‘Er is werk aan de winkel voor de campagnekaravaan.’ Zo opent de Volkskrant deze morgen een mooi stukje overschrijven uit het septembernummer van Reader’s Digest. Het vertrouwen in onze politici, aldus de krant (en Readers Digest) heeft namelijk een dieptepunt bereikt: ‘Liefst 85 procent van de Nederlanders zegt weinig of geen vertrouwen te hebben in politici.’ Inderdaad een dieptepunt. Maar niet alleen politici zijn onbetrouwbaar.
Het RD-artikel is gebaseerd op het internationale Trusted Brands onderzoek, dat jaarlijks wordt uitgevoerd in opdracht van de moederorganisatie, naar (vooral) het vertrouwen van de consument in merken. Producten kunnen de gegevens kopen en inzetten voor reclamecampagnes. Het onderzoek naar beroepsgroepen is niet meer dan een sluwe spin-off bedoeld om de aandacht van de industrie te prikkelen. Dat pakket wordt door afzonderlijke RD-edities in verschillende landen aangevuld met eigen onderzoekjes. En inderdaad, politici scoren daarbij heel laag. Dat doen ze overal in Europa. En dat doen ze al járen. Die score is dus heel hardnekkig en zeker geen ‘werk aan de winkel’ voor de campagneteams. Maar goed, zo worden die cijfertjes ‘urgent nieuws’, moet je maar denken.
Het TB-onderzoek levert een veelzeggende top-5 op van de meest betrouwbare beroepen: brandweerlieden, piloten, verpleegsters, apothekers, dokters. De trend is duidelijk. We vertrouwen mensen omdat we dat moeten. Er komt een moment dat we ons leven in handen leggen van de brandweerman, de piloot of de dokter – dus kun je die maar beter blindelings vertrouwen. Alle verhalen over bezopen en slapende piloten, al die grijpgrage apothekers met hun schappen vol homeopathische troep – het kan ons vertrouwen niet aantasten. We moéten ze wel vertrouwen.
Dan zijn er de minst betrouwbare beroepen. Europeanen vertrouwen politici het minst; autoverkopers vertrouwen we ietsje meer, en daarna volgen: voetballers, financieel adviseurs, en… geestelijken. 74 procent van de Europeanen vindt geestelijken weinig of totaal niet betrouwbaar. Werk aan de winkel voor de kerken.
Maar er ontbreekt wat. Het is namelijk jammer dat RD het lijstje niet wat langer heeft gemaakt. En dat de Volkskrant, in plaats van het RD-artikel over te schrijven, niet even wat dieper in de cijfers is gedoken (www.rdtrustedbrands.com) Want dat onderzoek laat ook zien dat journalisten nauwelijks beter scoren dan geestelijken. En ambtenaren ook niet. Ruim zestig procent van de Nederlanders heeft geen vertrouwen in de media. Klinkt niet al te dramatisch, maar dat cijfer wordt opgetrokken door het redelijk hoge vertrouwen in… de televisie en radio, die bij slechts 45 procent van de Nederlanders weinig tot geen vertrouwen genieten. De boosdoeners zijn de geschreven media, de journalisten. 70 procent vindt van de Nederlanders vindt journalisten weinig tot niet betrouwbaar. Ze scoren daarmee nauwelijks beter dan geestelijken, die decennialang hebben verzwegen dat er onder kerkelijke hoede kinderen werden misbruikt. Journalisten scoren ook slechter dan ambtenaren, waarvan ‘maar’ 67 procent zegt dat je ze eigenlijk niet kunt vertrouwen.
RD en de Volkskrant hadden een aardige top-7 kunnen maken van minst vertrouwde beroepen – en daarbij heel open en eerlijk kunnen aangeven dat het met het vertrouwen in de eigen beroepsgroep ook zeer droevig is gesteld. Dat had een mooie discussie op kunnen leveren in de kranten. Wat is er mis? Wat doen we fout? Het zijn geen nieuwe vragen, maar dat maakt ze niet minder urgent. De journalistiek lijkt zich inmiddels neergelegd te hebben bij haar beroerde status. In plaats van dat probleem aan te kaarten, schrijft men liever, en uitsluitend, over het gebrek aan vertrouwen in de politiek. De eigen bedroevende score wordt liever vergeten.
Tja. Dan heb je inderdaad een groot probleem.