ThePostOnline

Desmond Tutu en het leed van Srebrenica: politieke verantwoordelijkheid in Nederland

04-09-2012 14:30

The immorality of the United States and Great Britain’s decision to invade Iraq in 2003, premised on the lie that Iraq possessed weapons of mass destruction, has destabilised and polarised the world to a greater extent than any other conflict in history.” Waarvan akte, Desmond Tutu. Sowieso nooit wars van een eigen mening vliegt de goedlachse Zuid-Afrikaan er hier maar even met twee gestrekte benen in: George W. Bush en Tony Blair dienen vervolgd te worden voor de invasie van Irak in 2003. Althans, dat is de strekking van zijn op-ed artikel in The Observer. Dankzij Bush en Blair is de wereld geen veiliger plek geworden, staan we aan de vooravond van nog veel meer wapengekletter in het Midden-Oosten, en lieten duizenden onschuldige mensen het leven. Aldus Tutu. Goed, Bush en Blair zijn wellicht de primaire daders, maar Nederland was ook betrokken bij die invasie en daarom, als we het op de man spelen, is Balkenende medeplichtig aan de daden waar Tutu Bush en Blair van beschuldigt. Dat zou je gezien het politieke debat daarover in Nederland bijna vergeten.

Geen discussie
Want hoe zat het ook alweer met dat debat? In maart 2003 werd Bagdad voor het eerst gebombardeerd in het kader van Operation Iraqi Freedom. Nederland gaf zogezegd alleen politieke steun aan deze operatie. In 2006 vroeg Paul Lieben zich in Elsevier af waarom met name de rechtsere partijen (waar hij het CDA voor het gemak ook even onder schaarde) een discussie over de aanleiding van deze invasie probeerden te voorkomen. Op zich geen rare vraag: de WMD’s werden nooit gevonden en Bush en Blair draaiden van WMD’s naar “weg met Saddam”, in de VS en Groot-Brittannië werd daar wel over gesproken, waarom hier niet? In 2010 (acht jaar na dato, we moesten er even op wachten) kwam het toch tot een debat, na publicatie van het rapport-Davids.

Flashback
Het rapport was kritisch: “geen adequaat volkenrechtelijk mandaat”, “geen of weinig leiding van Balkenende aan de debatten”, “onvoldoende informatieverstrekking aan de Tweede Kamer.” Het debat zelf werd een tamelijk komische vertoning, waarin de Balkenende van 2010 de Balkenende van 2002 in politieke zin ging verdedigen, zonder een moreel oordeel over zijn eigen handelen te vormen. Geconfronteerd met de term “illegale oorlog” (Agnes Kant) verklaarde Balkenende dat hij dat oordeel niet deelde “want zo werd dat toen, door het toenmalige kabinet, niet beleefd.” Ja, zo valt alles te legitimeren natuurlijk. Enfin, na een verworpen motie van wantrouwen en de erkenning van Balkenende dat het mandaat voor de invasie “adequater” had gemoeten was de kous af en ging men over tot de orde van de dag.

Stilte na de storm
De stilte die volgde was ergens heel herkenbaar. Militaire operatie, puinhoop, slachtoffers, onderzoekscommissie, rapport, zogenaamde politieke crisis, waar hebben we dat eerder gezien? O ja, Srebrenica. Natuurlijk er zijn verschillen. Balkenende ging naar aanleiding van het rapport-Davids openlijk de strijd aan met de oppositie, Kok koos na verschijning van het NIOD-rapport eieren voor zijn geld en trad af. Je zou kunnen zeggen dat Kok zijn verantwoordelijkheid nam en Balkenende niet: Kok nam immers de conclusies van het NIOD-rapport zo ter harte dat hij daar zijn politieke lot aan verbond, Balkenende niet. Dat is echter wat al te makkelijk gesteld. Door af te treden draaide Kok effectief iedere discussie over zijn eigen rol de nek om: de “politiek verantwoordelijke” was immers al opgestapt, wat wilden we nog meer van hem? Er volgde nog een parlementaire enquêtecommissie onder leiding van Bert Bakker, maar consequenties voor Kok had dit verder niet. In het geval Irak bleef Balkenende aan, kreeg de zwarte piet toegespeeld, accepteerde die deels, en wist en passant een parlementaire enquête te voorkomen (Wouter Bos: “we gaan niet aan Davids morrelen”). Wederom hetzelfde riedeltje: fouten blootgelegd, gedebatteerd, “lessen getrokken”, einde oefening.

Gerechtigheid
Srebrenica illustreert echter dat niet iedereen die gang van zaken accepteert. De nabestaanden van de gevallenen aldaar proberen nog steeds gerechtigheid te krijgen. Tutu geeft met zijn stuk aan dat “Irak” ook nog geen verleden tijd is. In het geval Srebrenica heeft die zoektocht naar gerechtigheid een duidelijk gezicht gekregen: Thom Karremans. Wie zou dat voor Irak worden?