Wilders (of Roemer) in de rol van Willem van Oranje, het moet een gruwel zijn voor zij die zichzelf graag rekenen tot het weldenkende deel van de Nederlandse bevolking. Hoe kunnen populisten iets goeds betekenen voor de toekomst van Nederland en Europa? Omdat sommige populisten het verbazingwekkend goed doen in de geschiedenisboekjes. Uit de geschiedenis valt meer te leren valt dan slechts de lessen uit de Tweede Wereldoorlog.
Voorstanders van verdergaande Europese integratie en de af te dwingen redding van de euro schermen graag met de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog in een poging hun zin door te drijven. Maar de geschiedenis is niet in 1939 begonnen. Lang niet alle populisten hebben zich ontwikkeld tot een Hitler of Mussolini. De ontstaansgeschiedenis van Nederland, in het bijzonder de opmaat tot de Tachtigjarige Oorlog, bevat een aantal opvallende parallellen met het Europese integratieproces zoals zich dat nu voltrekt.
Europese integratie anno 1531
De Habsburgse keizer Karel V, en later diens zoon Philips II, regeerden over een enorm Europees rijk. De gewesten die nu samen Nederland vormen waren aan het einde van de Middeleeuwen tot dat grote keizerrijk gaan behoren, merendeels op vreedzame en legitieme wijze door huwelijken en erfenissen. In een poging dat grote keizerrijk enigszins te kunnen financieren en bestuurbaar te houden streefde Karel V in Europa naar een zekere mate van centralisatie, gelijkschakeling van gefragmenteerde lokale rechtsstelsels en gemeenschappelijke belastingheffing. De Europese Unie is dus bepaald niet revolutionair, anno 1531 bestond er al iets vergelijkbaars.
Een van de maatregelen was de verplichting aan de Nederlandse gewesten om het lokale recht op schrift te stellen en ter goedkeuring voor te leggen aan Brussel (de regionale hoofdstad van die tijd). Op die manier kon het recht worden gehomologeerd, daar waar de keizer dat wenselijk achtte. Die keizerlijke wens tot homologatie van recht heeft een waardig opvolger gevonden in een moderne Europese Unie die, opnieuw vanuit Brussel en ditmaal met verordeningen en richtlijnen, in wezen hetzelfde probeert te bewerkstelligen.
Tiende Penning
Maar dat streven, alsook de afschaffing van oude middeleeuwse privileges en in het bijzonder natuurlijk de impopulaire Tiende Penning als belastingheffing, werd in de Nederlanden opgevat als een bedreiging van de eigen identiteit en werd op grote schaal gesaboteerd. De inwoners van deze rijke gewesten waren bijzonder op hun eigenheid gesteld. En op hun zuurverdiende geld natuurlijk. Anno 2012 zijn Nederlanders nog maar weinig veranderd, al lijkt het met dat saboteren tot op heden nog wel mee te vallen. Maar wat niet is kan nog komen. De Nederlandse traditie van burgerlijke ongehoorzaamheid en ludieke acties voorspelt weinig goeds. Roemer appelleert er onmiskenbaar al aan met zijn weigering om eventuele Europese boetes te betalen.
Gebrek aan breed en structureel draagvlak onder de Nederlandse bevolking was voor de bestuurlijke elite van die tijd in Brussel niet of nauwelijks relevant en zeker geen reden om voor ander beleid te kiezen. De elite in Brussel twijfelde er niet aan in het algemeen belang van het grote keizerrijk te handelen, en daar konden de kleine Nederlandse gewesten zich maar beter bij neerleggen. Het alternatief was namelijk oorlog en ellende. Een pijnlijke parallel met het discours over Europese integratie anno 2012, de via de achterdeur grotendeels alsnog ingevoerde Europese grondwet en de wijze waarop de toenmalige politieke elite Nederland tien jaar geleden de euro in rommelde.
De Eurocommissaris voor begrotingszaken anno 1541
Karel V, en later Philips II, intervenieerden niet persoonlijk in de Nederlandse politiek en het bestuur. Dat lieten zij over aan door hen aangestelde landvoogden als Maria van Hongarije, Margaretha van Parma en de hertog van Alva. Die hadden tot taak om, samen met de lokale Nederlandse edelen, de door Karel V en Philips II gewenste hervormingen door te voeren in de onwillige Nederlanden. Het gebrek aan succes dat deze landvoogden hadden om de onwillige Nederlanders in het Brusselse gareel te brengen mag als een historische waarschuwing gelden tegen de idee van een Europese commissaris die mag komen ingrijpen in nationale begrotingszaken.
Het is naïef te denken dat als het ESM – noodzakelijk voor de redding van de euro – met voldoende geld en overheidsgaranties is gevuld en de gewenste soevereine bevoegdheden door Nederland zijn overdragen aan Brussel, we daarna in een financieel gelukzalig Europees nirwana zullen belanden. Financiële crises zijn van alle tijden en worden niet voorkomen door middel van controles. Was het maar zo eenvoudig. Het is onvermijdelijk dat relatief rijke lidstaten als Nederland ook in volgende financiële crises opnieuw financieel zullen moeten bloeden om de boel te redden.
Hoe ziet de toekomst er volgens de redders van de euro uit? Op enig moment zal er opnieuw een financiële crisis zijn. De Eurocommissaris voor begrotingszaken reist vanuit Brussel naar Nederland om lokale politici op te dragen straffe bezuinigingen door te voeren. De politici en het volk begrijpen pas wat de instructies uit Brussel zijn als de meegebrachte tolk de woorden van de Eurocommissaris heeft vertaald vanuit bijvoorbeeld het Fins of Slowaaks. Logischerwijs zal dan opnieuw voorgehouden worden dat er al te veel is geïnvesteerd om nog te stoppen met de euro en dat de bevolking elders in Europa het al zo zwaar heeft. Hoe zal dat vallen bij de Nederlandse bevolking? Zal die gedwee de AOW verlagen, de eigen bijdrage in de zorg drastisch verhogen en korten op huursubsidies? Omdat inventieve Grieken, Italianen of wie dan ook het weer eens is gelukt Europese controles te omzeilen en de boel te flessen? Het getuigt van een welhaast utopisch optimisme om te geloven dat een Europese commissaris voor begrotingszaken succesvoller zal zijn dan destijds de landvoogden onder Karel V en Philips II.
De populist anno 1563
De destijds al decennia sluimerende weerzin onder de lokale bevolking tegen de steeds verdergaande politiek van onderwerping aan Brusselse dictaten, begonnen onder Karel V en verergerd onder Philips II, werd vanaf 1563 aangevoerd door een edelman die zich uiteindelijk meer gelegen liet liggen aan de wensen van het volk waar hij over regeerde, dan aan de politieke consensus in Brussel waar hij nota bene zelf uit voort kwam. Die populist du jour was Willem van Oranje, later ook wel bekend geworden als vader des vaderlands. Bij leven populair onder het gewone volk en de lokale edelen, maar verguisd en vermoord door de elite van het grote keizerrijk…
Lessen voor het Europa van nu
Wie zijn geschiedenis niet kent is gedoemd haar te herleven, en de geschiedenis heeft veel meer te leren dan slechts de lessen uit de Tweede Wereldoorlog. Politici die menen voor Nederland fundamentele maatschappelijke hervormingen als een monetair en politieke Europese Unie te kunnen doorvoeren, zonder dat sprake is van een breed en structureel draagvlak onder de bevolking, spelen een gevaarlijk spel. Een zelfbenoemde elite die haar eigen ambities niet wenst te laten temperen door het gewone volk, sluimerend burgerlijk ongenoegen met de gang van zaken, het zijn ingrediënten van een kruitvat dat langzaam gevuld wordt. Het argument dat het opgeven van de euro te kostbaar is zal uiteindelijk niet overtuigen, zoals geen enkele volksopstand zich door maatschappelijke en financiële kostenoverwegingen heeft laten tegenhouden.
Zulke politici zijn daarmee een groter gevaar voor vrede en welvaart in Europa dan de populist du jour die zich terdege rekenschap geeft van wat onder de bevolking leeft en die bereid is politieke projecten daardoor te laten begrenzen. “Ja, maar we bedoelen het goed” is geen valide excuus. De weg naar de hel is geplaveid met goede bedoelingen.