Charlie Hebdo opent deze week (26 september) met een afbeelding van een prehistorische holbewoner die een kokosnoot met olie en een brandende fakkel vasthoudt: ‘De uitvinding van humor’, kopt het satirische weekblad, dat daarmee de spot drijft met zowel de gewelddadige reacties op de cartoons als de kritiek dat de redacteuren onverantwoordelijke barbaren zouden zijn. Bovendien, door zichzelf als Neanderthaler af te beelden geeft het blad aan dat beledigd worden zo erg nog niet is. Charlie Hebdo drijft immers ook de spot met zichzelf en doet daarmee een poging tot zelfreflectie.
Het is al vaker gezegd en geschreven afgelopen week: uiteraard zijn de seksueel expliciete teksten die de Amerikaanse soft-porn regisseur Mohammed laat uitspreken in de film Innocence of Muslims onsmakelijk en historisch onwaarschijnlijk. Ook is de cartoon in Charlie Hebdo waarin wordt afgevraagd of de profeet een relatie met een varkenshoofd zou hebben schokkend en erg overdreven. Maar achter de schok, schuilt een groot goed.
Marine Le Pen
Zoals Picasso kon tekenen als een kind, juist omdat hij lange tijd realistisch en natuurgetrouw te werk was gegaan, zo kan een cartoonist een discussie tot afschuwelijk simplistische proporties terugbrengen. Door dat simplisme wordt een discussie over eeuwenoude waarden heropend, waarden die door vanzelfsprekendheid in slaap vielen, en nu weer dringend afgestoft moeten worden.
Zo bevestigde minister-president Ayrault de vrijheid van meningsuiting en wees hij op de mogelijkheid voor ieder die zich persoonlijk beledigd voelt naar de rechter te stappen. Leider van het extreemrechtse Front National, Marine Le Pen, kreeg forse kritiek uit socialistische en conservatieve hoek, op haar voorstel alle sluiers en keppeltjes uit het Franse straatbeeld te verbannen. Dit voorstel zou in strijd zijn met de ‘laïcité’.
‘Morale laïque’
Deze Republikeinse waarde maakt dat de overheid in haar beleid geen onderscheid mag maken tussen welke godsdienst dan ook. Sterkere bewakers van de laïcité betogen dat het woord ‘godsdienst’ in het geheel niet in overheidsdocumenten mag voorkomen. Een discussie die extra urgent is nu de minister van onderwijs, Vincent Peillon, een vak ‘morale laïque’ wil introduceren op de middelbare school. Deze discussie is een verdienste van Charlie Hebdo.
Weekblad Marianne (zaterdag 22 september) wees er terecht op dat een mens beter nadenkt door zijn mening te confronteren met die van anderen. ‘Samen denk je beter’, is het devies. Dit is volgens de Fransen ook het fundamentele verschil tussen ‘la liberté de penser’ en ‘la liberté de la pensée’. De karikatuur speelt door zijn duidelijk compromisloze karakter een belangrijke rol in deze confrontatie der geesten. Bovendien, zo schrijft het blad terecht, kan een cartoon, anders dan een rationeel opstel, door zijn creativiteit uiting geven aan onze diepste gevoelens en persoonlijkheid.
Voltaire
De geschiedenis leert ons hoe belangrijk die schokkende werking van een karikatuur soms kan zijn. Toen Voltaire in 1742 zijn toneelstuk Le fanatisme ou Mahomet le prophète liet opvoeren in Parijs, vonden de nieuwsgierige ministers het een gevaarlijk stuk dat een nieuwe Jacques Clément of Ravaillac zou vormen. Dit waren de fanatieke katholieken die respectievelijk koning Henri III en Henri IV ombrachten.
Maar Voltaire schreef zijn stuk naar eigen zeggen juist om weerstand te creëren tegen rebellie, vervolging en religieus fanatisme. Zijn betoog haalde weinig uit. Na drie opvoeringen mocht het stuk niet meer in de Comédie Française worden opgevoerd. Het stuk had dus weerstand tegen zichzelf, de karikatuur, gecreëerd, maar legde ook de vinger op de zere plek door te laten zien hoezeer de autoriteiten bereid waren de vrijheid van meningsuiting in te perken, ten behoeve van religieuze fanatici. Zie daar de paradox van de vrijheid van meningsuiting.
Debat
Als, zoals bij Voltaire en de Parijse magistraten, beide kampen gelijk hebben, moeten beiden de kans hebben hun mening te uiten. Juist dan moet er debat zijn, en om de verschillende standpunten duidelijk te krijgen mag er soms best een harde cartoon worden gebruikt.
Door economische crisis en hongersnood brak een paar decennia na de ban van Voltaire’s stuk de Franse Revolutie uit. Aan Voltaire’s pleidooi voor de vrijheid van meningsuiting werd gehoor gegeven door dat recht vast te leggen in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. De discussie over cartoons en blasfemie was daarmee niet over. Ruim twee en een halve eeuw later voeren we nog steeds hetzelfde debat. En dat moet zo blijven, want samen denken we beter.
Dit artikel werd voor het eerst op ThePostOnline gepubliceerd op 29 september 2012.