Ieder team heeft een klootzak nodig

03-08-2012 20:00

Wat is er lekkerder dan helemaal los gaan op de Ola Toivonens, Mark van Bommels en Nigel de Jongs van deze wereld? Van die bloedzuigers die ervoor zorgen dat de emotie overkookt in het pannetje van de kijker. Dus blaf naar die televisie of bezorg de persoon voor je in het stadion een fikse speekseldouche bij de eerstvolgende misselijkmakende actie.

Goed kan niet zonder kwaad. Sterker nog; ze hebben elkaar nodig. Films drijven op deze tegenstelling. Wat is de zuivere goede agent zonder de duistere, slinkse en de amorele bad guy? ‘American Gangster’ met Russell Crowe en Denzel Washington schiet als eerste door het hoofd, maar het aantal te geven voorbeelden is net zo oneindig als het universum.

Tergen en treiteren
Zo werkt het ook in sport. Ieder team heeft een klootzak nodig. Iemand die de tegenstander tergt, treitert en het bloed onder de nagels vandaan haalt. Een speler die altijd van die kleine overtredingen maakt, die je drie keer voorbij moet, die met gif speelt of die z’n opponent helemaal gek trashtalkt. Het zijn van die spelers die het niet erg vinden bliksemafleider te zijn, de Kop van Jut of om in Partij van de Dierentaal te spreken: de gebeten hond (en dan niet zoals het liefdesbeetje van Luis Suarez).

Trainers zijn ook op zoek dit type speler. Niet alleen in het voetbal. Afgelopen week hoorde ik ook zo’n verhaal over een manager in de MLB die vond dat zijn ploeg nog wel Herbert Dijkstra’s ‘grinta’ kon gebruiken. Meestal boet je qua schoonheid en (voetbal)kwaliteit wel wat in, maar de balans moet ten goede komen. Door het vuile werk dat de klootzak vaak opknapt, moeten de spelbepalers renderen. Minder defensieve arbeid betekent immers meer aanvallende kracht.

Bloedzuiger pur sang
Het is Tupac Shakur’s ‘All eyez on me’. Daar zit dan ook precies de kracht van de klootzak: hij gaat in het hoofd van de opponent(en) zitten. Dat betekent dus niet de totale focus op moet wat gedaan moet worden. Hij provoceert, leidt af en lokt alle haringen de tent uit zonder dat het ten koste gaat van zijn eigen concentratie. En daar profiteert de rest van het team van, mits de bloedzuiger pur sang de grens niet overschrijdt.

Niet alleen in het veld of de dug-out gaat de klootzak onder de huid zitten. Op de tribune en is de huiskamer is dat net zo, zelfs de eigen supporters verfoeien ‘m. Als dat het geval is, dan wordt de rol heel goed ingevuld. Dus vloek, scheld en tier. Eigenlijk is dat het eren van dit type. Besef wel dat deze spelers het bindmiddel zijn van menig team en die de sterren (kunnen) laten schitteren. Dat is de schoonheid van being bad.

CC-foto: Darz Mol