Voor de zoveelste keer heeft de wetenschap PMS bij de vuilnisbak gezet. Het ‘premenstrueel syndroom’, het idee dat vrouwen in de tweede helft van de menstruatiecyclus allerlei klachten kunnen krijgen, is alweer niet waar gebleken. Dit keer zijn het Canadese onderzoekers die deze open deur met kracht hebben ingetrapt. In een recent artikel in het vakblad Gender Medicine vegen Sarah Romans en haar medewerkers 47 onderzoeken bij elkaar, en concluderen dat vrouwen weliswaar regelmatig klagen dat ze zich niet lekker voelen, of een beetje down zijn, of prikkelbaar, maar een statistisch verband met de menstruatiecyclus bleek, alweer, niet aantoonbaar.
Geen nieuws, dus. Het enige wonderlijke aan dit bericht is dat er alweer 47 studies te vinden waren. Het onderzoekscircus rond PMS wil blijkbaar maar niet tot stilstand komen. En dat komt door die vrouwen.
Hormoontherapie
Het idee dat het geestelijk welzijn van het zwakke geslacht heen en weer schommelt met de menstruatiecyclus, en zich daardoor eerst twee weken lekker voelt, en daarna twee weken down, is al tachtig jaar oud. Maar werkelijk populair werd het pas dertig jaar geleden, dankzij de boeken en het zendingswerk van Katharina Dalton.
Volgens haar wilden mannen (en mannelijke artsen) niet zien hoe ernstig PMS kon zijn, terwijl de oplossing doodsimpel was. De oorzaak was volgens haar puur hormonaal, en de klachten zouden verdwijnen met hormoontherapie. De spreekkamers van huisartsen in de VS, Engeland en later op het Europese vasteland, stroomden daarna vol met vrouwen met psychische klachten, die allemaal hormonen wilden slikken.
Geestelijke menstruatiecyclus
In reactie daarop verschenen de eerste onderzoeken naar PMS, waarin het hele idee van de geestelijke menstruatiecyclus helaas niet kon worden bevestigd. Hier in Nederland promoveerde in 1991 gynaecoloog Jules Schagen van Leeuwen op het onderwerp. Hij kon geen enkel verband vinden tussen de ernst en het verloop van de klachten, en enige hormoonspiegel in het klagende lichaam.
Zo rond 1995 had het onderwerp dus eigenlijk dood moeten zijn. Maar zo werkt dat niet in de medische wetenschap. Het idee dat vrouwen geregeerd worden door hun hormonen is al heel oud, en is ook te sterk. Voeg daarbij dat veel vrouwen een dergelijke verklaring voor hun vage psychische klachten vaak prettiger vinden dan het idee dat ze langzaam gek worden, of dat ze hun disfunctionerende echtgenoot de deur moeten wijzen.
‘Puzzlingly widespread belief’
De PMS-slachtoffers bleven dus gewoon binnenkomen, en daarmee bleef PMS ook onderwerp van onderzoek. Ook al valt er eigenlijk niks meer te onderzoeken. Gevolg: de Canadezen konden met gemak 47 recente studies uit de literatuur vissen. En een conclusie trekken die al twintig jaar oud is.
Romans probeert haar zinloze exercitie (gebaseerd op 47 eveneens zinloze exercities) een leerzame draai te geven. In een artikel in The Atlantic vertelt ze dat er wat gedaan moet worden aan ‘this puzzlingly widespread belief‘.
Als een vrouw zich ongelukkig voelt, of depressief is, ‘it’s still often one of the first thoughts people have – maybe she’s premenstrual.‘ Terwijl omstanders zich volgens haar juist zouden moeten afvragen of er niet iets ernstigs aan de hand is, of die vrouw geen geestelijke steun nodig heeft. Wijze woorden – die echter aan één belangrijk aspect voorbijgaan.
Vrouwen willen lekker hardop kunnen klagen over hun rotleven
Die vrouwen gaan niet uitsluitend met hun klachten naar de dokter, ze hebben zelf ook al de diagnose gesteld. En ze verwachten een pil om van de problemen af te komen. Ze willen gewoon tegenover iedereen die het merkt, lekker hardop kunnen klagen over hun rotleven, zonder het risico te lopen van verder medisch onderzoek, of gegraaf in hun privéleven.
Het hele idee dat de huisarts het beter zou weten, hen tegen zou spreken, is natuurlijk eigenlijk ondenkbaar. Het is hun lichaam; ze weten wat ze voelen, en wanneer ze dat voelen, en ze willen gewoon een recept.
Placebo-effect
Een huisarts doet er dan verstandig aan om dat gewoon uit te schrijven. Veel vrouwen hebben nu eenmaal een licht deprimerend bestaan, maar géén zin om hun leven overhoop te halen. Gun ze die mogelijkheid om te klagen. Gun ze de hormonale uitvlucht. De dokter moet gewoon luisteren, ja knikken, instemmen met de diagnose, en dan een mooi verhaal vertellen en een receptje uitschrijven voor een of ander nutteloos vitamine- of hormoonpreparaat.
Want ook al bestaat PMS niet, één ding staat wél vast: het is zeer vatbaar voor het placebo-effect. En als dàt zijn werk heeft gedaan, is iedereen blij. En heeft PMS er weer een enthousiaste verkondiger bij.