Column

De roze wolk (27): Waar zijn homo’s nou precies trots op?

05-08-2012 20:08

En daar gaan we weer: het is Amsterdam Gay Pride. Ik ben er een keer geweest met mijn homovrienden Niels en Ad. Ik zong melig alle nichtennummers mee, maar na een uur was ik het zat. Want laten we eerlijk zijn: die botenparade is hartstikke saai. De ene boot is nog niet voorbij, of er komt alweer een andere boot aan met precies dezelfde hossende homo’s en lesbo’s. Je zou kunnen kijken of je een bekende ziet, maar meer is er niet te zien. Dat roept de vraag op wat die botenparade betekent.

Op deze dag zie je datgene wat je nooit ziet: mannen hand in hand, zoenend over straat. Ze zijn kennelijk hartstikke trots. Normaliter verschuilen homo’s zich, maar vandaag mag de homoseksuele liefde in het openbaar open en bloot getoond en gevierd worden. Ik zou denken dat dat een reden is om depressief te worden, want deze dag is een duidelijke uitzondering op de regel. Ik heb buiten de Gay Pride nog nooit twee mannen op straat zien zoenen.

Trots op wat eigenlijk?
Waar zijn wij homo’s eigenlijk trots op? Het enige antwoord is dat we trots zijn op onze geaardheid; we vinden het goed van onszelf dat we die hebben. Dat klinkt vreemd, want ik dacht altijd dat je trots moest zijn op iets wat je zelf had gemaakt of bewerkstelligd. Bij Gay Pride gaat het echter niet om een prestatie, maar om het ‘zijn’ op zich. Het is eigenlijk hetzelfde als trots zijn op je zweetvoeten, je pluishaar, je micropenis, je manke poot of je schele oog. Het is anders dan anders en omdat je niet weet wat je ermee moet, roep je maar dat je er trots op bent.

Gay Pride suggereert dat Nederlandse homo’s weinig of niets hebben om trots op te zijn. Misschien op de homo-emancipatie? Dat zou kunnen, maar dan zouden hetero’s even sterk ‘Gay Pride’ moeten voelen als homo’s en dat is overduidelijk niet het geval. Bij gebrek aan grote prestaties, viert homoseksueel Nederland het ‘zijn’. Zonder botenparade zou deze dag even gemakkelijk aan ons voorbij gaan als internationale vrouwendag. De meeste vrouwen zijn immers ook niet ‘trots’ dat ze een vrouw zijn. Ze zijn het gewoon.

Schijnheilige tolerantie
Deze dag doet me denken aan al die jongens van de afgelopen jaren, van de datingsite, de kroeg of de chatbox die zo duidelijk niet trots op zichzelf zijn. Of het nu de roze dominee is, de jongen die al jaren verliefd op me is of de ideale schoonzoon die al jaren op zoek is naar een vriend: er is geen evenement wat de gevoelens van al deze homo’s zo slecht weergeeft als de Gay Pride. Zij vinden het allemaal alleen maar kut dat ze een geaardheid hebben waardoor ze moeilijk een partner kunnen vinden. Niks trots dus.

Nu komen gezinnen uit het hele land naar Amsterdam om ‘de géé-parade’ te zien, zoals een vader met roze boa op televisie vertelde, geflankeerd door zijn roze kinderen. De familie is gehuld in roze kleren, en past daarmee helemaal bij het inhoudsloze karakter van dit evenement. De hetero’s zijn allemaal ook heel trots op de homo’s, al hebben de homo’s niets concreets tot stand gebracht. Is die trots nou een teken van tolerantie, onbegrip, minachting of verwarring?

Voor DeJaap schrijft Joost wekelijks over zijn leven, liefde en relaties. Joost is een pseudoniem. Zijn echte naam is bij de redactie bekend. Ook alle andere namen zijn gefingeerd.