast te leggen voor de eeuwigheid. Verder wordt hun hele verleden doorgespit in de hoop een inconsistentie of schandaal te ontdekken. Geen enkele fout ontsnapt aan een dergelijk kritisch onderzoek. Vervolgens komen die fouten uitgebreid in de media.
Wat Rick Perry overkwam
Dat alles kleurt het beeld dat kiezers van een politicus hebben. Het betekent ook dat wanneer je de kansen van een niet-kandidaat vergelijkt met die van iemand die wel kandidaat is, je altijd moet verdisconteren dat de niet-kandidaat zal dalen in populariteit zodra hij zich actief in de strijd mengde. Wat je niet weet is hoeveel hij zal dalen maar dat kan heel veel zijn. Dit overkwam Rick Perry vorig jaar. In juli 2011, een maand voordat hij zijn kandidatuur bekend maakte, was hij een droomkandidaat. Vier maanden later, na enkele vernederende debatoptredens, was het zo goed als gedaan met zijn kansen.
Een verlosser die zich pas tijdens de conventie opwerpt als kandidaat heeft nog een extra nadeel. Hij heeft niet intensieve voorverkiezingen achter de rug die hem hadden kunnen voorbereiden op de ongetwijfeld heftige strijd tegen Obama. Tijdens voorverkiezingen leer je kiezers in verschillende regio’s begrijpen en aanvoelen terwijl alle andere politici in Amerika slechts één staat of deel daarvan vertegenwoordigen. Je scherpt verder vaardigheden aan die cruciaal zijn voor een presidentskandidaat. Een verkiezingsdebat als gouverneur is echt andere koek dan een debat tegen Obama. En misschien nog wel het allerbelangrijkste: jij en je adviseurs leren omgaan met schandalen en jouw imperfecties waardoor jouw campagne er zo min mogelijk onder lijdt. Nadat Obama tijdens de voorverkiezingen heeft leren omgaan met de controverse rondom zijn zogenaamd anti-Amerikaane dominee Wright, werd het nooit meer een issue toen John McCain erover begon.
De les van Fred Thompson
Commentatoren die pleiten voor een verlosser vergeten vaak het (recente) verleden. Vier jaar geleden deed droomkandidaat Fred Thompson, acteur en oud-Senator uit Tennessee, een poging president te worden nadat conservatieve activisten hem hadden gesmeekt zich in de race te mengen. Na veel vleiende speculatie over zijn kansen om George W. Bush op te volgen besloot hij laat in het proces zich kandidaat te stellen. De hoge verwachtingen hielpen hem niet. Vanaf het eerste moment daalde hij alleen maar in de peilingen. Zijn eerste dag in de race was tevens zijn succesvolste dag. Al snel bleek dat hij lui was en niet de discipline had om dag in, dag uit niks anders te doen dan intensief campagne voeren. Hij stapte al snel uit de race. Tegenwoordig verkoopt hij hypotheken via tv. Een politicus die ervoor gekozen heeft om niet voor het presidentschap te gaan toen hij de kans had, heeft dat waarschijnlijk gedaan om goede, weloverwogen redenen.
Foto CC: DonkeyHotey
Victor Vlam is Amerikakenner en voerde in 2008 campagne voor zowel Barack Obama als John McCain.