Terug in Nederland zie ik station Utrecht Terwijde, met leeg perron in eenzaam grasland staan. Mannen met korte sjaaltjes om hun nek, en dikke bierbuik onder hun poloshirt, lopen de woonkamer van een Vinexhuis binnen. De vrouwen hebben boblijntjes, waar ze eerst hun haren opstaken. “Dit huis staat er nog maar vijf jaar.” De groep knikt aandachtig. Ze kennen elkaar van de studentenhockeyclub. Om twaalf uur gaan ze weer naar huis. Naar hun Vinexwijk in Rotterdam, huis in Eindhoven of Den Bosch. “We zijn een beetje over het land uitgestrooid.” Zeggen de hockeyers. En ze knikken instemmend en schudden handjes.
De volgende ochtend loopt er een konijn door de woonkamer van het Vinexhuis. “Hij heeft net een checkup gehad bij de dierenarts”, zegt de vrouw des huizes. “Hij moet drie uur per dag loslopen. Soms hebben we een drukke dag. Dan loopt’ie een andere dag vijf uur, om het goed te maken.”
We kijken naar het zwarte konijn, dat zich onder de bank verstopt, en knikken aandachtig.
Rooktijd.
“Over tien jaar is dit een hele mooie wijk,” zegt de heer des huizes over Utrecht Terwijde.
“Dan is het over twintig jaar een probleemwijk,” Zegt mijn andere vriend terwijl hij zijn peuk bij de andere peuken in een flesje bruin water propt. Zijn schaterlach gaat over in een rochel.
De wijk is net zo veelbelovend als de rookrochel van zijn jonge keel, denk ik. Maar ik zeg het niet.
Op naar Paars 2.0
Terug in Nederland zie ik het portret van Johan Fretz naast de titels van zijn columns staan: Op naar Paars 2.0. Fretz kijkt er heel serieus bij.
Ik zie hem twitteren over de glorie van Tony Blair en Wim Kok.
“Het enige wat Paars fout deed was de taboes niet benoemen. Nu weten PvdA en VVD dat integratie belangrijk is, en dat we soms een beetje bang zijn van Europa.”
Fretz zegt het niet, maar bedoelt het wel. Hij aapt Obama na op de televisie. En Van Nieuwkerk doet met hem mee. In zijn enthousiasme raakt Matthijs zijn vrouw kwijt. Sywert roept Nederland op zijn stem te breken, zoals hij en Johan al een paar jaar eerder hun stem braken.
Terug in Nederland drink ik bokbier met een Brabantse familie. “Dat hadden wij nog niet in onze tijd, bokbier,” zegt de Brabantse familie. En: “Nederland koos echt voor het midden. Voor PvdA en VVD samen.”
De politiek kan het weer. “Net als in onze tijd, toen we nog geen bokbier hadden, maar Westmalle dronken.”
De Brabantse familie knikt.
Ik sputter tegen. Zeg dat Samsom president was geworden als we een presidentieel systeem hadden. Dat de SP dan nu ministers zou leveren. Dat er geregeerd zou worden zoals er gestemd was.
“Dat is waar.” Zegt dezelfde Brabantse familie. En: “Ik vertrouw geen enkele politicus meer.”
Ze nemen een slok van hun bokbier.
Vedett
Terug in Nederland loop ik langs een verlaten Oude Gracht en schenkt een Vlaamse vrouw met donzige wenkbrauwen Vedett bier voor ons in. Mijn Friese vriend neemt een slok.
“Ik stopte niet, maar faalde. Ik studeerde heimelijk al een jaar niet meer, maar vertelde het niemand omdat ik bang was dat ik als een loser zou worden gezien.”
“Nu bestudeer ik de bouwsector, en maak ik tekeningen. Ik ben een soort architect en ik ben gelukkig.”
Bijna sluitingstijd. Ik vraag mijn vriend of hij de barvrouw niet leuk vindt. Ze is Vlaams, en heeft donkere donzige wenkbrauwen. Haar bange ogen verraden dat ze achttien is, maar haar lichaam zegt dat ze vijfentwintig is. Echt iets voor mijn Friese vriend, die niet meer bang is om te falen en nu gelukkig is.
Terug in Nederland, vraagt een blonde vriend of we hem ons adres sturen. “Moeder ligt aan de morfinepomp. We overleggen vast met de begrafenisondernemer om de rouwkaarten te versturen.”
Brieven schrijven, als anticiperend rouwproces.
Ziekenhuismuur
Terug in Nederland, ziet mijn grootmoeder bloemen op de ziekenhuismuur. Maar die bloemen zijn er niet.
Ik liep haar rond met de rollator.
“Woensdag komt hij terug. Als Willem er is, dan kan ik alles,” zegt mijn grootmoeder, op zoek naar de rollator.
Zouden het Paarse bloemen zijn, die ze op de muur zag?
Ze liep met de rollator de gang op en neer, niet bang om te mislukken. Nu ziet ze bloemen op de muur. Rode, blauwe, paarse bloemen op een grauwe steriele muur.
Bloemen zien, als anticiperend rouwproces.
Woensdag bezoek ik haar weer, en keer dan weer terug uit Nederland.
Willem van Ewijk woont in Parijs. Hij wisselt bij het schrijven zijn oude Oost-Duitse typemachine af met een MacBook. Voor dit stuk, was hij even terug in Nederland. Volg hem op twitter: @WillemVanEwijk.