In Nijmegen wordt de introductie korter. Tot en met dit jaar duurde de “kennismaking met de stad en de universiteit “ van zondag tot en met de dinsdag erop. Nu gaan er twee dagen af van het zuipfestijn. En eindigt het al op maandag. Volgens de universiteit willen studenten dit zelf, volgens anderen is het een bezuinigingsmaatregel. Het kan ook nog gewoon ordinaire vertrutting zijn.
Dat studenten dit zelf willen blijkt alleen uit onderzoek van Roos Vonk-kwaliteit. Als je uitgeputte 1e jaars, net na een introductie vol met nieuwe impressies, vraagt of er iets vanaf kan, zullen ze altijd zeggen dat het laatste onderdeel wel geschrapt kan worden. De rest komt pas een half jaar later weer boven drijven. Dat is dus typisch een argumentatie die achteraf wordt bedacht, als het besluit wordt genomen. Bezuinigen kan een optie zijn. Al die activiteiten, zeker een slotfeest, kost de universiteit natuurlijk handen vol geld. De studenten zijn al binnen, dus het is niet superinteressant om daar met leuke dingen in te blijven investeren.
Het schijnt ook geen gevolg te zijn van de jarenlange lobby van studentenverenigingen voor meer ruimte voor hun eigen ontgroeningen. Die hebben van oudsher in Nijmegen geen dominante positie. In het “linkse” Nijmegen hadden de meeste studenten geen zin in ontgroeningen, gedwongen sex met galadates en meer van die ongein. Maar dat is het dus ook niet, anders was er al wel een juichende reactie van die clubs uit Nijmegen gekomen.
Heel heel vroeger, zeg in 1997, duurde de introductie 12 dagen. In die dagen waren het opleidingen, studieverenigingen en faculteitsverenigingen die alle tijd en ruimte kregen en een solide achterban te maken. De grote winnaar was de Nijmeegse horeca. Die blijft natuurlijk binnenlopen, maar wel weer iets minder. Studentengezelligheidsverenigingen winnen ook. Dat studenten het op deze manier willen is in ieder geval je reinste kul. Dan is het dus of een bezuingingsactie of gewoon vertrutting. Jonge mensen faciliteren om bijna twee weken te zuipen schijnt niet meer van deze tijd te zijn. Daar is een universiteit immers niet voor bedoeld. Daar moet je over wetenschappelijk onderzoek praten, toch?