Hij had besloten zijn haar weer wat langer te laten groeien. Aan de zijkanten iets korter, maar dat het bovenop wel kon krullen. Zo lang als het was toen hij nog studeerde en vier avonden per week met bier gooide. Hij vond het een mooie tijd, nu deed hij dat natuurlijk niet meer, maar hij mocht er best aan denken. Hij zou er nog best uit kunnen zien als toen, met de groep andere brallende studenten.
Nu at hij om zes uur ‘s avonds aan tafel, om dan om half acht de kinderen in bed te stoppen en vervolgens onderuitgezakt tv te gaan zitten kijken. En dan op maandag en woensdag met een beetje friemelwerk met zijn vrouw.
Zijn beste vriend had het gekscherend ‘midlifecrisishaar’ genoemd, maar hij wist dat het niet waar was, dat hij nog zó in een groep studenten zou kunnen opgaan. Zo lang geleden was het nog niet. Hoeveel was er ondertussen veranderd? Zijn moeder was gestorven, de wereld was twee kinderen en drie oorlogen rijker. Hij gooide niet meer met bier maar met roze speelgoedballen.
Hij besloot een foto op het strand te maken, met een diep-in-gedachte-blik, dat was wel leuke corpsballensatire. Later die avond zette hij de foto op Facebook. Het was een woensdag, daarom legde hij snel zijn telefoontje weg. Zijn vrouw verdiende wat aandacht.
Hij hoorde zacht de bliepjes van zijn telefoon door de beste hits van Bon Jovi heen, maar nu even niet. Eerst zijn vrouw, daarna waren zijn vrienden weer aan de beurt dacht hij met een glimlach.
Toen hij een uurtje later een pilsje dronk keek hij op zijn mobiel. Een like van zijn moeder, een reactie van een overjarige lang geleden vergeten liefde (‘zó, de denker!’). En toen bleef het even stil.
Later kwamen de vrienden de kroeg uitgerold.
‘Haha, ouwe rukker! Nadruk op oud, wel mooi grijs.’
‘Kerel, wel goed opgedroogd hee!’
‘Nog steeds ‘t zelfde haar? Wij missen jou ook hoor. Soms! ;)’
Na het lezen versteende hij even. Hij versteende in een wereld die harder draaide dan verwacht.