Egon Bahr, de Duitse architect van de ‘Ostpolitik’, stierf afgelopen week. Wierd Duk interviewde hem in november vorig jaar in Berlijn. Als afscheid van een belangrijk denker over geopolitiek nu dit interview op TPO.nl.
Hij is 92 jaar oud alweer, klein en heel krom, maar het brein van Egon Bahr werkt snel als vanouds. Nog dagelijks is de sociaal-democratische veteraan te vinden in zijn kantoor in het Willy-Brandt-Haus, het hoofdkwartier van de SPD in Berlijn.
Dat beeld van Bahr, zetelend op een etage boven het rauw gehakte standbeeld voor Willy Brandt, in de hal van de partijcentrale, is symbolisch. Brandt, de grote Duitse staatsman die in 1992 overleed, formuleerde samen met zijn adjudant Bahr, die ondermeer staatssecretaris was, de West-Duitse Ostpolitik. Die ontspanningspolitiek bestond eruit dat West-Duitsland toenadering zocht tot de Sovjet-communisten in het Kremlin en tot Moskou’s vazallen in de Oostblokstaten.
Vijfentwintig jaar geleden viel de Muur. Die historische gebeurtenis veranderde Bahrs geopolitieke credo niet: “De Verenigde Staten zijn onze onmisbare bondgenoot. En Rusland is een buurman die je nu eenmaal niet kunt verschuiven.”
Bahr pleit ook nu nog, nu Vladimir Poetin de halve wereld tegen zich in het harnas heeft gejaagd, voor goede betrekkingen met het Kremlin. “Net als wij destijds de DDR als een realiteit erkenden, moeten we dit ook doen met de Krim als deel van Rusland. Dat betekent niet dat wij de annexatie van het schiereiland erkennen, want die is strijdig met het volkenrecht. Maar met het telkens uiten van heilige verontwaardiging bereik je nu eenmaal niets in internationale politiek.”
Het Westen, Europa voorop, vergeet vaak dat Rusland weliswaar verzwakt uit de Koude Oorlog kwam, maar dat het land altijd nog in staat is om de Verenigde Staten te vernietigen, benadrukt Bahr. Hij steekt een verse filtersigaret op: “Poetin kwam in 2001 naar de Bondsdag, waar hij het Westen aanbood om samen te werken. Daar is niet op ingegaan. Integendeel, in Kiev hebben westerse politici Poetin openlijk geprovoceerd door zich bij de Oekraïense oppositie aan te sluiten. Zelfs Guido Westerwelle, destijds onze minister van Buitenlandse Zaken, liep daar rond als een soort activist. Wat deden die mensen daar?”
Het verschil met politici als hijzelf en Brandt, wil Bahr maar zeggen, is groot. “Sinds ik in 1970 begon met de Ostpolitik, heb ik ideologie altijd buiten boord gehouden. Ik deed zaken met de Sovjets en leverde niet, zoals mevrouw Merkel en anderen doen, in het openbaar kritiek op de mensenrechten daar. Waarom zou je dat doen als je weet dat landen als Rusland en China toch niet luisteren? Dan is die kritiek alleen bestemd voor binnenlands gebruik.
“Wij werkten achter de schermen. En dat was effectief. Zo vroeg Sovjet-premier Kosygin mij destijds : ‘Hebt u nog een wens?’ Ik: ‘Ja, kunt u niet een aantal Sovjet-burgers met de Duitse nationaliteit laten gaan?’ Hij: ‘Hoeveel?’ Ik bedacht ter plekke een aantal: ‘126!’ Kosygin: ‘Goed, geef me een lijst’.
Twee weken later ontving ik 126 dolgelukkige mensen in de tuin van de ambassade in Moskou. Ik heb dissidenten als Lev Kopelev en Aleksandr Solzjenitsyn uit de Sovjet-Unie gekregen. Maar wij hebben met dat succes nooit te koop gelopen. We wilden niemand tegen het zere been schoppen.”
Bahr ontkent dat hij, in tegenstelling tot Brandt, huiverig stond tegenover de Duitse hereniging. “Ik stond volledig achter Helmut Kohl, die ook de eenheid wilde. Maar in godsnaam: opereer voorzichtig, de situatie was zo explosief. Kohl deed gelukkig alles goed: hij had het juiste instinct, hij had moed en hij had geluk.”
Willy Brandt, oud-burgemeester van West-Berlijn, sliep toen de Muur viel: hij was net verhuisd en tv en radio waren nog niet aangesloten. Op 10 november vloog Brandt ijlings van Bonn naar Berlijn. Volgens Egon Bahr was hij ook aan boord. Hij zou in het vliegtuig Brandt die beroemde zin ‘Jetzt wächst zusammen was zusammen gehört‘ (‘Nu groeit naar elkaar toe, wat bijelkaar hoort’) hebben zien opschrijven. Maar anderen, onder wie Brandts weduwe – die vindt dat Bahr de politieke erfenis van Brandt probeert te kapen – ontkennen dat hij erbij was. Bahr wijst die kritiek terug: “Kom nou, ik kan toch niet die dag ineens naar Berlijn gebeamed zijn?”
De Duitse eenheid is een groot succes succes geworden, vindt Egon Bahr. “Het is werkelijk prachtig verlopen. Wunderbar.”
Fund ook mee, en maak nog veel meer van deze artikelen, geschreven door Wierd Duk, mogelijk!