Onlangs is het Interdepartementaal Beleidsonderzoek Universitair Medische Centra (UMC’s) uitgebracht, een door het Ministerie van Financiën opgesteld rapport over mogelijke bezuinigingen bij UMC’s. De voorgestelde bezuinigingen leveren weinig op en zijn slechts symptoombestrijding; netto worden UMC’s wat gekort door hier en daar te schuiven met subsidies. Twee bezuinigingen springen door hun kortzichtigheid echter erg in het oog: het voorstel om vervolgopleidingen te verkorten en artsen in opleiding tot specialist (aio) een deel van hun eigen opleiding zelf te betalen.
Korter opleiden
Het argument om opleidingen tot specialist in te korten is dat deze in Nederland gemiddeld iets langer duren dan de minimale Europese richtlijnen voorschrijven. Zo duurt het in Nederland zes jaar om algemeen chirurg, orthopeed of internist te worden, versus vijf jaar, wat de EU het barre minimum noemt. De neuroloog zit er met zes jaar zelfs twee jaren overheen en de psychiater doet er zes maanden langer over dan de EU-ondergrens.
De maatregel levert 200 miljoen. Het is echter de vraag of we de opleidingen moeten willen verkorten. Aio’s mogen niet meer de lange dagen draaien van vroeger, waardoor de hoeveelheid ‘vlieguren’ minder is dan ooit. Dan ook nog het aantal jaren korten, is ordinaire kwaliteitsvermindering: de chirurg verwijdert zo logischerwijs netto minder galblazen en blinde darmen onder supervisie voordat hij solo aan de slag gaat – de internist heeft minder ziektebeelden onder de hoede van een ervarener arts behandeld – en wordt een jaar eerder voor het blok gezet. In tijden waar de verontwaardiging over de groeiende zesjescultuur (terecht!) hoogtij viert en onze plaats op de lijst van hoogopgeleide landen steeds verder zakt, is het idioot om de kwaliteit van onze opleidingen om zeep te helpen.
Eigen bijdrage
Daarbij komt het lumineuze idee de aio per jaar tien procent van de opleiding zelf te laten betalen. Gemiddeld zal dit neerkomen op zo’n €13.400 per opleidingsjaar. Als rechtvaardiging wordt opgeworpen dat, eenmaal als specialist werkzaam, de arts meer verdient dan een gemiddelde universitair afgestudeerde. Deze eigen bijdrage zou als legitimering kunnen worden gebruikt voor de eis om een hoog inkomen, beargumenteerd de werkgroep. Een ‘sociaal’ leenstelsel moet worden ingevoerd voor zij die het bedrag niet handje-contantje kunnen opbrengen.
Echter, het loon valt tegen. Specialisten zijn de laatste jaren substantieel gekort, en verliezen binnenkort waarschijnlijk weer rond een derde van hun inkomsten. Daarnaast: een medisch specialist heeft meestal tien tot twaalf jaar gezwoegd, met vaak nog vier jaar promotiewerk voorafgaand aan de opleiding, en begint dan pas aan zijn eigenlijke werk, tegenover andere studies, waar men vaak al veel eerder kan uitbouwen.
Als de commissie denkt dat aio’s slechts een kostenpost zijn, heeft ze geen enkel idee hoe een UMC werkt. Nagenoeg al het kleine routinewerk wordt door deze manusjes van alles gedaan. Ze mogen wettelijk misschien niet meer de weekenddiensten – die soms op 72 uur slapeloosheid en daaruit voortvloeiende fouten uitliepen – draaien, maar de specialist-in-spe is de ruggengraat van de eenvoudige patiëntenzorg bij vele medisch-specialistische afdelingen.
Studenten hangt nu al een mogelijke afschaffing van de studiefinanciering boven het hoofd, met een bijkomende schuld van bijna 30.000 euro. Als hier nog 80.000 voor de specialisering bovenop komt, zal dat voor velen een obstakel vormen in de keuze om een vervolgopleiding te gaan doen. De tijden dat de “slager opdraait voor de studie van de dokterszoon” zijn vervlogen: iedereen moet kunnen studeren. Maar een schuld van 110.000 euro al voor men het allereerste loonstrookje als specialist binnenkrijgt wordt een onoverkomelijk probleem voor juist zij die niet uit een rijk nest komen, en veroorzaakt zo een tweedeling in kansen. “Chirurg worden? Alleen als je rijk bent!”
Hoe dan wel?
In plaats van ambitie af te straffen, is het beter om grootverdieners meer terug te laten betalen door het verhogen van de belastingsschijf voor de allerrijksten. Zo heeft iedereen een gelijke kans zijn droomberoep te bereiken, en dragen zij die het halen bij aan de maatschappij.
In deze tijd waar excessief leengedrag aan de grondslag ligt van een diepe financiële crisis, is het bizar dat men erover nadenkt jongeren in schulden te laten verdrinken. Als we geld bij de zorg willen weghalen, kan dit ook op verantwoorde wijze.
De bureaucratie van eindeloze drommen overbetaalde managers heeft van onze zorg een log, verspillend apparaat gemaakt. Op managers kan binnen korte termijn meer dan een miljard bezuinigd worden. Het terugdraaien van de mislukte marktwerking, waarin verzekeraars en behandelaars elkaar tegenwerken, levert nog een miljard op. Ter vergelijking: de aio uitzuigen levert slechts 80 miljoen.
In het kader van “wij van WC-eend” heeft de werkgroep, vooral bestaande uit zorgmanagers, zichzelf niet gekort, terwijl daar toch het meeste geld gaat zitten. Niet de handen aan het bed, maar de heren achter het bureau hebben de zorg onbetaalbaar gemaakt. Die moeten we dan ook aanpakken.
Christiaan Serbanescu-Kele studeert geneeskunde en internationale betrekkingen, en is redacteur van de PanEssay der MFV Panacea, het faculteitsblad Geneeskunde in Groningen.