Het programma Uit de Kast van Arie Boomsma bevat herkenbare worstelingen, uitspraken en reacties op je onthulling dat je homoseksueel bent. Ik kijk het programma nooit. Ik word er sentimenteel van, krijg zelfmedelijden dat ik nog steeds alleen ben, en ik haat dat gevoel. Ik ben hoog opgeleid, ben gezond en heb veel mogelijkheden in het leven. Er zijn veel mensen die het moeilijker hebben dan ik en voor wie het moeilijker zal zijn richting te geven aan hun bestaan.
Ik kijk altijd alleen de fragmenten waarbij ‘de onthulling’ wordt gedaan. Even horen hoe moeder reageert en wat vrienden zeggen. Het scheelt tijd en een slecht gevoel. Maar een keer maakte ik een uitzondering. Daan zou het aan zijn voetbalvrienden gaan vertellen. Daan liep als laatste de kleedkamer in en je kon de spanning van zijn gezicht aflezen. Dit was het moment.
Daans boodschap paste in drie of vier woorden, maar het werd een verhaal. Daan is duidelijk niet dom en had goed nagedacht wat het probleem van de situatie was: de onbegrijpelijkheid van homoseksualiteit voor heteroseksuele leeftijdsgenoten. Allebei heb je je hormonen, maar ze hebben toch een andere uitwerking. Daan benadrukte dat wat hij ging vertellen niets aan hem veranderde, dat hij dezelfde persoon bleef, dat hij hetzelfde over het team bleef denken, dat hij dacht dat ze hem misschien niet zouden begrijpen, maar hoopte dat ze hem wel zouden respecteren.
‘Maar… ik val op jongens’.
Applaus!
Het team reageerde met een applaus. De homo-emancipatiemafia kraaide victorie. “Nou dat viel mee,” zuchtte Daan. De Telegraaf maakte er een item van. Dit is precies hoe voetbalclubs moeten reageren, hoor je Henk Krol denken. COC-voorzitter Vera Bergkamp klapt enthousiast mee: “Joepie! Zie je wel dat het kan!”
Ik ben geen expert in interpersoonlijke dynamiek. Ik heb dat niet gestudeerd. Maar in mijn werk heb ik wel het verschil geleerd tussen wat ik maar even ‘onder-’ en ‘bovengedrag’ noem. En dan gaat het niet om neukende mannen. De vraag is wat in alledaagse interacties je uitgangspunt is. Je kunt agressief zijn en anderen overschreeuwen (bovengedrag), je kunt je sub-assertief opstellen en je laten domineren (ondergedrag) en je kunt gewoon assertief zijn: “Ik ben oké, en jij bent oké.”
Ik hoop op respect…
Dat laatste is precies niet wat Daan zei. Hij zei: “Ik ben vreemd, maar ik hoop toch op jullie respect.” Kennelijk was het volgens Daan ook een optie om geen respect te hebben. In termen van sociale interactie: als je zulk ondergedrag laat zien, is de kans minimaal dat de reactie negatief is. Je hebt jezelf al zo de grond ingetrapt, dat het team dat helemaal niet meer voor je hoeft te doen. Om het nog erger te maken zei Daan ook nog dat het geen probleem is dat iedereen steeds grappen over homo’s maakt. Daan houdt ervan zichzelf te kwellen.
Zo kan ik dus ook mooie plaatjes schieten van de acceptatie van homo’s. Het team begon te klappen en Henk Krol, Arie Boomsma en Vera Bergkamp klapten thuis hard mee. Maar was het applaus omdat Daan zo moedig was geweest? Of omdat hij zichzelf zo laag had neergezet dat niemand nog dacht dat er misschien rekening met hem gehouden zou moeten worden?
Ik vind ‘gay pride’ een rare term, maar het is wel beter dan dit.
Voor DeJaap schrijft Joost wekelijks over zijn leven, liefde en relaties. Joost is een pseudoniem. Zijn echte naam is bij de redactie bekend.