Waarom schrijf ik nou deze blog? Wat is er zo interessant over dit onderwerp? Op het moment probeer ik af te vallen. In dit proces kom ik nog wel eens een down moment tegen. Dan probeer ik mezelf te motiveren. Ik probeer dan te reflecteren naar de effecten van overgewicht op mijn leven. Eén van deze effecten is hoe mijn te dik zijn, effect heeft op hoe ik mij voel in het openbaar vervoer -metro, trein, tram en bus- en overige vervoer -vliegtuig, auto, fiets en lift. Ik zal in de loop van de tijd ieder transportmiddel als een reflectie punt nemen om mijn gedachten te delen hoe ik als dik persoon dit allemaal beleef. Aan de ene kant lach ik om datgene wat er gebeurt aan de andere kant huil ik diep van binnen.
Openbaar vervoer en overgewicht
Oké, ik zal beginnen met de metro-ervaringen. Toen ik in London zat voor mijn stage begon ik veel gebruik te maken van de metro. Daar realiseerde ik mij hoeveel overlast mijn dikte bezorgde aan anderen en aan mezelf. De mensen die met de Londonse metro hebben gereisd kennen het stoelsysteem waarschijnlijk wel. Voor de mensen die het niet weten, zie bovenstaande foto van één van de metro’s.
Zoals jullie zien zijn de banken ingedeeld in individuele plaatsen met allemaal een leuning ertussen. Al deze leuningen zorgen ervoor dat meer mensen kunnen zitten. Want ik denk dat wij als mensen vaak onze eigen comfort zone willen beschermen en gaan dus lekker ruim zitten. Ik denk dat het ligt aan het feit dat we mensen niet willen knuffelen die we niet kennen. Dat is jammer vind ik. Met koud weer is het toch wel lekker zo’n knuffel. Oké, misschien is het bij warm weer niet zo fijn.
Strategische plek
Dus wat gebeurt er met mijn gedachten voordat ik naar de metro ga? Ik begin al vanuit thuis te denken: “Hopelijk zijn er niet veel mensen die vandaag met de metro gaan.” Ik probeer ook de rush hours te vermijden. Daarom vertrek ik of heel vroeg of juist wat later. Gearriveerd op het platform van de metro zoek ik een strategische plek waar heel weinig mensen staan. Dan hoop ik dat in de metro, die aankomt, niet veel mensen in de coupé zitten. Af en toe werkt het.
De volgende avontuur begint in de metro zelf. Dan begin ik te hopen dat niemand naast mij komt zitten. Omdat ik bang ben dat ik de persoon die daar komt te zitten zal storen. Ik pas net in de stoel. Mijn vetrollen vallen over de leuningen heen en raken de persoon naast mij. Ik moet zo klein mogelijk gaan zitten. Een terechte vraag is hoe klein kan ik mezelf maken met een lichaamsgewicht van twee personen?
Dus voordat ik ga zitten ben ik begonnen met sorry te zeggen tegen de mensen die al zitten. Ik zet gewoon een grote glimlach op en plaats mijn geweldige lichaam -beetje positief zijn kan geen kwaad- tussen de andere reizigers. Soms durf ik niet te zitten. Dan blijf ik staan soms wel voor een half uur of langer. Omdat ik de rust van de mensen niet wil verpesten. In mijn gedachten ben ik dan aan het klagen over wie die leuningen heeft bedacht. En ik klaag in mezelf over de mensen die naar me kijken met die ogen van: ‘Neeee, kom hier asjeblieft niet zitten’. Dat is mijn interpretatie natuurlijk.
Stilletjes verdwijnen
Wanneer ik echt moe ben – voeten en rug doen zeer – dan denk ik niet aan al deze dingen. Dan geef ik niet om de andere reizigers en moet ik zitten. Hierbij mijn excuses aan al die reizigers die ik heb geknuffeld met mijn zachte dikke lichaam. Het gebeurde wel eens dat wanneer ik ging zitten, mensen opstonden en ergens anders gingen zitten of gingen staan. Nee, echt geen grap. Hoe voel ik mij op dat moment? Nou, ik wil stilletjes verdwijnen. Ik probeer dan oogcontact met mensen te vermijden. Op dat moment voel ik me bekeken en ik denk dat mensen over mij praten hoe dik ik wel niet ben, maar misschien ook niet. Het voelt niet goed. Op zulke momenten voel ik mij als een grote olifant – geen slecht woord over olifanten, het zijn prachtige dieren – die vast zit in de stoel en gewoon niet kan verdwijnen.
Een andere uitdaging is om uit de metro te stappen. Af en toe kan het zo vol zijn dat het een avontuur is om eruit te komen. Op zo’n moment voel ik mij zo bezwaard om uit te stappen. Ik durf niet. Op dat moment begint mijn sorry syndroom: ‘Sorry, sorry, sorry’. Ik zeg bijna: ‘Sorry, olifant wilt er door, maak plaats asjeblieft’. Dan kunnen mensen lachen en dan maak ik tenminste de grap eerst. Wanneer ik uitgestapt ben heb ik zo’n geweldig gevoel. Opgelucht! Kun je dat indenken dat het voelt alsof ik een hele survival heb meegemaakt en dat ik de metro weer heb overleefd? Woohoo!!! Ja, zo voelt het dus.
Deze blog verscheen al eerder op Life & Dialogue
CC-Foto: Hahifuheho