Wrang verleden
Weer een tafel achterin de hoek
in een te hip restaurant
jij glimlachend, nog steeds charmant
terwijl ik gejaagd een uitweg zoek.
Je vinger niet met ring omrand
nog altijd slaaf van liefdesvloek
het wijnglas trillend in je hand
bloedrode wijn op tafeldoek.
Vroeger was ik te verlegen
te onderdanig, te passief
in de wereld vol met dromen
Zelf welhaast fictief,
maar triest voor jou, mijn oude lief
nu kom ik je weer tegen
En een dessert hoef je bij deze
niet eens te overwegen.