Het is een veel gehoorde opmerking tijdens borrelpraat: rechten is gewoon een hbo-studie, een praktijkopleiding die weinig met wetenschap heeft te maken. Binnenkort worden de rechtenopleidingen gevisiteerd (jargon voor: op hun kwaliteit beoordeeld). In de voorbereidende fase is de daarmee belaste commissie op fundamentele vragen gestuit: waar leidt rechten eigenlijk voor op? Dit betekent niet meteen dat rechten gedegradeerd gaat worden tot het hbo (waar je overigens allang rechten kunt ‘studeren’). In plaats daarvan moeten rechtenopleidingen eerst in aanbod en eindtermen conclusies verbinden aan het veranderde beroepsperspectief van hun afgestudeerden.
Het aantal rechtenstudenten dat doorgaat in onderzoek is laag. Erg laag zelfs wanneer je dit vergelijkt met de bètastudies of met nadenkstudies als filosofie waar iedere student wel lijkt te willen promoveren. Daarnaast stroomt slechts een klein deel door naar de juridische macht: met rechten worden de meeste mensen geen advocaat of rechter, maar eerder beleidsambtenaar, mediator of bedrijfsjurist (zie hier en hier).
De vragen die de commissie stelt gaan volgens ScienceGuide niet over de kwaliteit maar over de aard van de opleidingen. Fundamenteler dus. Naar verwachting gaat de politiek zich stevig bemoeien met de discussie over de toekomst van rechten als een universitaire opleiding, al was het alleen maar omdat een groot van de politici een meestersgraad heeft.