G500 heeft het plan opgevat jonge burgers lid te maken van verschillende politieke partijen met het doel het verkiezingsprogramma van diezelfde partijen te beïnvloeden. Op de partijcongressen zullen de leden van G500 moties en amendementen indienen. Hun aanwezigheid zal bij stemmingen de verhouding tussen jongeren en ouderen veranderen ten gunste van de standpunten van G500. Er zullen nieuwe meerderheden in de Tweede Kamer ontstaan voor de standpunten van G500 en zo komen de idealen van de beweging dichterbij. Dat is de theorie, maar werkt dat ook zo?
Als we aannemen dat het G500 lukt de stemmingen op partijcongressen te beïnvloeden, betekent dit dan dat de standpunten van partijen veranderen? Nee, dat betekent het niet. De kern van het probleem is de zichtbaarheid van de G500-beweging. Stel dat G500 in alle beslotenheid tot dit plan was gekomen, dan was er voor zowel partijleden als buitenstaanders op de congressen sprake geweest van een opmerkelijke, onverklaarbare frisse wind. Partijen wisten dan de oorzaak van de inhoudelijke omslag niet, maar zouden wel vinden dat ze er rekening mee moesten houden. Het zijn de leden, nietwaar?
Openbaar lobbyen
Maar G500 is geen beweging van de geslotenheid, maar een club die bij De Wereld Draait Door uitgebreid aan het woord komt en haar plannen in alle openbaarheid in zoveel mogelijk media toelicht. Dat heeft grote consequenties voor het effect van de beweging. Nieuwe standpunten van het VVD of PvdA-congres zijn nu niet meer opvallend of toevallig, ze zijn voorspelbaar omdat de partijen weten dat G500 aanwezig zal zijn.
De leden van G500 die de congressen zullen bevolken komen er niet vanwege de partij, zoals traditionele leden dat doen, ze komen er voor G500. Dit maakt dat ze op voorhand op minder sympathie kunnen rekenen. Gaan de partijleden die langs de deuren gaan tijdens de campagne de G500-standpunten uitdragen terwijl ze er eigenlijk niet achter staan? En zullen de nieuwe Kamerleden na de verkiezingen zich iets aantrekken van deze nieuwe koers? De leden zullen tijdens de campagne over de G500-standpunten zwijgen omdat ze er niet van overtuigd zijn.
Volgende verkiezingen
En de Kamerleden? Als nieuwe Kamerleden hun positie bij de daarop volgende verkiezingen willen behouden, moeten zij luisteren naar de leden die lang lid blijven. Dit zijn de leden die deze zomer op partijcongressen door G500 worden overschreeuwd. Maar deze oude garde zal in tegenstelling tot G500 bepalen of er over vier jaar weer een plaats op de kandidatenlijst is. En als G500 een partij tot nieuwe standpunten dwingt, brengt dit interne onrust en blijft de vraag of Kamerleden zich aan het nieuwe ‘standpunt’ gebonden zullen voelen.
In theorie heeft G500 een prachtig plan gemaakt hoe de politiek hervormd moet worden. Maar als zij willen lobbyen voor nieuwe oplossingen moeten ze dat juist op een ouderwetse manier doen. Juist lobbyisten weten dat je alleen tot resultaten kunt komen als je je werk in alle rust achter de schermen doet. Niet zo gek dus dat Sywert inmiddels heeft bedacht dat hij toch beter allerlei politieke leiders af kan gaan. Dan ziet niemand dat G500 tot een draai heeft geleid. Open en bloot op televisie je lobby-tactiek uitleggen is ineffectief en dus gewoon dom.
Chris Aalberts is docent en onderzoeker politieke communicatie.