De aap kwam vrijdag uit de mouw. Sprout Pharmaceuticals, het bedrijf dat drie dagen daarvoor toestemming had gekregen van de FDA om de ‘vrouwelijke lustpil’ Addyi op de markt te brengen, is voor een miljard dollar overgenomen door een farmagigant Valeant. Die deal lag dus al maandenlang klaar op de plank; het wachten was op die toestemming, daarna konden de eigenaren van Sprout (vooral topvrouw Cindy Whitehead) onmiddellijk cashen. Ze hebben het vuile werk gedaan. Het verdere uitbaten van de lustpil is nu aan Valeant, een megagroeier in deze branche, vooral bekend van het opkopen van kleinere bedrijven en de antidepressivum Wellbutrin dat ook vaak ingezet wordt bij ADHD, ook al is het daar niet voor geregistreerd.
Addyi is simpelweg een medisch schandaal. Over deze pil valt werkelijk niets goeds te melden. De zogenaamd actieve stof, flibanserin, is al vele malen uitgebreid getest omdat er veel van werd verwacht, maar het heeft nooit enig resultaat laten zien dat op lustverhoging leek. In plaats daarvan kwamen uitsluitend zeer nare bijwerkingen aan het licht. De oorspronkelijke eigenaren gaven het op, maar het idee om een lustpil voor vrouwen te lanceren was zó aantrekkelijk (alle media hadden het er al over, ook al was er helemaal niks), dat het wel een goudmijn moest zijn. Hiermee, waren, net als met viagra, kapitalen te verdienen. En flibanserin had in ieder geval het voordeel van de internationale aandacht. Dus nam Sprout het failliete onderzoek in 2011 over.
Cindy Whitehead zegt regelmatig dat ze het onaanvaardbaar vindt dat er zo veel lustpilletjes voor mannen bestaan, en geen enkele voor de vrouw. Ze posteert, kortom, als een farma-feministe. Maar veelzeggender is dat ze vijf jaar geleden een fikse waarschuwing kreeg van de FDA omdat ze testosteronimplantaten verkocht die mannen lustig zouden maken, terwijl daar geen enkel bewijs voor was. Feminist? Whitehead wil gewoon mee vreten uit de trog der seksuele ontevredenheid. En in 2011 greep ze haar kans.
Besloten werd tot een laatste mega-inspanning om het kleinste positieve effect aan te tonen. Meer was immers niet nodig. En nog nooit zijn er zó veel proefpersonen ingezet (elfduizend) om een zó miniem ‘resultaat’ te bereiken. De vrouwelijke deelnemers (die zelf het effect mochten rapporteren) kwamen alles bij elkaar op 0,5 tot 1 keer méér aardige seks PER MAAND. En daarvoor moesten ze die pil dagelijks slikken. Gezien het extreme placebokarakter van ‘genieten’ en van het slikken van een dergelijk middel, en dat in combinatie met de zelfrapportage, stelt dat minieme resultaat uiteraard niks voor. En dan gaan we maar even voorbij aan het gemak waarmee dergelijke bergen van onderzoeksdata door gespecialiseerde statistici in de juiste richting kunnen worden gemasseerd. Er is maar één conclusie mogelijk: Addyi doet helemaal niks. Addyi biedt vrouwen niks – behalve misselijkheid, duizeligheid en flauwvallen. Maar nu de FDA ‘om’ is, kan de publicitaire molen in volle hevigheid losbarsten. Ettelijke miljoenen vrouwen die vinden dat te weinig zin hebben (om wat voor reden dat ook moge zijn, van vermoeidheid tot een lelijke partner tot de overgang) gaan de komende jaren een misselijk makend product van de farma-industrie slikken. Onder het motto: wie weet helpt het. Nee, dat doet het niet. Dit is gewoon een nieuwe, subtiele vorm van seksueel misbruik.
Addyi heeft niets met lust te maken, en ook niets met wetenschap. Het is volksverlakkerij. De hele gang van zaken bewijst (ten overvloede, overigens) dat het toelatingssysteem voor medicijnen faalt. Dat doortastende ondernemers in staat zijn om zelfs de grootste rotzooi op de markt te brengen, om daarmee onze basale angsten en onzekerheden schaamteloos uit te buiten.