Een basisinkomen voor iedereen. Het wordt bejubeld als de mogelijke oplossing voor onze te dure verzorgingsstaat en falend arbeidsparticipatiebeleid. De eerste praktijkexperimenten in Nederland staan zelfs al op de agenda. Voorstanders verwachten dat mensen met een onvoorwaardelijke maandelijkse geldstorting actiever gaan participeren in de maatschappij, met alle positieve economische en sociale effecten van dien.
Diverse buitenlandse experimenten met een basisinkomen lijken aan te tonen dat het effectief is om mensen zelf, en zonder voorwaarden over hun ‘hulpgeld’ te laten beschikken. Vooral in kansarme gebieden dalen ondervoedings- en criminaliteitscijfers, gaan mensen een opleiding volgen en vaak juist meer in plaats van minder werken. De luilak die alleen nog maar op de bank ligt lijkt een uitzondering op de regel.
Onvoorwaardelijke zelfbeschikking lijkt de kracht achter het basisinkomen waardoor ruimte voor ondernemerschap ontstaat; ook in de onderste lagen van de bevolking. In onze huidige verzorgingsstaat zien we het tegenovergestelde; passieve afhankelijkheid van indirecte toeslagen en voorwaardelijke uitkeringen. De prikkel om iets te ondernemen valt weg wanneer alles wat je extra verdient wordt ingehouden op één van je uitkeringpotjes. Het betreft niet alleen de zwakkeren in onze samenleving want ook veel gezonde bedrijven en gezinnen met tweeverdieners zitten verstrikt in het web van overheidstoeslagen en -uitkeringen.
Politicoloog Robin Fransman noemt het de ‘Rondpompmachine’; aan de ene kant betaal je forse belastingen om vervolgens via ondernemerssubsidies of een toeslag voor de kinderopvang je geld terug te krijgen. Zulke allesomvattende afhankelijkheid verstoort niet alleen het mechanisme van de vrije markt maar belemmert ook innovatie en incrementele hervorming van het sociaal zekerheidsstelsel. Bij ieder potje dat wordt aangepakt ontstaat fikse weerstand omdat iemand onevenredig hard wordt geraakt.
De invoer van een basisinkomen lijkt een revolutionair initiatief om afhankelijkheid in te wisselen voor zelfbeschikking en daarmee de verzorgingsstaat drastisch te veranderen. Toch wordt er wederom een programma van uitkeringen opgetuigd waarbij burgers afhankelijk blijven van de overheid als uitvoerend instituut om het basisinkomen te verstrekken. De Nederlandse overheidsuitgaven bedragen ongeveer de helft van het Bruto Binnenlands Product en met de invoer van het basisinkomen wordt dit aandeel alleen maar groter.
Het is alsof de overheid, ongeacht haar rol in de huidige situatie, te allen tijde wordt gezien als redder in nood bij problemen van ongelijkheid en armoede. Het basisinkomen is in feite niets anders dan iedereen belasting laten betalen om vervolgens een deel, minus de kosten van het herverdelen, terug te geven aan diezelfde burgers. Een omslachtig proces als je bedenkt dat het juist de bedoeling is om initiatief weer bij de burger zelf te leggen.
De oplossing zou ook gezocht kunnen worden in een kleinere rol voor de overheid door bijvoorbeeld inkomen onder een bepaald bedrag voor iedereen vrij te stellen van belasting. Het doel is ten slotte om vooral kansarme mensen zelfbeschikking te geven over een ‘basisbedrag’ en daarmee ruimte te creëren voor actievere participatie in de maatschappij. Voorstanders van het basisinkomen lijken niet te realiseren dat je daarvoor geen duur herverdelingsapparaat nodig hebt maar ook het basisbedrag kunt laten waar het in eerste instantie vandaan komt. Op dit moment draagt iedere werkende burger jaarlijks 36,5 procent over de eerste 20.000 euro aan inkomen af aan de staat. De gederfde belastinginkomsten voor de overheid bij volledige vrijstelling van dit bedrag zijn slechts een fractie van de kosten van een nationaal basisinkomen.
De gelijke basis waarop iedereen meeprofiteert is net als bij het basisinkomen aanwezig terwijl de stimulans tot ondernemerschap veel directer aankomt op de meest effectieve plek; de beroepsbevolking aan de onderkant van de samenleving. Meer dan 40 procent van de werkenden verdient jaarlijks minder dan dit bedrag en zou door deze vrijstelling bijna 1,5 keer zoveel te besteden hebben! De positieve effecten geassocieerd met het basisinkomen worden gerealiseerd en tegelijkertijd wordt de ‘Rondpompmachine’ ingeperkt. Als je initiatief en ondernemerschap in alle lagen van de bevolking daadwerkelijk wil stimuleren moet je niet schromen afhankelijkheid in de kern aan te pakken!