Ulysses S. Grant was de succesvolste en beroemdste generaal uit de Amerikaanse Burgeroorlog. Zijn termijn als 18e president van de Verenigde Staten vormde hier een schril contrast mee en kenmerkte zich door corruptie en fraude. Ondanks zijn populariteit, ging hij de geschiedenis in als ‘de slechtste president ooit’.
Ulysses S. Grant werd geboren op 27 april 1822 in Point Pleasant, Ohio. Zijn ouders waren Jesse R. Grant, een leerlooier, en Hannah Simpson. Na de geboorte noemden zij hun zoon Hiram Ulysses Grant. Toen de jongen een jaar oud was, verhuisde het gezin naar Georgetown, waar Grant tot zijn zeventiende jaar bleef wonen.
Studeren en trouwen
Hij trad toe tot de elitaire academie van het leger, West-Point in New York, waar hij in 1843 afstudeerde. Bij zijn inschrijving ging er echter iets mis, waardoor hij als Ulysses S. Grant werd ingeschreven, in plaats van onder zijn eigen naam Hiram Ulysses Grant. Sindsdien stond hij bekend onder de naam Ulysses S. In hetzelfde jaar als zijn afstuderen trouwde hij met Julia Boggs Dent. Het echtpaar kreeg vier kinderen: Frederick Dent, Ulysses S. Jr., Ellen Wrenshall en Jesse Root.
Burgerleven
Na zijn afstuderen diende hij tijdens de Mexicaanse Oorlog en vocht hij mee in de slagen bij Resaca de la Palma, Palo Alto Monterry en Vera Cruz. Op 31 juli 1854 ging hij echter met groot verlof. De daaropvolgende zeven jaar probeerde hij een burgerleven op te bouwen, maar zonder veel succes. Eerst kocht hij een boerderij maar die ging in hetzelfde jaar nog failliet. Vervolgens ging hij in St. Louis werken als makelaar, maar ook daar faalde hij en werd hij ontslagen wegens gebrek aan succes. Uiteindelijk ging hij in de leerlooierij van zijn vader werken als assistent.
Amerikaanse Burgeroorlog
Toen de Zuidelijke troepen op 14 april 1861 Fort Sumter veroverden, zag hij zijn kans schoon. Hij meldde zich met een groep vrijwilligers aan als kapitein en werd al snel bevorderd tot kolonel, en op 7 augustus tot brigadegeneraal. Op 6 februari 1862 behaalde hij met zijn manschappen de eerste grote overwinning van het Noorden met de verovering van Fort Henry in Tennessee. Een week later dwong hij bij Fort Donelson een Zuidelijke troepenmacht tot de onvoorwaardelijke overgave. Hier dankte hij zijn bijnaam: Unconditional Surrender Grant aan. Grant paste te strategie van de ‘totale oorlog’ in zijn veldslagen toe, wat door de modernisering van de oorlogvoering en de wapens mogelijk was.
Einde van de Burgeroorlog
President Abraham Lincoln zag in hem de man die voor de overwinning van het Noorden kon zorgen. Op 2 maart 1864 bevorderde hij Grant tot luitenant-generaal en iets meer dan twee weken later kreeg hij het bevel over alle troepen van de Verenigde Staten. Een jaar later, op 9 april 1865, gaf generaal Robert E. Lee zich gewonnen en binnen een paar weken was de oorlog afgelopen. Grant werd als beloning op 25 juli 1866 bevorderd tot Generaal van het leger, een nieuwe rang in het Amerikaanse leger.
President Grant
Na de oorlog besloot Grant de politiek in te gaan. Door zijn reputatie als generaal was er nauwelijks weerstand tegen zijn benoeming als kandidaat voor de Republikeinen op 20 mei 1868. Hij won de verkiezingen en werd geïnaugureerd als 18e president van de Verenigde Staten. Tijdens zijn regeerperiode, die duurde van 1869 tot 1877, lag de nadruk op de herinrichting van de Zuidelijke Staten. Grant had echter noch het inzicht, noch de vaardigheid om de successen die hij tijdens de oorlog boekte om te zetten in politiek beleid. Hij runde de overheid als een groot leger.
Corruptie en fraude
Grant had tijdens zijn leven armoede gekend en genoot van zijn functie als president. Hij had dan ook een zwak voor cadeaus die varieerden van paarden en sigaren tot jurken voor zijn vrouw. Hij koesterde respect voor de rijke zakenlui en trok hun intenties niet in twijfel, omdat hij niet kon geloven dat zijn vrienden oneerlijk konden zijn. Hij was dan ook blind voor de frauduleuze praktijken die tijdens zijn termijn speelden. Voorbeelden daarvan was de Whiskey Ring-fraude, waarin de privésecretaris van de president, Orville E. Babcock, betrokken was bij het verduisteren van 3 miljoen dollar aan belastinggeld. Dit schandaal werd gevolgd door de affaire rondom de Minister van Oorlog William W. Belknap, die steekpenningen had aangenomen in ruil voor de verkoop van vrijhandelsposten van de Indianen.
Economische crisis
Er is echter nooit bewezen dat Grant iets te maken had met de frauduleuze praktijken tijdens zijn bewind. Desalniettemin wordt hem verweten dat hij bij deze gevallen daadkrachtiger had moeten optreden om de affaires te kunnen voorkomen. Tijdens zijn tweede termijn raakte het land bovendien verzeild in een economische depressie, nadat de grootste bank van de Verenigde Staten, Jay Cooke & Company, in 1873 over de kop was gegaan. Het leidde tot een crisis die een jaar aanhield en voor duizenden bedrijven een faillissement betekende. Grant diende twee termijnen als president en was ondanks de schadalen tijdens zijn regeerperiode, geliefd onder de bevolking. In 1880 werd hij bijna weer genomineerd voor de verkiezingen, maar Grant besloot af te zien van een derde termijn, zich bewust van de puinhoop waar het land zich in bevond.
Memoires
Nadat hij het Witte Huis had verlaten, trok hij zich terug en ging hij met zijn vrouw op een twee jaar durende wereldreis. Na zijn terugkomst probeerde hij wederom een leven als burger op te bouwen. Maar zonder succes. Hij werd partner in het bedrijf van zijn zoon op Wall Street, maar ook dit bedrijf ging failliet en Grant was zijn kapitaal kwijt. In dezelfde periode werd bij Grant keelkanker geconstateerd. Met zijn naderende dood in zijn achterhoofd, probeerde hij door het schrijven van zijn memoires een spaarpotje op te bouwen voor zijn familie. Begin 1885 rondde hij zijn autobiografie af en ontving hier een aanzienlijk bedrag van 450.000 dollar voor. Vlak hierna, op 23 juli 1885, stierf hij.
Marianne van Exel is hoofdredacteur van IsGeschiedenis.nl, het weblog dat dagelijks historische achtergronden bij het nieuws biedt. Dit artikel werd tevens daar gepubliceerd.