Met FC Twente werd hij landskampioen, won hij de KNVB Beker en tot tweemaal toe de Johan Cruijff Schaal. Bovendien werd hij door Voetbal International in het seizoen 2010/2011 uitgeroepen tot speler van het jaar. Inmiddels heeft Wout Brama er al 202 competitiewedstrijden opzitten voor FC Twente.
In datzelfde VI lazen we deze zomer dat Brama wel oren had naar een transfer. Hoe zit dat precies? DeJaap presenteert u een interview met drievoudig international en FC Twente-middenvelder Wout Brama.
FC Twente begon daags na de EK-finale al met de voorbereiding. Was het lastig om zo vroeg te beginnen?
“Eigenlijk maakte het niet zo heel veel uit. We hebben ruim 4.5 week vakantie gehad. We waren natuurlijk eerder klaar met het vorige seizoen dan we hadden gedacht (FC Twente werd door RKC Waalwijk uitgeschakeld in de play-offs, red.), maar uiteindelijk heeft iedereen genoeg vrij gehad om weer met een frisse kop te starten.”
Niet alles was normaal in de voorbereiding. Jullie hadden al na twee weken een belangrijke officiële wedstrijd: de eerste voorronde Europa League. Bemoeilijkte dat de voorbereiding?
“Die eerste wedstrijd was natuurlijk vroeger dan normaal. Normaal speel je veel wedstrijden tegen amateurploegen in de regio. Dat is natuurlijk leuk, want je scoort dan veel, maar zelf vond ik het wel lekker om meteen aan de bak te moeten. De eerste tegenstander in Europa was een ploeg uit Andorra. Dat was natuurlijk een ploeg van drie keer niks, maar het gaat dan wel ergens over. En al met al was die reis naar Andorra nog een hele belevenis.”
Het is weer eens wat anders dan in de Champions League in San Siro tegen Inter spelen…
“Dat kun je wel zeggen ja. We moesten met de bus door die bergen daar en het stadion was ook heel apart. Het was een stadion met maar één tribune, tegen een soort bergje aan. Het was wel mooi, want ook dat is Europees voetbal.”
Door het dramatische eind van het vorig seizoen moesten jullie je nu via vier voorrondes kwalificeren. Waar ging het mis vorig seizoen?
“De laatste zes weken ging het faliekant fout. We begonnen de laatste zeven of acht wedstrijden nog wel aardig. Het eerste halfuur speelden we steeds redelijk tot goed, maar daarna ebde het volledig weg. We konden het fysiek gewoon niet meer belopen. Het zit dan ook niet mee, je zit in de hoek waar de klappen vallen. Dat gaat ook in de koppies zitten, we konden het mentaal blijkbaar niet meer opbrengen. Dat is niet goed. Het lampje ging langzaam uit en dat was heel vervelend. Gelukkig is iedereen fris en fit teruggekomen van vakantie en kunnen we weer voorruit kijken.”
Hoe kon dat? Waarom waren jullie fysiek niet optimaal?
“Normaal hebben we een van de fitste selecties van de Eredivisie en nu was dat niet het geval. We hebben natuurlijk te maken gehad met een trainerswissel, halverwege het seizoen nam McClaren het over van Adriaanse. En ook de stadionramp aan het begin van het seizoen heeft denk ik toch z’n sporen nagelaten. Zoiets gaat allemaal in de hoofden van spelers zitten.”
Wat is jouw doelstelling voor het komende seizoen?
“Ik wil gewoon weer een goed seizoen draaien en belangrijk zijn voor de ploeg. Vorig jaar was het niet al te best. Ik ben wellicht wat te veel op de automatische piloot gaan spelen. Ook de gedachte dat je altijd speelt was daarin van belang. Ik ben ook blij dat er goede nieuwe spelers zijn aangetrokken, want concurrentie zorgt voor scherpte. Dat ik teveel op de automatische piloot speelde is vooral slecht van mezelf, dat moet er dit seizoen echt uit.”
In de tweede voorrondewedstrijd tegen Interu Turku begon je op de bank. Dat had je vast niet verwacht.
“Nee, absoluut niet. De trainer gaf ook geen verklaring, maar de dag erna hebben we er wel over gesproken. Over de inhoud van dat gesprek wil ik niet veel kwijt.”
Het heeft wel geholpen, want de wedstrijden daarna heb je alles gespeeld. Dat moet een goed praatje zijn geweest. “Haha, ik heb het daarna ook gewoon laten zien. Ik moet elke keer laten zien dat de trainer me nodig heeft.”
Hoe lang kan McClaren nog over jou beschikken? In VI lazen we dat je aast op een transfer.
“Dat verhaal is enorm opgeblazen. Toen ik de cover van de VI zag leek het net alsof ik uit was op een vertrek en dat is helemaal niet zo. Wat wel zo is, en dat heb ik altijd gezegd, dat als er eens een mooie uitdaging komt dat ik dan wel de stap zou willen maken. Maar als die mooie buitenlandse club niet komt is dat ook niet erg, want dan speel ik bij een fantastische club die altijd meedoet om de hoogste plekken.”
Voor je ontwikkeling zou het wel goed zijn.
“Uiteraard. In een buitenlandse competitie speel en train je op een hoger niveau en daar word je alleen maar beter van. Maar het is op dit moment helemaal niet aan de orde. Vorig seizoen draaide ik geen goed seizoen en dan is er uiteraard geen interesse. Daarom ga ik dit seizoen gewoon keihard m’n best doen en dan zien we wel waar het schip gaat stranden.”
De competitiestart tegen FC Groningen was overtuigend. Het had in plaats van 4-1 ook wel 6-0 kunnen worden. Heb je tijdens zo’n wedstrijd tijd om te genieten?
“Gelukkig wel. We speelden natuurlijk een fijne wedstrijd. Met Dusan Tadic hebben we er een fantastische voetballer bij en ook Nacer Chadli lijkt zijn oude vorm terug te hebben. En die twee voelen elkaar prima aan. Voor ons middenvelders is het ook prettig voetballen met die twee. Je kan ze altijd in de dekking aanspelen en ze zijn sterk aan de bal. Ze kunnen bovendien ook nog eens een actie maken en de wedstrijd beslissen. Dat is voor het hele team wel prettig. Ik vond het wel grappig dat we daarna bij Studio Voetbal
meteen weer titelkandidaat nummer een werden genoemd, vooraf noemde niemand ons. Dat is typisch de voetballerij. Om een prijs te pakken heb je ook een portie geluk nodig en het seizoen duurt nog wel eventjes.”
Laatste vraag. Je hebt al meer dan 200 wedstrijden gespeeld voor FC Twente. Ga ooit Sander Boschker nog inhalen?
Lacht: “Ik denk dat het record van Sander nooit meer wordt ingehaald. Hij heeft natuurlijk jaren achter elkaar bijna alles gespeeld. Hij wordt dit seizoen alweer 42. Ik heb enorm veel respect voor hem, hoe fit hij nog is en wat hij ervoor doet. Maar ik denk niet dat ik hem ooit kan inhalen, haha!”