Op straat kom ik een man tegen die zegt dat hij een clown uit het onzichtbare circus is. De man heeft een snor, hij is niet geschminkt, hij draagt geen groene bolhoed, geen grote rode schoenen, geen bloem waar water uit spuit en geen clownspak. Hij zegt dat hij bijschnabbelt als kapper om rond te komen. Hij zegt dat mijn haar nodig geknipt moet worden. Ik pak een lange vette sliert haar vast, ik geloof hem. De clown uit het onzichtbare circus haalt een schaar uit zijn broekzak.
Hij legt zijn vrije hand op mijn schouder en vraagt me samen met hem te knielen. We knielen. De clown laat mijn schouder niet los. Met de hand waar hij een schaar in heeft begint hij te knippen. Haar valt op mijn schouders naar beneden. Jammer dat ik niets te drinken bij me heb. Ik drink zo veel mogelijk. Ik probeer mezelf te vernietigen, om mijn kracht te testen. De clown zegt dat ik hem voor een tientje extra mag vingeren. Ik moet een windje laten, maar durf geen windje te laten. Ik wil de clown niet uit zijn evenwicht brengen. Hij ademt hard uit door zijn neus, in mijn gezicht. De geur van jonge geitjes. Ik wil bescherming zoeken tegen de plagen van de dieren. De clown is erg gespierd, hij houdt mijn schouder vast. Hij zegt dat het vijftien euro wordt, tenzij ik hem wil vingeren. Ik kan niet bij hem pinnen. De clown uit het onzichtbare circus zegt dat ik nu, vanuit een bepaalde hoek, op zijn vader lijk. De clown laat de schaar los, pakt allebei mijn schouders vast, kijkt me aan en ademt uit door zijn neus. Vanuit de punten van zijn snor spuiten, in een keurig boogje, straaltjes water.
Onlangs verscheen bij uitgeverij Atlas Contact het boek Er gebeurde o.a. niets, een bundel korte verhalen door Joubert Pignon. DeJaap publiceert enkele verhalen uit het boek.