Achtergrond

Gesubsidieerde jongeren willen grotere rol in Europese besluitvorming

04-08-2015 11:30

De Nationale Jeugdraad (NJR) deed onlangs een onderzoek naar de mening van jongeren over de EU. Met verrassende uitkomsten. `Slechts tien procent van de Nederlandse jongeren negatief over Europese besluitvorming`, kopt de NJR in haar persbericht. De toon is meteen gezet: jongeren zijn volgens de NJR niet kritisch over Europa en hebben behoefte aan meer informatie en meer invloed. Die boodschap komt de NJR verrassend goed uit.

Laten we de cijfers bekijken. 24 procent van de jongeren vindt dat het Europees Parlement goed werk levert en 10 procentnoemt het werk van het Europees Parlement slecht. De meeste jongeren hebben dus geen idee. Dan zegt 27 procent zegt dat Europarlementariërs het ‘niet goed en niet slecht doen’ en 39 procent weet het helemaal niet. Hetzelfde onderzoek laat zien dat dit ook voor de Tweede Kamer en de gemeenteraad geldt: jongeren weten niet of politici hun werk goed doen of kruisen het hokje ‘neutraal’ aan.

Jongeren hebben dus vooral ‘geen mening’ over de EU

Negen procent van de ondervraagde jongeren denkt dat ze veel of zeer veel invloed hebben op de besluiten in het Europees Parlement, 66 procent noemt die invloed minimaal. Ook op landelijk en provinciaal niveau denken jongeren dat ze nauwelijks invloed hebben op de volksvertegenwoordiging. Alleen bij de gemeenteraad zijn de cijfers iets positiever.

Jongeren hebben dus vooral ‘geen mening’ over de EU. Niet alleen is het aantal neutrale en ‘weet niet’-antwoorden erg hoog om hen van een mening te kunnen beschuldigen, ze maken daarnaast ook nauwelijks onderscheid tussen politieke niveaus. Als je geen verschil ziet tussen de invloed van burgers op de Tweede Kamer en hun invloed op het Europees Parlement, heb je echt geen idee want de Tweede Kamer luistert aanzienlijk beter.

Het stellen van vragen in enquêtes is geen neutrale bezigheid: je stelt ze omdat je iets met de antwoorden wilt bereiken. Dat geldt bij uitstek voor de NJR.

Vertegenwoordigen

De NJR wil een onderbouwing van haar standpunt dat er op school meer aandacht voor politiek moet komen en wil daarnaast bewijs vergaren dat jongeren meer inspraak willen hebben. Als onderzoek dit bewijst, wordt de NJR zelf serieuzer genomen want dit zijn hun belangrijkste thema’s. De NJR heeft geluk: jongeren vinden immers dat er weinig aandacht is op school voor politiek, met name over de vraag hoe je Europese politiek kunt beïnvloeden. Want 68 procent denkt dat daar weinig informatie over wordt gegeven.

Als jongeren dat vinden, is dat een mooie reden om naar een driedaagse conferentie in Riga te gaan over ‘politieke empowerment van jongeren.’ Raad eens wat daaruit kwam? Dezelfde agenda: er moet een ‘cultuur van participatie op school’ komen, jongeren moeten betrokken worden bij de politieke besluitvorming, de rol van het jongerenwerk moet worden verstevigd, er moeten ‘jongerenvriendelijke tools’ komen voor participatie, er is meer directe democratie nodig en alle relevante ‘stakeholders’ moeten meer gaan samenwerken.

Steun?

Waarom 260 jongeren met EU-geld naar Riga moesten worden gestuurd om te vergaderen over deze uitkomsten, is een raadsel. Iedere jongerenwerker, ambtenaar of politicus met enige ervaring met jongeren had dit soort wensen allemaal zo op kunnen dreunen. Want in de wereld van de jongerenparticipatie wordt altijd gevraagd om meer participatie, meer betrokkenheid en meer invloed.

De NJR-enquête wordt gebruikt om dit soort snoepreisjes met non-uitkomsten te rechtvaardigen. Dat zou nog tot daar aan toe zijn als de Riga-conferentie geen eurofiele voorstellen ontwikkelde waarvan niemand weet of jongeren die steunen. Er wordt immers op al deze punten gevraagd om Europese bemoeienis en afstemming op een terrein waarbij de EU geen enkele meerwaarde heeft: de meeste jongerenparticipatie is en blijft lokaal. De EU heeft er niets mee te maken en geen jongere wil meer EU-invloed, maar toch beargumenteert de NJR dat de EU meer op dit terrein moet doen.

Volgens de Riga-verklaring moet het effect van al het EU-beleid op jongeren geëvalueerd worden. Er moeten ook ‘cross-sectorale initiatieven’ komen. Welke jongeren vragen hier eigenlijk om? En wie zouden er gratis naar al die conferenties in Europese hoofdsteden mogen?

Chris Aalberts gaat in september naar Brussel voor ThePostOnline. Je kunt via crowdfunding nog steeds bijdragen aan zijn reportages. Je bijdrage wordt zeer op prijs gesteld. Zie voor meer informatie: Yournalism.nl.