ThePostOnline

Verkiezingsprogramma’s maken journalisten tot leugenaars

04-09-2012 10:24

‘Ik denk dat we er niet uitkomen…’ zei Mariëlle Tweebeke. Het werd tijd voor een ander onderwerp in Nieuwsuur. Jolande Sap glimlachte breed. Het was een fijne discussie geweest. Tegenover haar zat een lichtelijk wanhopige Kees van der Staaij. Ze hadden heel even mogen discussiëren over het fenomeen ‘weigerambtenaar’. En Van der Staaijs wanhoop was begrijpelijk. Daar recht tegenover hem zat de moderne religieuze intolerantie. Van der Staaij had keurig uitgelegd dat er tien jaar geleden in de wet op het homohuwelijk ruimte was gemaakt voor ambtenaren die geen zin hadden om homo’s te huwen. Dat kon, dat mocht – dan zou een andere ambtenaar dat doen. Hij wees er ook op dat de Raad van State die wet getoetst en goedgekeurd had. De wet respecteerde zowel de rechten van homo’s als die van ambtenaren met religieuze bezwaren. De Raad heeft zich ook zeer ontstemd getoond over het streven om ambtenaren te dwingen bereid te zijn homo’s te huwen.

De huidige wet is, kortom, een fraai voorbeeld van het balanceren van gevoeligheden met behoud van ieders fundamentele rechten. Maar voor Sap is dat niet genoeg. De staat moet niet alleen het homohuwelijk mogelijk maken, maar er ook voor zorgen dat alle ambtenaren daar hetzelfde van vinden. Letterlijk zei ze dat we na tien jaar toch mogen verwachten dat ambtenaren gewend zijn aan het fenomeen homohuwelijk, en dus inmiddels wel bereid moeten zijn om zo’n huwelijk in te zegenen.

Tien jaar, dat moet toch genoeg zijn om je principes te verloochen.

Haagse kaasstolp
Sap genoot van haar antireligieuze redenering. Van der Staaij bleef wanhopig hameren op het feit dat er met de huidige wetgeving niks mis is, dat ze grondwettelijk getoetst is. Daar had Sap geen boodschap aan. Naast haar zat Marianne Thieme, die het al die tijd he-le-maal met Sap eens was. De vraag drong zich op hoe lang er onverdoofd ritueel geslacht moet worden voordat Thieme háár principes nou eindelijk eens opgeeft.

Er gingen gisteravond meer vertrouwde principes overboord. We zitten sinds kort met twéé programma’s op de late avond, beide gewijd aan de verkiezingsstrijd. En in beide programma’s verschijnen niet alleen politici aan tafel – de complete Haagse kaasstolp schuift gezellig aan. Lijsttrekkers, presentatoren, deskundigen, grappenmakers, analisten, commentatoren, opiniepeilers en fact checkers zitten tegenwoordig avond aan avond schouder aan schouder. En dan maar praten. Het recept is eenvoudig. Eerst worden de lijsttrekkers héél kort op elkaar losgelaten, hetgeen in zo’n kort bestek slechts cliché’s oplevert, en daarna mag dat hele dorp daar commentaar op geven, vragen stellen en ook nog elkaar gaan bevragen. Halverwege al dat gebabbel arriveert ook nog de mening van de kijker, de fact checker heeft iets leuks ontdekt en en uiteraard moeten de lijsttrekkers ook nog iets zeggen over de recente peilingen. Dit circus heeft uiteraard niets meer met debat te maken. Dit heeft alles van een uitzending van Dr. Phil, met de lijsttrekkers in de rol van disfunctionerende ouders, ingeklemd in een leger van deskundigen. Die er natuurlijk vooral zitten om hun eigen ego, boek of bedrijf te promoten.

Bart Chabot
De opzet leidt er niet alleen toe dat de de lijsttrekkers lekker oppervlakkig kunnen blijven, ze krijgen ook nog eens lullige Libelle-vragen voorgeschoteld (gisteravond: ‘Waarom bent u de politiek in gegaan?’) maar wat nog veel erger is: journalisten worden, in het bijzijn van lijsttrekkers, volstrekt onbetrouwbaar. Een voorbeeld: Bart Chabot vroeg gisteravond aan Frits Wester waarom zich in de PVV nog geen LPF-achtige toestanden hadden voorgedaan. Die vraag is al duizend keer gesteld én beantwoord maar Chabot weet dat blijkbaar niet, ook al is hij op dit soort tijdstippen niet van de buis te sláán. Frits zat op dat moment naast Geert Wilders, en vertelde doodleuk dat zoiets inderdaad niet is gebeurd, en dat het komt doordat Geert in de fractie ‘de touwtjes stevig in handen heeft’. Dat is een eclatante leugen. Het is allang duidelijk dat Geert binnen de PVV nauwelijks tot geen leiding geeft, en dat verder uiteenvallen van de PVV-fractie uitsluitend voorkomen wordt door chief whip Martin Bosma én door de ongelofelijk loyaliteit van veel PVV-ers aan ‘onze Geert’. Ook al zijn ze Geerts gebrek aan leiding geven spuugzat. Westers zat gewoon te liegen – want Geert zat naast hem. Frits was ordinair laf. Geert glimlachte minzaam. Alsof hij zichzelf hoorde spreken.