Vanmorgen zat ik te vlooien door twitterkiekjes van vrolijke Israelische soldaten v/m op weg naar #Gaza. Wat opvalt is de onschuld en de vrolijkheid. De #hashtags zijn vergelijkbaar met die van een hockeyteam dat een internationale wedstrijd gaat spelen. #idf #israel #instagood #instamood #iphoneonly #picoftheday #all_shots #sexy #kill #follow #gmy #gang_family #jj #cute #beautiful #me #webstagram #tbt
Ze zijn prachtig, jong, onschuldig. Een groepje winnaars dat aan de slag gaat voor volk en vaderland. Een soort oranje-legioen, maar dan minder dronken, oud en lelijk en met veel meer vrouwen. De Israëli Defense Forces zitten met zijn allen gezellig in de winnaarstrein. Want: superieure technologie en dito materieel. Die trein is niet op weg naar een stadion: Gaza staat op de rails. It’s not a level playing field. Let wel: ik kies hier niemands’ kant. Vergis je niet: als Gaza de Bom zou hebben zouden ze waarschijnlijk geen seconde aarzelen. Hup in een keer alles naar God. Allah, dinges. Krater met een Pillar of Mushroom Cloud erboven. De ultieme zelfmoordmissie.
EEN ATOOMBOM OP DIE LIJERS!
En zo dacht ik er tot gisteren ook over. Toen Ahmed Jaabari net vermoord was en ik op de website van de Israelische krant Haaretz las ” Israel strikes more than 20 targets in Gaza killing Ahmed Jabari who was behind the 2006 abduction of Israeli soldier Gilad Shalit.” was mijn eerste impuls: EEN ATOOMBOM OP DIE LIJERS! Zo oneerlijk vond ik het. Want Gilad Shalit leeft nog, maar wordt opgevoerd als legitieme reden om een ander te doden! Niet dat de Palestijnen zulke lievertjes zijn overigens. Tussen 29 september 2000 tot en met 28 februari 2011 zijn volgens Israelische statistieken 6.460 Palestijnen gedood door Israeli’s maar ook 1.085 Israeli’s door Palestijnen. Het is verleidelijk om naar verhoudingen te kijken: 1 op 6. Iedere geweldsdode is er natuurlijk één teveel.
Ons rechtvaardigheidsgevoel is een stevig, oud instinct. Professor Marc Bekoff, ecoloog aan de Universiteit van Colorado in Boulder, staat aan het voorfront van een generatie wetenschappers die denken dat moraal “hard-wired” is in zoogdierhersenen en de ‘sociale lijm’ vormt die het mogelijk maakt voor agressieve, competitieve diersoorten zoals Homo Sapiens om in groepen te leven. Bekoff schreef er een boek over: Wild Justice. De eerste zoogdieren in de definitie van Kielan-Jawarowska et al. (*) ontstonden in de late Trias, ongeveer 210 miljoen jaar geleden. Laten we zeggen dat moraal er een miljoen jaar over heeft gedaan om te ontstaan. Dan zitten we nog altijd met een behoorlijke erfenis.
Enter mijn schuldgevoel
Dat gezegd hebbende, mijn ATOOMBOM-reactie was misschien wat overtrokken. Dat heeft een reden: schuldgevoel. Wat je hebt als je ontdekt dat je van iets houdt dat niet oké is. Ik heb het belangrijkste deel van mijn jeugd in Jeroeshalajim gespendeerd, voor mijn Palestijnse vrienden: Al-Quds. Ik woonde met mijn ouders in Neve Jaacov. Vanaf de ene kant van de verrekijker bezien een illegale settlement op de West-Bank, vanaf de andere kant een midden in de woestijn bloeiend dorpje met scholen, winkelcentra en buurtcentra [én twee legerkampen met vuilnisbelt waar we als jochies rondwroetten op zoek naar frisdrankblikjes vol met Uzi- en M16-blindgangers.)
Neve Yaacov (“de bronnen van Jacob”, Israëli’s geven strategische voorposten een zo Bijbels mogelijke Blut-Und-Boden naam ) werd ook wel klein Grozny genoemd of klein Buchara. Er woonden voornamelijk Russen, Tadzjieken, Tsjetsjenen en Oezbeken. Volgens de officiële lezing joden, gevlucht voor de vervolging onder de Sovjet-Unie, maar de immigratiedienst keek niet zo nauw in die tijd, wat documenten betrof. Wie wilde mocht komen. Aziatische ogende mensen met een mond vol gouden tanden waren niet ongewoon in het straatbeeld.
Steenpuist van de moderne geschiedenis
Het is vreemd om je te realiseren middenin een steenpuist van de moderne geschiedenis gewoond te hebben. Ik en mijn vriendjes woonden in ( volgens de rest van de wereld dan ) illegaal gebouwde, met een laagje ruwe kalksteen ersatz-Bijbels gemaakte flats, op een plek waar ooit een Palestijns dorpje stond. Onderin iedere flat in Israël zit een bomkelder. Aan de ventilatieschachten zitten moeren en bouten zo dik als je hand.
Net als in alle nederzettingen in bezet gebied was het goedkoop wonen in Neve Yaacov. Er werden wel altijd altijd stenen tegen de bus naar het de stad gegooid, als we door Shuafat en Bieth Hanina reden . Maar dat vonden we normaal. Of normaal: de Palestijnen waren nu eenmaal boosaardige gekken en wij, de rechtvaardigen, hadden daar maar mee te leven. Het was een beetje als het weer. Die stenen tegen de bus waren “hagel”. En dan had je ook nog hier en daar een bomaanslag. Alsof het een buitje was. Zo werd het ook besproken op de Magane Jehoeda markt. Het Ministerie van BuZa zou tegenwoordig direct een negatief reisadvies geven, maar de kans dat je door zo’n bomaanslagje het leven laat is natuurlijk bijzonder klein. Het dichtst dat ik bij zo’n ding ben gekomen in zeven jaar, is dat ik een uur voor een explosie bij de betreffende bushalte stond te wachten op de bus naar school.
Alsof ik ineens ontdekte dat mijn lievelingsbroer pedofiel is
Dit alles speelde van 1979 tot 1986, voor de MUUR. Mijn ouders werkten in die tijd als verpleegkundige in een ziekenhuis en wachtten op de Wederkomst. Ik wachtte tot ik oud genoeg was om het leger in te gaan en piloot te worden in een Kfir om alle klote-arabieren van de kaart te bombarderen. Ik was, net als al die prachtige jongens en meisjes bovenaan dit stuk een patriot en overtuigd van ons gelijk. Ik stroomde over van liefde voor mijn volk, voor mijn land. Die liefde is erg bitter geweest. Alsof ik ineens ontdekte dat mijn lievelingsbroer pedofiel is. Maar ik realiseerde me gisteren dat het niet mijn liefde was die fout was. Mij treft geen blaam. Ik was gewoon gehersenspoeld.
Liefde is liefde en schoonheid is schoonheid. Die affaire met prins Bernhard zegt niet dat de Lockheed F-104 Starfighter niet een van de allermooiste straaljagers ooit gebouwd is. Dat drie Mustangs P-51 op 17 januari 1947 namens de Nederlandse staat honderden onschuldige burgers doodden op de Pasar van Bandar Buat zegt niet dat ik niet mag houden van de lijnen van de Mustang P-51 of van Thorbecke.
Liefde is liefde en schoonheid is schoonheid
Mikhail Kalashnikov stak al zijn liefde en de beste jaren van zijn leven in een betrouwbaar, goed werkend apparaat voor zijn moedertje Rusland. Ik had alle vliegtuigen van de Israëlische luchtmacht, de Chel HaAvir, in bouwpakket aan het plafond hangen. We schreven Amerikaanse vliegtuigbouwers aan voor foto’s. Toen in 1981 een kernreactor in Irak onklaar werd gemaakt door een luchtaanval van de Israëlische luchtmacht fluisterden we tegen elkaar: “Lo janoem ve lo jieshan Shomer Jisrael” Ziet, de Bewaarder Israëls zal niet sluimeren, noch slapen. Die tekst uit Psalm 121 gaat over God, maar voor ons ging hij over de Chel HaAvir.
Die rare verwarring tussen het eigen leger en God, waar overigens ieder martiaal volk zich op beroept, sommigen met meer zelfinzicht dan anderen, zie ook onder Rome en de tempel van Janus, komt ook nu weer terug. Een “Rookkolom des Daags” is hoe God in de Tenach voor het volk Israël in de woestijn uitgaat, op weg naar beloofde land. Pillar of Cloud dus, Weer de IDF die zichzelf op de stoel van God zet. Een diep cynische naam ook, want iedereen weet wat er bedoeld wordt: een gapend, rokend gat waar eens Gaza was. Nogmaals: Gaza zou hetzelfde doen!
Ons dapper klein landje Israël
Goden en TV-sterren zijn een handige vergaarbak voor losse eindjes. Iedere oorlogshitser weet dat je ingewikkelde zaken moet terugbrengen tot cartoon-proporties. Als ik vroeger met mijn vriendjes de A-Team keek, met grote zakken Bamabalik-chips en kingsize-flessen Kinley-Cola, dan wisten wij wel dat met John “Hannibal” Smith eigenlijk Ronald Reagan bedoeld werd, en met B.A. Baracus met zijn lasapparaat de genie van de US Army, die super-geavanceerd wapentuig voor ons bouwde. Want Amerika hield van ons dapper klein landje Israël. Dat vocht tegen monsters.
Monsters. Kakkerlakken. Boosaardige gekken. Stap één op weg naar totale oorlog is altijd het dehumaniseren van de ander. makkelijkste ding op aarde: gebeurt op ieder schoolplein. In elke bus in het Jeruzalem van mijn jeugd hingen stickers met een karikatuur van Yasser Arafat, theedoek op zijn kop, grijnzend in klassieke Anarchistenpose, met een bom met brandende lont in zijn handen. Daarbij de tekst: Let op verdachte voorwerpen!
Boosaardige kakkerlakken
Die onschuldige jongens en meisjes op die instagram-foto’s hebben dezelfde beelden gezien. Ze gaan niet vechten tegen mensen. Daar zijn ze veel te lief voor. Ze gaan boosaardige kakkerlakken uitroeien. Zo zijn ze het leven zelf én ze de dood met een glimlach. Die Romeinen met hun Januskop hadden gelijk: het is altijd én én. Zijn de Duitsers Goethe of zijn ze de Holocaust? Allebei! En nog zoveel, zoveel meer. Zijn de Joden die zes miljoen, zijn ze Freud Einstein Bernstein zevenarmige kandelaars et cetera of zijn ze Apartheid en de MUUR? Allemaal! En nog zoveel meer! Zijn de Palestijnen boosaardige kakkerlakken? Nee natuurlijk niet! Zijn ze onschuldig? Nee, natuurlijk niet! Hebben alle partijen helden en lafaards? Ja Natuurlijk.
Rachel Bluwstein, de eerste zionistische dichteres, is zo’n beetje de Vasalis van Israël. Ieder kind leert op school de eerste strofe van dit gedicht van haar uit het hoofd.
רַק עַל עַצְמִי
רַק עַל עַצְמִי לְסַפֵּר יָדַעְתִּי.
צַר עוֹלָמִי כְּעוֹלַם נְמָלָה
,
גַּם מַשָּׂאִי עָמַסְתִּי כָּמוֹהָ
רַב וְכָבֵד מִכְּתֵפִי הַדַּלָּה
Alleen over mijzelf
Ik kan alleen over mijzelf vertellen.
Mijn wereldje is klein als dat van een mier,
En net als dat miertje draag ik mijn last
Teveel en te zwaar voor mijn smalle schoudertjes
Klein en zwak, maar dapper
Dat is hoe Israël sinds de pionierstijden begin 20e eeuw over zichzelf denkt. Klein en zwak, maar dapper. En zo is het ook ooit begonnen. Met één Hongaar met een droom: Theodor Herzl. De vader van het Zionisme en de Joodse staat had gedacht zijn Zionistische staat te stichten op Madagaskar. Had hij dat maar gedaan. Want het eeuwige probleem met dromen is dat we ze A. broodnodig hebben en dat ze B. prachtig blijven, zelfs al zijn ze allang een andermans nachtmerrie.
Ik zie beide zijden van de Januskop
Israël is allang geen klein miertje meer. Maar nogmaals: liefde is liefde en schoonheid is schoonheid. Mijn ouders hadden geen ongelijk. Het is een wonder dat die staat er is. Ik ben blij dat ik mijn bitterheid kwijt ben en weer kan genieten van de warme, gele vlammetjes van de zevenarmige kandelaar en de pure romantiek van Het Volk van de Bijbel dat woont in Het Land van de Bijbel. Net zoals ik kan genieten van Jalāl ad-Dīn Muhammad Rūmī en van het onvolprezen “Het Paviljoen van Meneer Mofid” van Nell Westerlaken. Ik zie beide zijden van de Januskop. Maar ik hou mijn hart vast voor de komende dagen. Filosoof Alain de Botton twitterde op vrijdagmorgen 16 november “Economics is work minus the people.” Ik zou daar aan willen toevoegen: Military strategy is death minus the people. We zijn allemaal schuldig. En we zijn allemaal onschuldig. Ik kies de kant van de moeders.
(*) Kielan-Jaworowska, Zofia; Cifelli, Richard L.; Luo, Zhe-Xi (2004). “Introduction”. Mammals from the Age of Dinosaurs. New York: Columbia University Press. pp. 1–18. ISBN 0-231-11918-6.