Als links aan de macht komt, houden we geen krijgsmacht meer over. De SP wil anderhalf miljard bezuinigen op Defensie, en de PvdA en GroenLinks mikken op één miljard. Als dat doorgaat, moeten zo’n 23.000 van de 70.000 militairen afvloeien. In plaats van de botte de kaasschaaf te hanteren, is het dan verstandiger in één keer de landmacht te schrappen. Dan, zo waarschuwt minister Hillen vrijdag, wordt onze ‘zelfbescherming drastisch verminderd’. En volgens Rob de Wijk van het Haag Centrum voor Strategische Studies, kunnen we de tent dan beter sluiten. Het restant heeft geen enkele serieuze internationale functie meer. Dan worden we België of Denemarken. Terwijl, aldus de Wijk in de NRC van zaterdag, ‘de situatie in de wereld nog nooit zo onzeker is geweest.’
Onzeker? De Wijk denkt waarschijnlijk vooral aan zijn eigen bedrijf. Een paar jaar geleden stapte hij uit Instituut Clingendael om zijn eigen denktankje voor ‘strategische studies’ op te zetten. Maar als defensie praktisch verdwijnt, kan hij zijn toko wel sluiten. Zelden zag de wereld er zo ongevaarlijk uit. Op het ministerie zélf leven ze echter nog in de Voltooid Verleden tijd. Daar piekeren ze nog over onze bedreigde ‘zelfbescherming’. Eerder vertelde Hillen ook al bloedserieus dat als er nóg verder gesneden werd in defensie, de veiligheid van Nederland ‘in het geding komt’. Alsof de Russen nog steeds op de loer liggen. In feite valt er voor een Nederlands leger bijzonder weinig meer te doen – zolang we maar niet meer in de verleiding komen om ver weg onze neus in andermans problemen te steken. En die les heeft het Westen wel geleerd. Het meest nabije conflict is in Syrië, en daar zal Europa zich nooit mee bemoeien. Libië was op het randje. Daar dreef de Europese schaamte over het jarenlang pamperen van Khadaffi de heren politici in de richting van actie – nét voldoende om de wankelende dictator een duwtje te geven. Maar ondertussen zuchtten en steunden de deelnemende landen alsof dat handjevol bombardementen een dodelijk vermoeiende operatie betrof. Het is duidelijk. We kunnen het niet meer. En dat hoeft ook niet meer.
Hondentrouw aan de NAVO
We denken vaak dat Nederland altijd het braafste jongetjes van de EU is geweest. Altijd vooraan als het ging om de Europese integratie. Maar op één punt liepen we altijd flink uit de pas: defensie. Terwijl alle Europese landen (exclusief Groot-Brittannië) streefden naar een eigen Europees defensiebeleid, overheerste in Nederland het ‘atlanticisme’, zeg maar de hondentrouw aan de NAVO en de VS. De EU moest zich, wat Nederland betreft, niet bemoeien met militaire zaken. Na de val van de Muur werd alles anders. Ten eerste trokken de VS zich terug uit Europa. Dat continent werd in één klap een stuk minder interessant. Ten tweede greep Europa die val aan om flink te bezuinigen op defensie. Sindsdien speelt Europa militair een volstrekt onbeduidende rol – en hetzelfde geldt voor de NAVO.
De NAVO heeft zijn tijd gehad. In plaats daarvan moet Europa diplomatiek én militair zijn plaats weten te veroveren. Dat zit er voorlopig niet in. En het Britse en Nederlandse atlanticisme is daarbij een groot struikelblok. In september 2008 leek er iets te gaan schuiven. In een toespraak tot de ambassadeurs (en later die dag in Leiden) zei minister Verhagen dat Nederland zich niet alleen moest richten op de NAVO en de VS, en hij pleitte toen voor een duidelijke Europese macht in de wereld – niet alleen soft power (diplomatieke, morele en economische druk), maar ook hard power: militair. Maar dankzij de Krediecrisis heeft Europa sindsdien wel andere zorgen aan zijn hoofd. En met fossielen als Hillen komen we natuurlijk ook geen stap verder.
Militair waterhoofd
Dankzij dat zwaar verouderde atlanticisme zitten we nu met een militair waterhoofd. In ons streven om als de Amerikanen het weer eens op hun heupen krijgen, mee te mogen doen, hebben we een leger opgebouwd dat ingezet kan worden tot in (zoals dat heet) ‘het hoogste geweldsspectrum’. De enige reden daarvoor was een zucht naar internationaal prestige. Maar inmiddels is de VS goed genezen van haar militaire driften. Van ‘humanitaire interventies’ om met geweld democratie te vestigen. Dat betekent dat Nederland zijn diplomatieke bakens kan en moet verzetten – en ook zijn militaire. Dat militaire waterhoofd moet afgebouwd. Er is simpelweg geen reden meer om in dit kleine landje een leger op de been te houden dat overal ter wereld (en dat betekent per definitie: héél ver weg, waar we niets te zoeken hebben) mee te vechten.
In zijn rapport waarschuwt De Wijk dat we straks, met dat uitgeklede leger, niet meer aan onze internationale verplichtingen kunnen voldoen. Dat klinkt heel erg – maar hoe komen we aan die verplichtingen? Die zijn we zelf aangegaan – als we ze al niet zelf verzonnen hebben. Blijkbaar moeten we een leger onderhouden omdat we verplichtingen zijn aangegaan waarvoor je een leger moet onderhouden. De Nederlandse defensie is een cirkelredenering geworden.