Lang heeft Kenneth Vermeer in de schaduw gestaan van Maarten Stekelenburg. Vermeer werd als jonge keeper van Ajax verhuurd aan Willem II. Daar, in Tilburg, mocht hij ruiken aan de Eredivisie. Terug in Amsterdam mocht hij zijn wedstrijden weer afwerken op De Toekomst. Zondags mocht hij de eerste doelman van Ajax warm trappen. Sinds het vertrek van Stekelenburg is Vermeer de eerste doelman van Ajax. Maar is Vermeer nou dé keeper die Ajax verder brengt?
Inschatten
Heel Nederland had gisteren wel wat aan te merken op de prestaties van Ajax’ keeper. Eerst keek hij een strafschop van Djuricic het stadion uit, later ging hij op kolderieke wijze de fout in. Natuurlijk was de terugspeelbal van Van Rhijn, die zeker talentvol is maar ten opzichte van Van der Wiel nog veel te leren heeft, belabberd, maar ook Vermeer liet zich kennen. Een van de belangrijkste kwaliteiten die een keeper nodig heeft, is het vermogen om in te schatten waar een bal ongeveer komen gaat.
De pass van Van Rhijn had een vervelende stuit die Vermeer wilde wegkoppen of aannemen. Maar door dat de IJslandse spits van Heerenveen er kort op zat had Vermeer niet genoeg tijd om de bal goed te verwerken, kon hij er tussen komen. Beter had Vermeer twee stappen achteruit kunnen toen op het moment dat Van Rhijn zijn pass gaf. Het had Vermeer de tijd gegeven goed te anticiperen, de situatie te overzien en daar naar te handelen. Het werd een ‘half measure’ en iedereen weet dat halve oplossingen altijd fout aflopen. Zo ook nu, want Heerenveen scoorde de gelijkmaker.
Billen knijpen
Twee seizoenen geleden, toen Ajax de lang verwachtte 30ste landstitel won, had Vermeer een belangrijk aandeel in het kampioenschap. Hij verving de aan zijn schouder geblesseerd geraakte Stekelenburg met verve. Althans, dat is wat veel Ajacieden zeggen als Vermeer in de fout gaat zoals zondag. Het is een wonder dat Ajax dat jaar kampioen werd. Niet alleen vanwege de inhaalrace, ook vanwege de manier waarop de belangrijke uitzeges bij Heerenveen en NEC behaald werden. Vermeer redde Ajax in de openingsfase in De Goffert op een inzet van Vlemminx, maar met name bij corners was het billen knijpen voor de Amsterdammers. Daar ligt meteen één van de manco’s van Vermeer: hij is absoluut niet sterk in de lucht. Het is een godswonder dat de ballen er niet in vlogen, al was daar nogal wat kunst- en vliegwerk voor nodig. Ajax kwam er mee weg, en niemand sprak er meer over.
Ook dit seizoen zijn er weer slippertjes te ontdekken. Vermeer heeft namelijk de gewoonte -zoals wel meer keepers- om in een 1 tegen 1-situatie erg snel tegen de grond te gaan. Simpel gezegd: hij gaat te snel op zijn kont. Dat is voor een spits natuurlijk ideaal, maar als keeper is het niet zo handig. In de strijd om de Johan Cruijff Schaal lobte Lens de bal over een al zittende Vermeer heen, een koud kunstje. En ook Jozy Altidore had het makkelijk tegen Vermeer, die al zat voordat hij schoot. Sla de herhalingen er maar op na, het is een groot gebrek van Vermeer. Want hoe gaat Vermeer zich nog ontwikkelingen? Blijft hij bij Ajax, wil hij de stap naar een grotere club maken? Bij Oranje komen? Het is tekenend dat reserve-keeper Cilessen wel in beeld is bij Oranje en Vermeer niet.
Zondag maakte hij zijn fout meermaals goed door een aantal ballen op schitterende wijze uit zijn doel te ranselen. Hij is de perfecte lijnkeeper, met een schitterende reflex. Maar Kenneth Vermeer zal zich in een aantal aspecten moeten verbeteren wil hij echt dé onbetwiste nummer 1 worden.
