Anderhalf jaar geleden was het dan zover: de trouwerij van mijn beste vriend met zijn man was een feit. Het bruidspaar was goedlachs als altijd. Iedereen was blij, hief het glas, at taart en babbelde alsof het een lieve lust was. Maar was het voor iedereen een prima dag? Alle daggasten waren stelletjes. Er waren slechts twee vrijgezellen: ik en Johan. Van Johan was lang en breed bekend dat hij verliefd was geweest op een van de bruidegommen, en dat misschien nog steeds wel was. Een andere vriendin had haar man niet meegenomen omdat die niet achter het huwelijk stond, maar dat wist niemand. Zij was een gelegenheidsvrijgezel. En een goede vriend had vanwege zijn geloof zijn bedenkingen, maar was er toch. Ziehier de realiteit van een homohuwelijk: gemengde gevoelens gegarandeerd.
Gemengde gevoelens
Maar de echte gemengde gevoelens kwamen pas toen alle andere gasten arriveerden. Tien jaar geleden hadden de bruidegommen elkaar bij een bijeenkomst van een grotere groep homojongens ontmoet. Vanzelfsprekend waren alle jongens van toen aanwezig. Uit de bijeenkomsten was nog een tweede stelletje ontstaan, maar verder was iedereen nog alleen.
Ik ben destijds ook een keer bij zo’n bijeenkomst geweest. Allemaal homojongens van begin twintig die bij elkaar eigenlijk weinig homoseksueel aandeden. Allemaal redelijk onervaren, geen jongens die al vaak in homokroegen geweest waren dus, en ze moesten hun eerste schreden op liefdespad nog zetten. Tien jaar later zijn ze ouder, wijzer en ervarener, maar zijn ze ook gelukkiger?
Ergens knaagt het. Op een dag als deze is de geslaagde homoseksuele liefde het middelpunt. Deze staat vrijwel nooit ergens centraal en wordt vrijwel nooit publiekelijk gevierd. Behalve vandaag. Met een kus op het balkon van de trouwzaal voor het dorpsplein met honderden mensen. In een restaurant met champagne, een hele grote bruidstaart en tweehonderd gasten.
Liefhebbende echtgenoten
Homostellen zijn publiekelijk nauwelijks zichtbaar, maar vandaag kon niemand om Niels en Ad heen. Het unieke van dit soort huwelijken is dat homo’s opeens een nieuwe rol aannemen: die van liefhebbende echtgenoten, partners en minnaars die elkaar eeuwige trouw beloven. Precies de trouw, intimiteit en liefde die de meeste jongens van tien jaar geleden niet gevonden hebben. Het is een confronterende dag.
Niemand misgunt Niels en Ad hun geluk. Niemand sprak een onvertogen woord. Natuurlijk deed men dat niet, want iedereen was gemeend blij. Maar het probleem van een homohuwelijk zit ook helemaal niet in het stel dat trouwt. Het zit zelfs niet in de christelijke vriend of de weggebleven echtgenoot van een goede vriendin. De pijn zit in de vrijgezelle homo’s van toen, de jongens die al tien jaar het uitgaansleven en de chatboxen afstruinen en de jongens die na korte losse relaties het bestaan als single weer oppakken. Ja, ik ben er ook zo een.
Ik probeer op de receptie met wat homo’s te spreken. Wie weet levert het nog wat op. Maar iedere homo aan wie ik vandaag een persoonlijke vraag stel, weet niet hoe snel hij weg moet komen. Een traan is altijd dichtbij.
Voor DeJaap schrijft Joost wekelijks over zijn leven, liefde en relaties. Joost is een pseudoniem. Zijn echte naam is bij de redactie bekend. Ook alle andere namen zijn gefingeerd.