In haar stuk over Luuk Koelman, beschrijft Lamyae Aharouay vrijheid van meningsuiting als een darkroom: iedereen naait iedereen en daar moet je dan ook nog verplicht van genieten. Als je het niet leuk vindt om genaaid te worden, dan is dat jouw probleem. Maar dat is niet zo, als we de logica voor democratie en vrijheid van meningsuiting onderzoeken.
De logica van de maatschappij
Als we logica voor het leven in een maatschappij zouden zoeken, dan is er één enkele logica: we willen onze levens verlengen en zoveel van onze biologische en psychologische behoeftes bevredigen; noem dit maar het vervullen van het overlevingsinstinct. De maatschappij is een samenwerking volgens regels en we proberen met deze regels het maximale te bereiken in het vervullen van het overlevingsinstinct.
De maatschappij kent grenzen
Deze logica legt ook grenzen aan de maatschappij. Stel je bijvoorbeeld voor dat alle niet Joodse Nederlanders in een referendum stemmen om alle Nederlandse Joden te vergassen. Dit referendum is ongeldig, omdat het de grenzen schendt van deze logica. Niemand is verplicht om het besluit van dit referendum uit te voeren, te respecteren of te ondergaan.
Democratie en vrijheid van meningsuiting zijn ook ondergeschikt aan deze logica. We respecteren democratie omdat we geloven dat democratie ons garandeert dat ons overlevingsinstinct wordt vervuld.
De logica van vrijheid van meningsuiting
We willen vrijheid van meningsuiting voor twee redenen. Ten eerste, omdat dit een vorm is van brainstormen: door meerdere meningen te horen, vinden we makkelijker oplossingen voor problemen en we verbeteren zo onze levens. Ten tweede, om onze rechten te kunnen verdedigen. Als we vrij zijn om te spreken, kunnen we anderen overtuigen om de grenzen van de democratie niet te overschrijden.
De hemelpositie
Welke grenzen zijn er? Dit is moeilijk te bepalen. De beste manier is om te proberen een neutraal argument te vinden, om valsspelen te voorkomen. Stel je voor dat je met de anderen in een ‘democratiekamer’ zou kunnen debatteren en onderhandelen, al vóór je geboorte. Bijvoorbeeld als ‘geesten’ in een denkbeeldige hemel, zonder te weten als welke persoon je geboren zal worden. Je kan een man of vrouw zijn, blank of zwart, gelovig of atheïst, rijk of arm, slim of dom, superfit of (geestelijk) gehandicapt. Homo of hetero. Welke gedragsregels, wetten en instituties zou je dan bedenken, als je rationeel zou zijn? We noemen deze neutrale argumentatieve houding ‘de hemelpositie’.
Ons leven is of onze grootste waarde of een noodzakelijke voorwaarde voor het vervullen van onze andere levensdoelen die we in ons leven kiezen. Het leven is veel te belangrijk om het te verpesten en daarom zouden we in de hemelpositie het zekere voor het onzekere nemen en de regels zo bedenken dat we een acceptabel leven zouden hebben als we toevallig in de meest ongunstige situatie geboren worden. In de hemelpositie leg je bepaalde regels vast in een sociaal contract, regels die de grenzen van de democratie vastleggen.
In de hemelpositie is het rationeel om voor democratie en vrijheid van meningsuiting te kiezen. Het is ook rationeel om in het contract bepaalde fundamentele rechten op te nemen, om te voorkomen dat ons leven ondragelijk slecht is, of bijna waardeloos. Kijk bijvoorbeeld naar het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. Zie in Artikel 4(2) dat staten sommige rechten niet mogen schenden. Deze zijn fundamentele rechten en komen ongeveer overeen met de minimale garanties die je zou vastleggen in de hemelpositie, om je leven niet te vergooien. Hoe minder van deze rechten gegarandeerd zijn, hoe minder je leven de moeite waard is om te leven.
Gerechtvaardigde belangen
In de hemelpositie zal je dus bepaalde belangen en rechten als gerechtvaardigde belangen beschouwen. Ook het belang om vrij te zijn om met jezelf en andere instemmende volwassenen te doen wat je wilt, zolang je handelingen de gerechtvaardigde belangen van derden niet schenden. Deze vrijheid is een gerechtvaardigd belang.
De seksuele voorkeur is een dergelijke vrijheid, een gerechtvaardigd belang. Wat jij in je bed doet, kan in het algemeen de gerechtvaardigde belangen van derden niet schenden. Mariska de Haas kan niet zeggen dat homo’s haar leven verkorten, haar rechten of haar gerechtvaardigde belangen schenden.
Misbruik van vrijheid van meningsuiting
Dit betekent dat De Haas in haar stellingname tegen homo’s misbruik maakt van de vrijheid van meningsuiting en de grenzen overschrijdt. Haar mening voldoet niet meer aan de twee criteria voor een zinvolle vrijheid van meningsuiting: haar mening draagt niet bij het oplossen van problemen, noch komt ze voor iemand’s rechten op. Zij valt homo’s lastig, dus maakt hun leven minder aangenaam.
Luuk Koelman helpt ons om deze pesterij in te zien. Zo kunnen we ons inleven in de gevoelens van de homo’s en van hun familie op het moment dat zij De Haas op TV zien. De Haas vraagt hen om hun vrijheid op te geven, zonder dat zij of iemand anders een gerechtvaardigd belang heeft in het beperken van deze vrijheid. Koelman laat ons voelen hoe pesterig en indringend De Haas is. Ze is lastig zonder reden.
Om te voorkomen dat we fouten maken, moeten we De Haas een maximale vrijheid van meningsuiting garanderen. Maar dat betekent niet dat zij de grenzen niet schendt. Zij ‘jat’ iets dat niet van haar is – zoals iemand die liegt omdat liegen legaal is.
Bovendien – in de hemelpositie – zouden we als plicht in het sociale contact vaststellen voor elkaar op te komen als we in situaties zijn zoals de homo’s. Luuk Koelman vervult zijn plicht. En het is onze plicht om hem bij te staan.