“We gaan iets nieuws doen”. Dat waren de woorden van toenmalig KNVB-voorzitter Jos Staatsen in 1996 toen hij aankondigde dat het Nederlands voetbal zou gaan samenkomen op de nieuwe zender, Sport 7. Beginnend op het open net, met de bedoeling later als betaalzender een winstgevende organisatie neer te zetten. “Voor een zak patat per maand,” alle goede sport op één zender, dat was wat John de Mol wilde, hij beet zich stuk op het ‘met het bord op schoot’-conservatisme.
Nu zijn we zestien jaar verder en beleven we een vergelijkbare ontwikkeling. Liefst een miljard euro heeft mediamagnaat Rupert Murdoch neergelegd voor twaalf jaar uitzendrechten van de Nederlandse eredivisie (2013-2025). De eerste reflex die wederom overal opkwam was die van het verdwijnen van de klassieke zondagavond eredivisie. Voor velen een onvervreemdbaar grondrecht dat overigens ook zo is vastgelegd in de Mediawet.
“Alle wedstrijden van de hoogste divisie van het nationaal betaald voetbal;
– minimumduur verslaggeving onderlinge wedstrijden tussen Ajax, PSV en Feyenoord: 20 minuten per wedstrijd;
– minimumduur verslaggeving overige wedstrijden: 10 minuten per wedstrijd;
– aanvangstijd verslaggeving wedstrijden die ’s middags worden gespeeld: uiterlijk 21.00 uur;
– aanvangstijd verslaggeving wedstrijden die ’s avonds worden gespeeld: uiterlijk twee uur na afloop van de wedstrijd, maar in ieder geval niet later dan 22.30 uur.”
Voetbal als grondrecht
De voetbalkijker is een machtige speler zo blijkt, als je zo dichtgetimmerd in de wet krijgt dat je op zondag gewoon op het open net je voetbalwedstrijden voorgeschoteld krijgt. Goed, er kan verhuisd worden naar RTL of SBS, dan krijg je de wedstrijden in willekeurige volgorde en met een veel reclames en belspelletjes. En in het slechtste geval moet je wachten tot je prakkie is afgekoeld om tegen negenen te genieten van de eredivisie.
Het lijken kleine aanpassingen waar de tijd en gewenning hun werk wel zullen doen, maar de voorbeelden Sport 7 en Tien/Talpa hebben laten zien dat de conservatieve voetbalkijker een machtige opponent is.
En nu is er dus Rupert Murdoch die van plan is vaste voet aan de grond te krijgen in het Nederlandse medialandschap. In Duitsland is het hem gelukt; voor tussen de 20 en 40 euro betaal je daar voor zijn sportzenders om de Bundesliga optimaal te kunnen volgen, op het open net zijn de samenvattingen korter en pas later op de avond.
Voetbal is van ons allemaal
Nederland verschuilt zich vooralsnog achter de Mediawet. Direct na de overname haastten woordvoerders van VVD, SP, PvDA en CDA zich om duidelijk te maken dat voetbal een bijzondere plek verdient in het medialandschap. “Voetbal verbindt ons en is van ons allemaal,” aldus Martijn van Dam (PvdA). De voetbalkijker als machtsfactor in de Nederlandse partijpolitiek.
Maar hoe rijmen deze woorden zich met de verkiezingsplannen van met name VVD en PVV om sterk te bezuinigingen op de publieke omroep? VVD wil zelfs terug naar slechts twee publieke zenders. Als Murdoch straks besluit de prijzen van het voetbal fors omhoog te gooien, hoeveel is de voetbalkijker de politicus dan nog waard?
Het voetbal kan natuurlijk altijd nog naar de commerciëlen, maar die zullen de eredivisie toch echt moeten larderen met belspelletjes en reclameblokken om de hoge prijzen van Murdoch te kunnen dekken. Het is de vraag hoe conservatief voetbalkijkend Nederland hier op gaat reageren. Achter de wankele dijken van de Mediawet verschuilt Nederland zich tegen de machten van het grote geld. Met het bord op schoot, maar voor hoe lang nog?