Het was geloof ik het einde van de eerste helft, toen Cristiano Ronaldo voor de zoveelste keer op kinderlijk eenvoudige wijze mocht wegdraaien bij Gregory van der Wiel. Je zou kunnen constateren dat hij niet zo lekker in de wedstrijd zat. In het toernooi ook eigenlijk niet. De betrekkelijk onbetwistbare rechtsback van de landskampioen die hier keer op keer te kakken werd gezet als een C-junior.
“Eigenlijk spelen alle Eredivisiespelers een heel slecht EK,” constateerde een vriend naast me in de kroeg. Ik moest even denken. Dat Jetro Willems, achttien jaar pas en net komen kijken bij PSV, zijn meerdere moest erkennen in Thomas Müller en Nani was natuurlijk niet zo’n schande geweest. Maar zo uit mijn hoofd het lijstje afgaand waren er inderdaad nog wel meer teleurstellingen te noteren. Een bescheiden selectie.
Kleurloos
Voorafgaand aan het toernooi was hij nog gelinkt aan Barcelona. €20 miljoen en een jaartje Tello naar Amsterdam, het was een aanbod dat er niet om loog. Christian Eriksen is inmiddels 20 en wordt nog steeds als de groeibriljant van Ajax gezien. Dit moest dan ook zijn EK worden, maar hoewel de Denen het in de Poule des Doods naar behoren deden, presteerde Eriksen eigenlijk zoals hij bij Ajax ook nog net iets te vaak doet: flets, niet dwingend genoeg en nog te weinig beslissend.
Het verschil met Sneijder die zich rond dezelfde leeftijd wel ontpopte als de echte leider van Ajax rond die tijd dringt zich dan ook op. Te vaak nog steeds wordt er gerept over de potentie van Eriksen om uit te groeien tot één van de beste nummer 10’s die Ajax ooit heeft gehad. Martin Jol riep het in 2010 al en ook dit jaar is de belangstelling voor Eriksen onverminderd groot.
Alle lof ten spijt, ook het EK van 2012 heeft de kleine Deen niet gebracht wat hij er zelf misschien, maar vooral ook de buitenwacht er van had verwacht. Hoon in zijn thuisland en op een grote buitenlandse club zal Eriksen waarschijnlijk nog een jaartje moeten wachten.
Onzichtbaar
Dan door naar die andere nummer tien uit de Nederlandse top. In Nederland zeker even zo vaak gehaat als geliefd, maar niettemin ook in een minder seizoen van PSV een belangrijke pion in het elftal van Rutten en Cocu. Ook Ola Toivonen’s EK was ronduit slecht te noemen.
Was hij in de gewonnen kwalificatiewedstrijd tegen Nederland nog de grote aanjager, tegen Oekraïne was de spelmaker van de Eindhovenaren onzichtbaar, hetgeen hem direct een verbanning naar de reservebank opleverde. Net als Eriksen werd Toivonen dit seizoen al meermalen gelinkt aan de Europese top, maar na een teleurstellend EK hangt ook voor de Zweed de vlag er even anders bij.
Niet de enigen
Toivonen en Eriksen waren niet de enige teleurstellingen. Andreas Isaksson oogde al even onzeker als hij in menig PSV-wedstrijd gedaan had. Dat koste hem bij PSV een basisplaats, die ging naar Tyton, opvallend genoeg de enige Eredivisiespeler die persoonlijk kan terugkijken op een geslaagd EK.
Simon Poulsen, Gregory van der Wiel, Lasse Schöne, Emir Bajrami, Jetro Willems, allemaal speelden ze een onopvallend of gewoon weinig indrukwekkend toernooi en wel opvallend, allemaal zijn ze in de poulefase uitgeschakeld.
Ter vergelijking. In 2010 kwamen Stekelenburg, Van der Wiel, Van Bronckhorst, Demy de Zeeuw en Ibrahim Afellay met Nederland in de finale. Haalde Luis Suarez met Uruguay de halve finale en kwamen PSV’ers Salcido, Rodriguez en AZ-speler Hector Moreno in de 8ste finale tekort tegen Argentinië. Een EK met een WK vergeleken is misschien niet helemaal fair, maar geconstateerd mag worden dat voor de Eredivisie de vlag er momenteel niet zo lekker bij hangt.