WarRoom

Mythe: Presidenten krijgen meestal een tweede termijn

14-03-2012 13:00

Nu de populariteit van President Obama weer wat gedaald is, putten veel van zijn aanhangers troost uit de conventional wisdom dat Amerikanen geneigd zijn om hun presidenten een tweede termijn te gunnen. Als zelfs George W. Bush met zijn impopulaire oorlog in Irak een tweede termijn krijgt, moet het de welwillende Obama ook wel lukken, zo luidt de redenering. Probleem is: het is helemaal niet waar dat presidenten meestal worden herkozen. Wie zorgvuldig naar de recente geschiedenis van Amerika kijkt, ziet dat het land helemaal niet zo vaak als wordt gedacht haar presidenten herkiest. Het is een hardnekkig misverstand — een misverstand waardoor mensen de kansen van Obama structureel te gunstig inschatten.

Het misverstand
Het misverstand is gebaseerd op het volgende – misleidende, dus – statistiekje: van de elf presidenten sinds de Tweede Wereldoorlog zijn slechts twee een tweede termijn ontzegd door de kiezer. Dat waren George H.W. Bush en Jimmy Carter. (Vaak wordt alleen de periode na de Tweede Wereldoorlog bekeken omdat voor die tijd er relatief veel presidenten dood gingen aan ziekte of aanslagen. Daarnaast waren de regels omtrent presidentsverkiezingen voor die tijd anders waardoor een echte vergelijking lastig te trekken is.) Zo bekeken lijk je als president alleen al vanuit statistisch oogpunt een grote kans te maken om herkozen te worden. Met andere woorden, je moet het echt verknallen om niet een tweede termijn te krijgen. Dat gegeven wordt verklaard door het feit dat aan de macht zijn veel voordelen met zich mee brengt: je kunt de politieke agenda bepalen, hebt toegang tot meer geld en hebt een grote staf tot je beschikking.

Toch is het niet zo simpel. Het klopt weliswaar dat van de elf meest recente presidenten slechts twee geen tweede termijn kregen, sommigen hebben daar niet om gevraagd toen bleek dat de kiezers ze niet geneigd waren een tweede termijn te geven. Ze hebben hun herverkiezingsstrijd strikt genomen dus niet verloren. Maar de eer aan jezelf houden is nauwelijks anders dan niet herkozen worden.

Johnson, Truman en Ford
President Lyndon B. Johnson koos er in 1968 voor om zich niet meer verkiesbaar te stellen. Hij had er op dat moment een volledige eigen termijn opzitten en het laatste deel van de termijn van de doodgeschoten John F. Kennedy. Hij was niet populair en er was een gerede kans dat hij niet zou zijn herkozen als hij wel had besloten om voor een tweede termijn te gaan. De kiezers hebben hem dus geen tweede termijn ontnomen, zou je kunnen zeggen, maar alleen omdat Johnson hen voor was.

Ook Harry S. Truman trok zich terug uit de strijd om zijn herverkiezing. Hij werd president toen Franklin Roosevelt overleed. Hij kreeg in 1948 zijn eerste eigen termijn van de kiezers maar in 1952 trok hij zich terug uit de voorverkiezingen nadat hij de voorverkiezingen in New Hampshire verloor. Een belangrijke voetnoot bij Truman: hij is wel bijna 8 jaar aan de macht geweest omdat Roosevelt vroeg in zijn vierde (!) termijn al overleed. Desalniettemin, een tweede eigen termijn leek hij niet te krijgen van de kiezers.

Gerald Ford wordt ook vergeten in het bovenstaande statistiekje. Niet omdat hij zich terugtrok uit de strijd maar omdat hij een geval apart is. Hij is nooit gekozen tot president of vice-president maar mocht het hoogste ambt bekleden toen Richard Nixon zijn functie moest neerleggen. In 1976 gaven de kiezers hem als zittende president geen nieuwe termijn, ten gunste van Jimmy Carter. Inderdaad kreeg hij geen tweede termijn, maar ook geen eerste termijn. Ondanks dat hij dus een zittende president was.

Fifty-fifty
Als je de geschiedenis zo bekijkt, dan ontstaat er een compleet ander beeld. Sinds de Tweede Wereldoorlog hebben 5 van de 11 presidenten die constitutioneel in aanmerking kwamen voor een nieuwe termijn, die niet gekregen. Als je dus alleen kijkt naar historische statistieken dan is de kans dus iets groter dan fifty-fifty dat Obama herkozen wordt. Maar gezien de sample size van 11 moet je heel weinig waarde hechten aan dit soort statistieken. Dat Amerikanen hun president doorgaans een tweede termijn gunnen kan op basis van het verleden hierbij dus worden weggezet als mythe. Onwaar.

Foto CC: DonkeyHotey

Victor Vlam is Amerikakenner en voerde in 2008 campagne voor Barack Obama én John McCain.