Een stuk of wat Turkse bouwvakkers hangen tegen een immense koepel aan. Het wordt de nieuwe sarcofaag om de reactor 4 van de voormalige kerncentrale van Chernobyl nog beter af te sluiten van de buitenwereld. Zo op het oog is het ding van golfplaat gemaakt, dus waarom niet een Turkse aannemer zal de gedachte zijn geweest.
Een dagje Tsjernobyl is een vrij ontluisterende ervaring. Het voormalige stadje Pripiyat is een soort twintigste-eeuws Pompeii. We bezoeken een verlaten kleuterschool, een zwembad, een supermarkt, een pretpark en een lagere school. Zo links en rechts ligt een strategisch geplaatste pop of gasmasker, om de bezoeker er maar vooral van te doordringen welk een ramp hier heeft plaats gevonden. En zodat de bezoeker mooie plaatjes kan maken.
Bij de kerncentrale zelf is de beveiliging vrij serieus. Er bestaat de angst dat terroristen hier de grondstoffen voor een vuile bom zullen komen halen. Het is lastig voor te stellen dat iemand onder de huidige sarcofaag zou willen gaan graven, maar dan gaan we uit van normale mensen die geen 72 maagden in het verschiet hebben.
Het duurt dan ook even voor je door hebt waar je eigenlijk naar kijkt. Je kijkt niet zozeer naar de restanten van een nucleaire ramp; je kijkt naar het resultaat van dertig jaar afwezigheid van mensen. Want de natuur lijkt van de straling geen enkele last te hebben en tiert welig dat het een aard heeft. Direct na de ramp in 1986 zijn er wat dieren gestorven en andere zijn afgemaakt, maar verder is er weinig aan de hand geweest voor het plaatselijke dierenrijk. De huizen vergruizen langzaam en door het asfalt beginnen planten – soms zelfs hele bomen – hun plek in de openbare ruimte weer op te eisen.
Mensen moeten wel uitkijken, zo wordt ons ingeprent. Op het asfalt lopen en daar buiten in het kielzog van de gids blijven. Hij demonstreert met de geigerteller hoe lokaal de radiatieverschillen zijn. Het verschil inderdaad van 0,11 tot 6,9 millisievert. De eerste is een dosis die volstrekt normaal is en overeenkomt met die in het centrum van Kiev. Aan de tweede mag je als menselijk zoogdier maximaal een minuut of tien blootgesteld worden. Wat er anders gebeurt is schimmig, maar niemand heeft zin om de onzichtbare vijand de maat te nemen.
De onzichtbaarheid van de straling en mijn totale gebrek aan kennis over deze materie, maakt dat ik me donderdag de hele dag zeer bewust ben van ieder gevoel in mijn lijf. Het is de totale ongrijpbaarheid van het fenomeen, dat iedereen toch een beetje bangig maakt. Als de gids van tevoren had gezegd dat mensen die last hebben van droge ogen direct het terrein moeten verlaten, was er na een uurtje niemand van de groep meer over geweest. Maar het is allemaal suggestie. De meters laten de feiten zien en meer is er niet.
Dat de natuur helemaal met rust wordt gelaten is overigens niet helemaal correct. Zo nu en dan worden er wat dieren opgeofferd aan de wetenschap en dan blijkt keer op keer dat tumoren en andere afwijkingen hier net zoveel voorkomen als in de rest van de wereld. Gaandeweg de dag ga je je afvragen waarom milieupartijen zich zo tegen kernenergie verzetten. Kennelijk is het beste wat de natuur kan overkomen een stevige kernramp.
Een nadeel van dit scenario is natuurlijk dat het lastig te controleren is, want wie doet het nodige onderzoek als de mensen er niet meer zijn? En wat is de waarde van de natuur als er geen mensen zijn om het onderwerp op de politieke agenda te zetten? Uiteraard bestaat de kans op een ramp die de mensheid niet helemaal uitroeit, maar vooral erg ziek maakt. Maar ook daarvan is natuurlijk de vraag of je lekker bezig bent als je potentieel ongemak wilt voorkomen door preventief zo’n beetje alles wat leuk is aan het leven, te verbieden.
Op weg de zone uit, wordt de bezoeker twee keer gecontroleerd. De eerste controle komt iedereen altijd door. Het is niet helemaal duidelijk wat de reden tot deze controle is, maar blijkbaar wordt er rekening gehouden met de terrorist die met zijn handen een karrenvracht radioactief zand in zijn rugzak heeft geschept. Bij de tweede komt het nogal eens voor dat mensen hun schoenen niet mee terug mogen nemen naar de bewoonde wereld. Ook mag je geen objecten uit de zone mee naar buiten nemen. Maar je tas kun je in de bus laten liggen en die wordt verder niet gecontroleerd.
We blijken als groep vandaag gemiddeld aan 2,2 millisievert straling te hebben blootgestaan. Dat is minder dan je tijdens een uur vliegen aan kosmische straling te verduren krijgt.