En toen was ik weer eens boos. Op de hele wereld, maar wederom vooral op mezelf. Omdat het me nog steeds niet lukt om aan te komen. De waarschuwingen zich rap blijven opstapelen. Ik het gevoel heb dat ik iedereen teleur stel. En de ‘grote doorbraak’ – insert Hollywood-momentje waarin de vrouwelijke hoofdpersoon een stralende horizon en even glorieuze toekomst tegemoet loopt – dientengevolge nog even op zich laat wachten.
Woe·de de; v(m) grote kwaadheid
Want verrassing: niet elke situatie is zomaar naar je hand te zetten. En goh, soms is iets heel erg graag willen niet voldoende om het gewenste resultaat te bereiken. Niet direct, althans. Vijftien jaar destructief gedrag is niet zomaar teniet gedaan. Een lijf dat even lang is mishandeld laat zich niet zonder slag of stoot weer terug in het gareel dwingen. Het is bijna alsof mijn lichaam wraak neemt voor de martelingen door het nu demonstratief te laten afweten: ‘Je kunt net zoveel Magnums eten als je wilt, ik doe lekker niks’. ‘Flikker maar op met je tosti’s; die extra kilo’s mag je op je ondervoede buik schrijven’. ‘Denk maar niet dat 2500 calorieën per dag voldoende zijn om aan te komen. Sterker nog: daar val je dus gewoon van af. Ha!’
In de kliniek wordt ondertussen met man en macht geprobeerd de negatieve gewichtsspiraal te doorbreken. Ik krijg een nieuw, nóg calorierijker menu. Ben elke dag uren bezig met ontspanningsoefeningen, piekerkwartiertjes, positief spiegelen (wat, zoals de naam al doet vermoeden, niets meer inhoudt dan voor de spiegel te staan en positieve kenmerken te benoemen), huiswerkopdrachten en het bereiden van allerlei gecompliceerde gerechten. En praat me suf.
Te·leur·stel·ling de; v tegenvaller
Maar het is voorlopig niet genoeg. Want ik val nog steeds af. En waar dat me tot voor kort vervulde met tevredenheid, strijden nu trots en teleurstelling om de eerste plek. Bovendien ga ik me steeds meer schamen voor mijn gebrek aan progressie. De mensen zouden wel eens kunnen denken dat ik er met de pet naar gooi. Niet genoeg mijn best doe. Ondankbaar ben. Terwijl ze zoveel voor me doen. Altijd voor me klaar staan. Naar mijn geklaag luisteren. Me nota bene een half jaar ‘vrij’ hebben gegeven om beter te worden.
Daar wringt de schoen natuurlijk. Ooit wist bijna niemand van mijn anorexia-avontuur, inmiddels heb ik het gevoel dat de halve wereld over mijn schouder meekijkt. Stel je toch eens voor dat ik straks tegenover zo’n groot publiek moet bekennen dat het niet is gelukt. Dat ik, ondanks al hun inspanningen, luisterende oren, troostende schouders en vrij geroosterde uren, toch niet beter ben geworden. Die gedachte alleen al maakt dat ik elke nacht wakker lig. En dat kan ik niet gebruiken, want het kost teveel energie. Dus moet ik ophouden mezelf tegenover iedereen te verantwoorden.
Ik weet dat ik elke dag die hele berg klote boterhammen wegwerk. Dat ik tegenwoordig dooreet totdat ik bang ben dat ik ga overgeven. Dat er stofwolken door mijn woonkamer dwarrelen omdat ik vanwege dat verdomde ondergewicht niet eens meer mijn eigen huis mag schoonmaken. Ik weet het, mijn therapeuten weten het, mijn vrienden weten het, mijn familie weet het. En dat is voldoende. Dus wil je betwijfelen of ik de waarheid spreek, gemakkelijk punten scoren door te roepen ‘dat ik niet zo moet zeiken en gewoon naar de snackbar moet’, me beschuldigen van zelfmedelijden of me op straat ongevraagd meedelen dat ik eruit zie als een Holocaustslachtoffer? Ga je goddelijke gang maar. Ik word er kwaad om, maar ik ga me er niet meer tegen verdedigen. Je kunt mijn magere kont kussen. Fuck you very much.
Kijk hier voor een overzicht van eerdere Ana-files.