Over een vader die zijn dochter verraadt, linkse jongeren die concentratiekampoverlevenden in elkaar slaan en waarom kanker overleven geen topsport is.
Het moet de eerste keer in de historie van Zomergasten zijn geweest dat de presentator de fragmenten zelf startte en stopte middels een afstandbediening. Het was sowieso de eerste aflevering van Zomergasten live-on-tape: van tevoren opgenomen maar niet geknipt voor zover wij konden waarnemen. Jolande Withuis, sociologe en historica, semilive vanuit haar woonkamer te Zutphen. Wellicht dat deze door omstandigheden ingevoegde zevende en laatste aflevering van dit seizoen gelijk de beste was.
Maar wat betekent dat ‘de beste’? Misschien moeten we niet in die termen denken. De beste is namelijk altijd beter dan de rest, dat gaat over de winnaar versus de verliezers. Terwijl elke aflevering van Zomergasten op haar eigen merites beoordeeld dient te worden. In ieder geval niet in zwart-wit termen als winnaar en verliezer.
Kanker is overleven of sterven
Withuis had ook moeite met het begrip ‘winnen’ toen het over de borstkanker ging waar ze inmiddels van genezen is. Ze stoorde zich aan een lied gezongen door musicalster Chantal Janzen. “Sterker uit de strijd, loop ik met mijn hoofd opgeheven, Want ik laat me niet verslaan.”
Een nummer gezongen in 2009 op een gala van de organisatie Pink Ribbon die zich inzet tegen borstkanker maar niet geheel onomstreden is vanwege onduidelijkheid over de besteding van gedoneerde gelden en het effect daarvan. “Ik hoef niet geprezen te worden,” zei Withuis. Want toen bij haar borstkanker werd geconstateerd kregen twee vriendinnen dezelfde diagnose. “En die zijn er niet meer.”
Kanker is geen kwestie van vechten en winnen. Kanker is overleven of sterven, wilde Withuis zeggen.
Verraden door haar vader
Wie volgens haar overduidelijk wel een winnaar was, was verzetsman Pim Boellaard, die ook figureerde in de door een migraineaanval onderbroken Zomergasten met Withuis. Wederom zagen we de beelden van Boellaard in Dachau terwijl hij een geallieerde verslaggever te woord stond, net bevrijd en herstellend van vlektyfus en een schampschot uit een Duits geweer. Acht jaar lang ging ze met hem slapen en stond ze met hem op, beschreef Withuis de periode dat zij haar boek schreef over Boellaard. Een ongekend vrijpostige Leyers vroeg of Withuis ‘gevoelens’ voor hem was gaan ‘koesteren’. “Hij heeft mijn hart veroverd,” zei Withuis na enkele omtrekkende bewegingen. De vraag van Leyers was minder impertinent dan deze zich in eerste instantie liet aanzien. De Belg wist namelijk dat Withuis iets zou vertellen dat bij de voorgesprekken met de redactie van Zomergasten naar boven was gekomen: ze was verraden door haar vader.
‘Weest Manlijk, Zijt Sterk’
Ze werd als twintiger ontboden in Felix Merites, destijds het hoofdkwartier van de CPN aan de hoofdstedelijke Keizersgracht, om zich te verantwoorden over haar alras afnemend enthousiasme voor de Communistische Partij van Nederland. Een sessie van kritiek, zelfkritiek en vernedering, zoals gebruikelijk in Maoïstisch China, volgde. Ze kwam er later achter dat haar vader haar had ‘verraden’ aan de partijbonzen. Daarom was die op het eerste gezicht impertinente vraag van Leyers niet zo raar. Een jonge vrouw verraden door haar vader, het zou niet raar zijn geweest dat toen ze de inmiddels hoogbejaarde Boellaard meermaals sprak voor haar boek hem op zijn minst als vaderfiguur aantrekkelijk had gevonden. Ze roemt de verzetsman namelijk om zijn ‘wilskracht, een bewuste keuze om het lot in eigen hand te nemen’. Boellaards motto ‘Weest Manlijk, Zijt Sterk’ stond mijlenver af van de vader die zijn dochter verraadde. “Zijn partij is opgeheven, alles was voor niets geweest,” zei Withuis nog over de man die haar verwekt had.
Ideologie maakt dom en de empathie kapot
Wederom volgde een filmfragment uit Dachau, ditmaal uit 1968. Oud-gevangenen herdachten de helse periode die ze meegemaakt hadden toen linkse jongeren de herdenking in het voormalig concentratiekamp verstoorden. ‘Baardige jongelui’ schreef Boellaard in zijn dagboek. Het werd knokken, de linkse jeugd ging de kampoverlevenden te lijf, de kampoverlevenden sloegen terug. Wie de terreur van de SS heeft overleefd is niet bang voor een stelletje beatniks, zoveel is duidelijk. De jonge Duitsers waren overigens gekant tegen het ‘Amerikaans imperialisme’. Amerikanen die hun ouders nota bene bevrijd hadden, merkte Withuis op. “Ik denk dat ze niet eens het historisch besef hadden dat zij de bevrijders waren.”
Voorafgaand aan de beelden zei Withuis: “We gaan zien dat ideologie dom maakt en de empathie kapot.” Ware woorden.
Dodenherdenking wordt een hutspot-herdenking
Vervolgens kwam de controverse rondom de meest recente Dodenherdenking in de hoofdstad ter sprake. U weet het nog wel, een jonge nazaat van een SS’er die een gedicht wilde voordragen over zijn foute voorouder. Withuis was daar geen voorstander van. Ze wil niet dat de herdenking aan ‘hedendaagse thema’s’ wordt verbonden. “Ik vind dat dat niet mag. Je mag niet voor de doden spreken. Het is een hutspot-herdenking geworden. Als je alles herdenkt, herdenk je niets. Er wordt teveel inhoud gegeven terwijl je het moet houden bij de inhoud zelf.”
‘That’s life’
“Bij elke keus die je maakt moet je beseffen dat die een prijs heeft,” zei Withuis bij één van de verfilmingen van
, de feministische roman van Charlotte Brontë “Ik weet wel zeker dat ik die stapel boeken niet had geschreven als ik kinderen had gehad. That’s life.” Leyers startte vervolgens op verzoek van Withuis met zijn afstandbediening een optreden van Brigitte Kaandorp in, een aanklacht tegen de klagende vrouw. “Ik wil geen flinkheidsmoralist zijn,” sloot Withuis af.
Withuis hoeft zich geen zorgen te maken. Ze is geen moralist, maar wel flink. Tot zover Zomergasten 2012.
U kunt alle recensies van Zomergasten 2012 hier teruglezen.
Alle Zomergasten-recensies vanaf seizoen 2006 kunt u hier teruglezen.