Toen we in 1978 uit Suriname naar Nederland kwamen, zag ik een hoogontwikkelde moderne, beschaafde maatschappij. Wij konden gaan studeren, kwamen gemakkelijk aan huisvesting en aan werk. Het leven leek goed en overzichtelijk. Het was een tijd dat heren nog vrijwillig hun zitplaats aan vrouwen en ouderen afstonden.
Amper 10 jaar later was er veel veranderd: veel openbare orde problemen met jongeren van Surinaamse en Antilliaanse afkomst: vooroordelen, werkloosheid, criminaliteit. Beleidsmakers en onderzoekers waren er maar druk mee en dat heeft bergen rapporten opgeleverd. Omdat je kinderen beter kan begeleiden als je ook kennis hebt van de maatschappij waarin ze opgroeien koos ik, als moeder van twee, ervoor om in het centrum van deze dynamische maatschappij aan de slag te gaan. Fast forward naar het hier en nu ben ik 20 jaar politieagent geweest, 10 jaar jongerenwerker, vele jaren vrijwilliger en 6 jaar raadslid. Bij elkaar lever ik al 30 jaar passief en actief een bijdrage aan wat het ‘integratiedebat’ heet.
Waar staan we nu? De maatschappij is complexer, de sfeer grimmig en de problemen zorgwekkender dan ooit. Veel burgers voelen zich onbegrepen en ervaren dreiging in hun leefomgeving. De immigratie-gerelateerde problemen zijn echter niet uitsluitend aan wederzijds onbegrip te koppelen. Tegelijkertijd is de complexiteit van de problematiek amper in woorden te vatten. En toch zal dat eerst moeten gebeuren. Want alleen door problemen correct te benoemen en de juiste vragen te stellen kun je adequate oplossingen en antwoorden vinden.
Het staat vast dat gebrekkige integratie een reëel probleem is. En hoewel immigranten opvallen door vaak negatief in het nieuws te komen is de maatschappij een te gecompliceerd krachtenveld om de positie van de nieuwkomers nog langer los te zien van de positie van jongeren en vrouwen in het algemeen. Parallellen met de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt zijn wel getrokken maar daar houdt het vaak mee op. De crisis heeft er uiteraard ook zijn weerslag op maar wordt het niet tijd om te onderkennen dat we in een masculiene maatschappij leven waarin sensatiezucht, bonussen en kijkcijfers de belangrijkste drives zijn? Waarin bijna alles tot financiële posten wordt gereduceerd? Waarin niet alleen de nieuwkomers maar ook jongeren en vrouwen in het algemeen steeds verder in de verdrukking komen?
Anti-islam populisme
Het anti-islam populisme heeft stevig postgevat in het dagelijks leven. Criminaliteit, de PVV en de sensatiegestuurde media zorgen steeds voor een vruchtbare voedingsbodem voor vooroordelen jegens moslims in het bijzonder. Daarbij worden, om een paar voorbeelden te noemen, islamisten en islamieten met gemak op één hoop gegooid en wordt de gehele Marokkaanse gemeenschap aangekeken op de misdragingen van groepen Marokkaanse straatjongeren. Bijna niemand lijkt meer nieuwsgierig te zijn naar het onderscheid en de nuances. Het recht op vrijheid van meningsuiting, dat in principe het recht borgt om kritiek te mogen uitoefenen naar de overheid wordt veel gebruikt om moslims te beledigen.
Rellende jongeren
Naast ‘Marokkaans straattuig’ hebben we steeds meer te maken met rellende jongeren: de voetbalrellen, de strandrellen en de rellen in Haren. De media hebben een enorme impact op het leven van jongeren, maar wat weet men nou helemaal van de jongeren? Gezien de algehele verwondering naar aanleiding van de rellen in Haren kun je stellen dat men in ieder geval niet erg bekend is met de leefwereld van grote groepen jongeren en de problemen waar veel jongeren mee worstelen, laat staan met de leefwereld en problemen van veel migrantenjongeren.
Waar zijn de vrouwen?
De invloed van vrouwen op (regerings)beleid is nooit erg groot geweest en neemt momenteel verder af. Kijk maar naar het aantal vrouwen in het kabinet en in de Kamers. Tegelijkertijd hebben vrouwen verreweg de belangrijkste rol in de opvoeding van kinderen maar hebben zij, net als jongeren en allochtonen, amper een platvorm op TV en andere media, die door 40-plus-blanke-mannen worden gedomineerd. Er wordt daar liever over deze groepen gesproken dan met hun.
Doorgaans wordt daar stellig geconcludeerd dat de opvoeding primair de verantwoordelijkheid is van de ouders. In de praktijk zijn dat dus meestal de moeders. Diegenen die daarover in debat zouden willen gaan komen simpelweg niet aan bod.
Een quotum invoeren in het bedrijfsleven en overheden voor vrouwen en allochtonen stuit over het algemeen op veel weerstand maar als de versoepeling van de ontslagregeling doorgaat dan is het niet moeilijk te voorspellen welke groepen daarvan het grootste nadeel gaan ondervinden.
De media falen
De jacht op avondvullende sensatie heeft een groot moreel vacuüm bij de media in de hand gewerkt. Oppervlakkigheid, populisme en selectieve berichtgeving zijn aan de orde van de dag. Onlangs was een zware crimineel als Willem Holleeder te gast bij Nova College Tour. De moord op Theo van Gogh door een moslim kreeg terecht wereldwijde aandacht terwijl de moord op Marwa El-Sherbini door een racist in Duitsland amper de krant haalde. Door journalisten worden vaak geen relevante vragen gesteld aan invloedrijke personen. Zo hoefde onze staatssecretaris van Veiligheid en Justitie tegenover de media geen verantwoording af te leggen voor bepaalde publieke uitspraken. Hij had in vergoelijkende bewoordingen gesproken over het doodslaan van een man bij diens poging tot inbraak. Van de journalistiek, die geacht worden de macht nauwlettend te controleren, zou je mogen verwachten dat ze op dat soort zaken kritisch doorvragen. Maar helaas.
De onbeschaving rukt op
Nederland heeft geen sterke culturele identiteit meer. De sociale samenhang brokkelt steeds verder af, het vijanddenken neemt toe en de politiek lijkt er amper grip op te kunnen krijgen. Integendeel, ideeën en uitspraken van Wilders worden steeds vaker overgenomen door gevestigde politieke partijen. Deze zichtbare onmacht van de politiek werkt de toenemende onbeschaving in de hand en daarop is onlangs de kroon gelegd door bovenvermelde staatssecretaris, die vanwege zijn ambt juist het toonbeeld van beschaving zou moeten zijn Dat hij daarmee een fors impuls gaf aan de verhuftering, het vijanddenken en de gewelddadigheid in de maatschappij, was voor hem kennelijk niet relevant.
Verantwoordelijkheid politiek en overheid
Partijpolitiek heeft het landsbestuur op het gebied van Immigratie en Openbare orde zodanig lamgelegd, dat er geen adequate probleemanalyses worden gemaakt. Belangrijke verbanden worden niet gelegd, zaken worden niet concreet benoemd en er wordt geen politieke verantwoordelijkheid genomen. De rellen in Haren bijvoorbeeld worden simpelweg lokale problemen genoemd, ondanks dat de jongeren overal vandaan kwamen. Zo worden ook problemen met jongeren van Marokkaanse afkomst weggezet als ‘Islam-problemen’. Onder dergelijke voorwaarden kun je geen goede oplossingen vinden. Problemen blijven dus voortwoekeren, de burgers voelen zich niet gehoord, vallen voor oplossingen terug in eigen (sub)culturen en komen nog vijandiger tegenover elkaar te staan. Er komt meer haat, die door uitspraken van sommige politici en opinieleiders nog verder worden gevoed. Het sociaal weefsel brokkelt nog verder af evenals het vertrouwen in politiek en overheid. En de vicieuze cirkel is rond.
Ondertussen wordt gestaag doorgegaan met beleid maken. Door beleidsmakers die vooral enthousiast zijn over wat anderen moeten doen. Beleid maken is noodzakelijk, maar een overheid die niet haar eigen beleid praktiseert is een overheid in verzuim. Evenals een overheid die niet ziet dat er een kloof bestaat tussen rationaliteit en realiteit.
Het is ook daarom erg jammer dat tijdens de Idols-achtige verkiezingsshows op TV niet één keer de vraag is gesteld hoe de regering de burgers beter gaat betrekken bij haar beleid.
Integratie
In de huidige maatschappelijke dynamiek valt Nederland uit elkaar in veel meer dan alleen etnische groepen die elkaar niet begrijpen en die zich tegen elkaar afzetten. Er zijn vele krachten die splijten en weinig die binden. Nationale problemen zoals hierboven aangestipt hebben hun uitwerking aan het einde van de beschavingsketen: aan de onderkant van de samenleving, bij de kwetsbare en de niet goed geïntegreerde groepen, autochtoon en allochtoon, waar ze vaak tot lokale problemen leiden. Dat gegeven alleen al noopt nog altijd tot lokaal beleid, dat niet alleen gericht zou moeten op integratie maar ook op problemen als armoede, racisme, opvoedingsstijl, werkeloosheid, drugs en alcohol en zo meer.
Lokaal beleid en lokale burgerinitiatieven zijn dus broodnodig want het staat dicht bij de mensen. Het zullen echter niet meer zijn dan druppeltjes op een gloeiende plaat als ze niet ondersteund en vooral versterkt worden door een overheid die stevig inzet met integraal en duurzaam beleid wat optimaal aansluit bij de nieuwe realiteit. Beleid dat gericht is op verbinding, op fundamentele veranderingen binnen diverse disciplines en op concrete resultaten en successen op alle niveaus.
Beleid dat overigens pas kansrijk zal zijn als de overheid en de politiek zelf ook de juiste toon zetten.