Drie jaar lang was Hans Clevers voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Als opvolger van Robbert Dijkgraaf moest hij zijn geliefde Hubrecht lab in Utrecht verlaten, om zich op ‘beleid’ te storten. Hij heeft in die drie jaar nog nooit zo veel publicaties afgerond, vertelt hij in de Volkskrant deze week (Blendle-link). Waarschijnlijk puur ter compensatie van wat hij moest verdragen. Want wat moet die man ongelukkig zijn geweest.
Clevers is een top-wetenschapper, en was dus een volstrekt verkeerde keuze. Top-wetenschappers zijn een apart ras: wars van tijdverspilling, van geklets, zoete broodjes bakken of gedraai. En zo iemand moest drie jaar lang aanschuiven bij de werkgevers om te praten over de verdeling van de centen van NWO. Clevers:
“Ik zat voor overleg over honderden miljoenen euro’s in de topsectoren in het gebouw van VNO-NCW, geen idee waarom daar trouwens, en keek om me heen. Wie van deze mensen, vroeg ik me af, heeft ooit een research-voorstel bij NWO ingediend? Niemand dus. Ja, ik, en die was afgewezen.”
Nogmaals, wat moet die man ongelukkig zijn geweest. Hij had daar werkelijk niets te zoeken. En hij kan zich wel wat zelfspot permitteren. De klacht stijgt al jaren op: het loont niet de moeite om bij NWO subsidie aan te vragen. Zo’n aanvraag is enorm veel werk, de kans dat je voorstel gehonoreerd wordt is klein, ook al zijn de beoordelaars vol lof, en toewijzing is uiteindelijk gewoon een lot uit de loterij. Clevers heeft het dus ook eens geprobeerd, kreeg niks, en dacht daarna: bekijk het maar. Hij haalt zijn centen (héél veel centen) al jarenlang heel ergens anders. Hij heeft het verkrotte Nederlandse systeem al de rug toegekeerd. En nu moest hij daar drie jaar lang iets positiefs over zeggen. In de bunker van de werkgevers.
Clevers ging met grote weerzin, maar hij weet donders goed waarom wetenschappers bij VNO-NCW moeten verschijnen. Dáár worden de besluiten genomen over de Nederlandse wetenschap. Daar weet men wat goed is voor Nederland. Hun filosofie is heel eenvoudig: Nederland, dat is het bedrijfsleven. Een welvarend Nederland, dat is een welvarend bedrijfsleven. En daarvoor moeten de belastingen voor bedrijven omlaag, moeten alle werknemers ontslagen worden en dan als zzp’er weer aan de slag, en moeten alle gelden die verspild worden aan nutteloze zaken als ‘wetenschap’ nuttig worden ingezet voor hun ‘research’. Een eng volkje, die verzamelde werkgevers. Maar wat nog veel enger is, is dat grote delen van de Haagse politiek deze mantra’s inmiddels hersenloos herhalen. Ja, het bedrijfsleven heeft een héél zwaar leven. Zzp’ers? Die zijn de toekomst! En wetenschap, ja, dat moet natuurlijk wel ‘valoriseerbaar’ zijn. Met andere woorden: geld opleveren.
Clevers schoof aan bij deze arrogante bobo’s, hoorde hun geblaat jarenlang aan, en dankt God op zijn blote knietjes dat hij sinds een maand weer gewoon baas is van het Hubrecht lab, en voortaan alleen nog te maken heeft met wetenschappers. Ook geen aangenaam mensentype, maar jaloezie is altijd nog beter te verdragen dan de minachting die hij drie jaar lang moest ondergaan.
Gek eigenlijk, dat hij zo ongelukkig werd. Clevers is een echte bèta. En juist vanuit alfa-kringen wordt al heel lang geklaagd dat de bèta’s al het geld krijgen. Da’s niet helemaal waar. De situatie is nog veel schever. Het harde, technische hersenonderzoek haalt de laatste jaren 60 procent van haar voorstellen binnen; maar de rest van de bèta-wereld ziet slechts ongeveer 30 procent van zijn voorstellen beloond, en bij de alfa’s is de kans op een positieve reactie zo’n 15 procent. Die laatsten schrijven dus heel vaak, heel uitgebreid, voor helemaal niks. En mopperen op de lucky bèta’s. Maar ook de niet-breinige bèta’s klagen steen en been. Want zij krijgen hun centen alleen maar als ze nederig erkennen dat ze, zonder strakke leiding van de bobo’s boven, het geld alleen maar zouden verkwanselen aan nutteloos onderzoek. Zij maken een grotere kans op geld, maar moeten daarvoor wél de zolen van de schoenen van het bedrijfsleven likken. De zolen van ‘beroepsbestuurders’, merkt Clevers op, die onderzoekers beschouwen als ‘vakidioten die vooral hun dingetje moeten doen.’
Clevers besluit het interview met een oproep aan collega-wetenschappers om hun verantwoordelijkheid te nemen en zich actief met politiek en bestuur te bemoeien. Mooi gezegd. Maar zelf had hij het na drie jaar he-le-maal gezien. De wereldberoemde wetenschapper kreeg geen poot aan de grond. Anderen maken nog minder kans. Den Haag heeft de mond vol over hoe goed de vaderlandse wetenschap is, en hoe mooi en belangrijk ze is, maar heeft de financiering ervan uit handen gegeven aan professionele graaiers.