Ernst-Jan Pfauth, blogger/journalist en oprichter van de netwerkrevolutie wil met dat blog de netwerkgeneratie – een groep die weet ‘hoe social media werkt, hoe ze kunnen netwerken en met idealen’ – activeren om de wereld te veranderen. Maandag aten we een hapje en Ernst-Jan vroeg me wat in mijn ogen de opdracht van de netwerkrevolutie zou moeten zijn.
De netwerkgeneratie is blij met het ‘doorbreken’ van de oude instituties. Via nieuwe kanalen zou verandering kunnen worden bereikt. En die nieuwe mogelijkheden worden gezegevierd en omarmd. Maar juist de netwerkrevolutie zou echter ook oog moeten hebben voor de nieuwe risico’s die met het wegvallen van die instituties ontstaan. Want veel structuren waren er niet voor niets, en het lijkt me getuigen van een naïef moderniteitsgeloof dat er niets slechts verdwijnt. Juist de voorstanders van de moderniteit, voor de samenleving 2.0, zijn het aan hun stand verplicht om ook te kijken wat er kapot gaat, en daar eigentijdse antwoorden op te formuleren. Ik doe drie suggesties, maar realiseer me dat de lijst nog lang niet compleet is.
Nieuwe onderzoeksjournalistiek
In een tijd waarin traditionele instituties aan invloed inboeten, is macht steeds minder zichtbaar. Wie er aan welke touwtjes trekt is onduidelijk en juist om dit bloot te leggen is onderzoeksjournalistiek een vereiste. Maar ook die verdwijnt, of krijgt in ieder geval veel minder geld en aandacht. We hijgen als geile hondjes achter de sociale gezichten van Google en Apple aan, maar wat zijn hun daadwerkelijke beweegredenen? Pfauth liet al eerder zien dat het lang niet allemaal schone schijn is.
De netwerkrevolutie zou – met behulp van nieuwe media – opnieuw media in het leven moeten roepen om macht te controleren. En dat zou prima volgens de 2.0 methode kunnen. Kunnen we bijvoorbeeld het gat wat vertrekkende landencorrespondenten in Afrika achterlaten niet opvangen door via een crowdsourced website op vakantie allemaal een dagje onderzoek te doen en alle ‘fairtrade’ plantages in een jaar te fotograferen?
Maatschappelijke polarisering
Internet biedt ongekende mogelijkheden om met iedereen in de wereld tegen nul kosten – of energie – in contact te komen. Dit betekent echter ook dat het niets kost om met iedereen in de wereld niet in contact te komen. De divergerende krachten in de samenleving zetten zich op internet alleen maar in sterkere vorm voort; iedereen heeft zijn eigen plekje op het web en kankert daar op de rest.
Op zich niet erg voor het dagelijkse leven, maar het draagvlak voor een welvaartsstaat die geënt is op een afgebakende natie zal afnemen wanneer de inwoners steeds minder gemeen hebben. Solidariteit in de verzorgingsstaat hangt sterk samen met een gedeelde lotsverbondenheid, en de principes van de nieuwe media zetten deze onder druk. Hoe kunnen we dit tij keren, en ervoor zorgen dat ook op internet ontmoetingen ontstaan met mensen met wie we in eerste instantie vrij weinig gemeen lijken te hebben? Of is dit niet nodig? Laten we er in ieder geval niet aan voorbij gaan.
Banen voor de onderkant?
Die nieuwe samenleving biedt voor hoogopgeleiden die goed kunnen netwerken ongekende mogelijkheden. De vraag is of mensen die in 1.0 of 0.5 banen werken mee kunnen draaien in deze nieuwe wereldorde. Voor de netwerkgeneratie betekent 2.0 de mogelijkheid om deel uit te gaan maken van het management van een Thaise rijstplantage om deze te verduurzamen, voor anderen betekent globalisering de mogelijkheid voor Thaise plantagewerkers om de laagbetaalde banen van hier over te nemen.
Wanneer ik naar de jongens en meisjes van de netwerkgeneratie kijk, zie ik een groep die staat te popelen om de wereld te veranderen. Met de iPad onder de arm willen zij nu het verschil maken, grappend over de babyboomers en hun oude zuilensysteem. Maar af en toe achterom kijken kan helemaal geen kwaad. De weg naar de toekomst is immers niet voor iedereen even glad geplaveid.