Soort van petitie op Villamedia deze week die oproept tot transparantie in de politieke journalistiek/parlementaire verslaggeving. Ondertekend door Clairy Polak (die, zonder ironie, een diamant is in de kroon van de vaderlandse journalistiek) en Frénk van der Linden (doet klussen voor de Partij van de Arbeid). Ondergetekenden pleitten ervoor dat journalisten bij komende onderhandelingen over politieke gesprekken als eerste eis zelf stellen dat – wat er ook afgesproken wordt – eventuele afspraken openbaar moeten zijn. Bas Paternotte vindt dat onzin wegens dood in de pot. Plus: Hoe Balkenendes mensen overwogen een volledig interview te ontkennen.
Toen ik als knaap in het najaar van 2002 mijn eerste schreden in de Tweede Kamer zette voor persbureau Novum was ik nog vol idealen. Luis in de pels zijn, politieke schandalen omhoog halen, laten zien hoe sommige politici het belang van de burger minder belangrijk vinden dan dat van henzelf. Die verhalen waren dus nauwelijks te vinden. Ik kwam er achter dat het een kwestie was van kennen en gekend worden. Een parallel met de voetbaljournalistiek: netwerk is alles. Sta je dan met je idealen, in de praktijk werd het niets. De hoofdredactie in Amsterdam boos, geen verhalen op de feed. Netwerken dus.
Over idealen praktijk
Wie netwerkt en vervolgens over de resultaten daarvan schrijft ontkomt logischerwijze niet aan afspraken. Inderdaad: onderhandelingsjournalistiek. Maar zonder afbreuk te doen aan die idealen, die bleven en werden in praktijk gebracht. Enkele jaren later verruilde ik persbureau Novum voor dagblad Metro. Opeens werkte ik voor een medium met een dagelijks bereik van rond de miljoen lezers. Die jongen van Novum werd die kerel van Metro. Die overstap legde journalistiek gezien geen windeieren. In verkiezingstijd werden interviews met lijsttrekkers stukken makkelijker (iedereen deed mee), het torentje van Balkenende opende zich – waarover later meer – en ik kreeg in één maand tijd het rapport van de Commissie Blok over het integratiebeleid in handen en publiceerde eveneens de inhoud van de Miljoenennota. Ook het verhaal over het door zijn homo-prostituee afgeperste Kamerlid wist – ongevraagd – de Haagse Metro-burelen te bereiken. Dan was er nog het ministerie van Defensie dat – ondanks eerdere ontkenningen – nog steeds gifgasexperimenten op mensapen deed. Allemaal verhalen die er toe deden. Ze hadden niet in Metro gestaan als er een verplichting was geweest de totstandkoming van die verhalen uit de doeken te doen in diezelfde krant.
Nu werk ik voor HP/De Tijd, minder op de actualiteit gericht maar meer op de achtergronden. Zo kon ik publiceren dat Femke Halsema ging stoppen als fractievoorzitter – ondanks de heftige ontkenning van de Voormalig Ware Oppositieleider was ze twee weken later weg – en kreeg ik de eerste Wikileaks-cable toegespeeld die betrekking had op de Nederlandse regering inzake de goede verstandhouding van toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Maxime Verhagen (CDA) met onze Amerikaanse bondgenoten. Recentelijk nog de machinaties van Jolande Sap en haar partijbestuur om de kandidatuur van Tofik Dibi te dwarsbomen. Al die verhalen kreeg ik aangereikt door heren en dames werkzaam in de Nationale Vergaderzaal. En ja, ik wist dat deze bronnen er belang bij zouden hebben wanneer deze informatie naar buiten zou komen. En ja, zo werkt het dus in Den Haag. En nee, ik heb niet overwogen dat allemaal daarom niet te publiceren. Want waarheidsvinding gaat boven alles. Hoe die tot stand komt is niet van belang.
Is Clairy Polak hypocriet?
Wat ons brengt op het pleidooi voor transparantie dat op Villamedia werd gepubliceerd. Ik ben dus tegen die opgelegde transparantie omdat dat de dood in de pot betekent voor de parlementaire/politieke verslaggeving. Wanneer de journalist in kwestie elke keer verantwoording moet afleggen over hoe zijn verhaal tot stand is gekomen is, komen er geen verhalen meer. Je houdt je bronnen buiten de publiciteit. Datzelfde geldt voor de totstandkoming van een interview. Interviews dienen geautoriseerd te worden anders krijg je ze niet. Wat dat autoriseren dan precies inhoudt is ook geen debat. Want het adagium mag bekend worden veronderstelt: feitelijke fouten kunnen we aanpassen, de rest niet. Van televisie heb ik geen verstand maar interviews aldaar komen op dezelfde wijze tot stand. En dat werkt.
Maar: wanneer je vervolgens verplicht/geadviseerd wordt door (NVJ)-types dat je inzicht moet geven in de specifieke totstandkoming van je interview dan krijg je geen interviews meer. Daarom vind ik het zo opvallend dat Clairy Polak haar handtekening onder deze oproep heeft gezet. Waarom verkondigde zij deze ‘activistische’ boodschap niet toen ze nog Buitenhof presenteerde? U weet het antwoord: omdat politici dan niet naar het programma waren gekomen. Ook bij Buitenhof wordt wekelijks onderhandeld tussen journalisten, politici en voorlichters over de inhoud van een interview. En dat maakt mevrouw Polak – desondanks één van de beste (politiek) interviewers die het land rijk is – tot een hypocriet.
“Als het interview niet naar onze zin is, ontkennen we dat dit gesprek ooit heeft plaatsgevonden.”
Dan -in het kader van de transparantie- de beloofde anekdote uit het torentje. RVD-baas Henk Brons was wat zenuwachtig over die eerste afspraak met de toenmalige Metro-verslaggever en premier Jan Peter Balkenende. Bij aanvang zei hij tegen mij: “Als het interview niet naar onze zin is, ontkennen we dat dit gesprek ooit heeft plaatsgevonden.” Voorwaar, een heuse bedreiging. Toch werd het interview gepubliceerd, bovendien naar tevredenheid van beide partijen. Dat had te maken met vertrouwen. Er is toen een vertrouwensband ontstaan tussen het torentje van Balkenende en Haagse nieuwkomer dagblad Metro. Meerdere interviews volgden de jaren daarna.
Het sleutelwoord is dus vertrouwen. Een vertrouwen dat twee kanten op werkt. Het lijkt erop dat de ondertekenaars van de oproep van Polak cum suis geen fiducie hebben in hoe de onafhankelijke (parlementaire) pers met dat wederzijdse vertrouwen omgaat. Dat is zorgelijk. Het lijkt op de hetze die ‘journalist’ Joris Luyendijk ontketende toen hij – voor het merendeel tijdens een reces -een boekje schreef over Nieuwspoort en de Tweede Kamer. U had nooit kennis genomen van de brief van Ab Klink – die leidde tot een crisis in het CDA – wanneer de NOS haar bron had moeten onthullen. Enfin, de petitie van Polak cum suis is bovenal een belediging voor het Haagse journaille dat dagelijks haar opperstebest doet gedegen verslag te doen vanuit de wandelgangen.
Ondertekenaars doen er beter aan een dergelijke code te bepleiten voor de voetbaljournalistiek waar door de wederzijdse belangen keer op keer journalistieke grenzen worden overschreden. Maar daar hoor je de NVJ niet over. Waarom zou dat zijn?
CC-Foto: F.Eveleens