Mark Rutte haalde zijn coalitie bijeen voor een heisessie op het strand van Wassenaar. Het politieke jaar is van start gegaan voor het kabinet. De klokken moeten dus gelijk worden gezet, want Prinsjesdag (de derde dinsdag in september) komt er aan en dan moet de begroting voor 2016 worden ingediend. En omdat het kabinet met één mond moet spreken moet daarom de kabinetsdiscipline er weer worden ingeramd. Een van de belangrijkste punten is de vraag welke belastingmaatregelen er genomen moeten worden voor verder economisch herstel en groei van werkgelegenheid. Dat laatste verbeterde niet echt door het gevoerde kabinetsbeleid. Voor veel mensen is de crisis nog lang niet voorbij, zolang ze geen baan hebben. De komende weken moet het kabinet hierover knopen gaan doorhakken. De premier streeft naar een zo breed mogelijk draagvlak omdat VVD en PvdA geen meerderheid hebben in de Eerste Kamer.
In Den Haag zijn de laatste stofwolken inmiddels opgetrokken nadat D66-leider Pechtold in juni de stekker uit de belastingonderhandelingen trok. Voor GroenLinks, ChristenUnie en SGP had verder praten geen enkele zin meer. Het was over en uit. Het lukte staatssecretaris Wiebes niet om consensus te krijgen over tal van onderwerpen en een grondige belastingherziening in deze kabinetsperiode lijkt dan ook van de baan. Het enige waar het kabinet mee denkt te scoren is de al aangekondigde belasting verlaging van vijf miljard euro. Maar dat is makkelijk uitdelen doordat het kabinet een aantal meevallers binnen kreeg zoals twee miljard euro in de zorg. Het uitdelen door het kabinet is vooral gericht op de middeninkomens. Die gaan er in koopkracht behoorlijk op vooruit terwijl senioren er niets bij krijgen. De achterstand loopt inmiddels al op tot bijna 15 procent. VVD en PvdA worden bedankt namens de ouderen.
Willen VVD en PvdA bij de verkiezingen in 2017 kans maken op een Rutte III, moeten ze het belastingstelsel totaal op de schop nemen. De plannen zien er niet goed uit en de verwachting is dan ook gerechtvaardigd dat het een regelrechte sof wordt. Daarom deze zomer mijn oren en ogen de kost gegeven bij een aantal economen- en fiscalisten (Boot-Bouman-Van Duijn-Vermeend-Jacobs-De Kort-Knot-Zalm). Het voert te ver om dat uit de doeken te doen, maar ik durf Wiebes en Dijsselbloem en anderen wel een aantal interessante ideeën aan te reiken die voor een terugkeer van de coalitie hout snijdt. De financiële woordvoerders van de Tweede- en Eerste Kamer kunnen hier ook hun voordeel mee doen. Het gaat om een totale herziening van ons belastingstelsel. Het is niet meer van deze tijd. Allereerst moeten de bestaande belastingschijven worden afgeschaft.
In het nieuwe belastingsysteem wordt er over de éérste 12.000 tot 15.000 euro wordt géén belasting meer geheven. Dit geldt voor iedereen. De belasting wetboeken en belastingregeltjes kunnen teniet worden gedaan. Gerecycled als oud papier. Inkomens tot 250.000 betalen 10 procent belasting, tot 500.000 15 procent en alles daarboven moet 25 procent inkomstenbelasting betalen. Het aftrekken van kosten is voorgoed voorbij. Geen bonnetjes meer bewaren. Ook geen hypotheekrenteaftrek meer en het huurwaarde forfait afschaffen. De aangifte kan in principe op een A4-tje via de computer digitaal worden ingeleverd. Geen rechtszaken meer over allerlei gedoe. En, dat is een hard punt, zware straffen bij overtredingen zoals het doen van valse aangiften. Laten we het dus simpel houden bij de nieuwe Belastingdienst.
Voor bedrijven moeten investeringen aftrekbaar blijven evenals aanschaf van machines, wagenpark-reparaties en kantoorspullen. Dividenduitkeringen komen te vervallen omdat daar een lager tarief inkomstenbelasting tegenover staat. Ook wordt er geen BTW meer berekend over arbeid. De plannen om de BTW te verhogen naar bijvoorbeeld 23 procent kunnen in de prullenbak. BTW verlagen naar maximaal 15 procent en over de eerste levensbehoeften, voedsel en medicijnen, geen BTW heffen. De wegenbelasting kan blijven en benzine en diesel worden maximaal belast met 25 procent.
De economen en fiscalisten vinden in meerderheid dat de rol tussen werkgever en werknemer drastisch kunnen worden veranderd. Zo zullen werknemers moeten worden verplicht ziekte, pensioen en WW zelf te verzekeren en de overheid controleert dit. Werknemers bepalen zelf hoe ze verzekerd willen zijn en de hoogte van onder andere het eigen pensioen. Daarover wordt dan premie betaald. Geen rompslomp meer voor de bedrijven die veel minder kosten maken. De hoogte van de lonen wordt voortaan zelf bepaald door elke branche (werkgevers- en vakbeweging). De AOW wordt geleidelijk aan afgeschaft en de pensioenleeftijd gaat omhoog.
Het kan in mijn optiek politiek succes opleveren. Het biedt: aanzienlijk minder administratie voor bedrijven, minder regeltjes, minder ambtenaren, en minder accountants. Betere afspraken tussen bedrijven en hun personeel. Een grotere verantwoordelijkheid voor werknemers voor hun ziekte- en pensioenpremies. Geen toeslagen meer door een veel beter belastingklimaat wat betreft het afdragen van inkomstenbelasting. Het doorrekenen van deze plannen heeft het CPB nog niet gedaan, maar wellicht is dit aanleiding voor een politieke partij met ambitie om dit snel ter hand te nemen in het belang van een forse stijging van de economie, de werkgelegenheid en een koopkrachtverbetering voor iedereen. Het politieke theater op het Binnenhof kan beginnen na het reces in september.