De formatie van het gedoogkabinet Rutte-I lijkt inmiddels onvermijdelijk te zijn. Nadat Job Cohen onderzoek naar de vorming van een middenkabinet PvdA-CDA-VVD blokkeerde, blijft er op grond van de afgelopen verkiezingsuitslag géén andere optie over dan die door informateur Lubbers is voorgesteld. Er zijn nog een aantal kleine obstakels – het nakend CDA congres kan nog roet in het eten gooien – maar tevens lijkt er minstens één serieuze staatsrechtelijke bermbom in het struikgewas te liggen. De Eerste Kamer.
Het enkele feit dat Rutte-I geen meerderheid heeft in de Eerste Kamer is niet het wezenlijke probleem: het voorgenomen ‘Paars+’ kabinet had dat ook niet. Dit kan echter geen beletsel zijn voor de formatie van een regering die kan steunen op een meerderheid in de Tweede Kamer. De Statenverkiezingen zijn gepland voor maart volgend jaar en voor de huidige Eerste Kamer is de houdbaarheidsdatum in zicht. Probleem opgelost? Jammer genoeg niet.
Ondergang van Nederland
Er bevindt zich niet meer al te veel in de procedurele trucendoos van de linkse partijen, maar gezien de felheid en – het moet gezegd worden – hysterie van het anti-Rutte-I discours (zoals Trouw dat spreekt over de ‘ondergang’ van Nederland of CU-senator Schuurman die ons politiek geweld voorspiegelt) behoort het denk ik tot de mogelijkheden dat de oppositiepartijen zullen proberen het kabinet door middel van een motie van wantrouwen in de Eerste Kamer te torpederen. Drie vragen rijzen op: is het staatsrechtelijk mogelijk, is het politiek haalbaar, en wat zijn de verdere consequenties van een dergelijke stap?
Qua staatsrechtelijke haalbaarheid: informateur Lubbers stelde gisteren tijdens de persconferentie dat ‘de Eerste Kamer geen kabinetten naar huis stuurt’, maar zo zwart-wit ligt het echter niet. De vertrouwensregel behoort tot het ongeschreven staatsrecht en het enige antwoord op de vraag of de Eerste Kamer een motie van wantrouwen in stemming kan laten brengen is: we weten het niet zeker – want het is nog nooit voorgekomen – maar de meeste staatsrechtgeleerden denken van wel. Als je als oppositiepartijen wanhopig genoeg bent kun je het in ieder geval proberen. Is men immers niet moreel verplicht om alles in het werk te stellen om de ondergang van Nederland (Trouw) af te wentelen?
Fries nationalisme
Is een dergelijke motie ook politiek haalbaar? Ik ben bang van wel. De landelijke linkse partijen hebben samen 36 zetels in de Eerste Kamer, en komen er twee tekort om een dergelijke motie te laten aannemen. De SGP zal in ieder geval tegen stemmen, de ‘fractie Yildirim’ waarschijnlijk voor, dan blijft er nog één senator over: de Friese nationalist Hindrik (sic) ten Hoeve die namens de provinciale partijen een EK-zetel inneemt. Hindrik laat via de site van de FNP weten dat hij ‘geen affectie met (sic) de PVV’ heeft. Rutte I kan dus in principe spaak lopen op de 38e tegenstem van de vertegenwoordiger van Fierljepperbonden, Dialectverenigingen, Anti-ontpolderaars en Windmolenbestrijdersliga’s. Het zou grappig zijn als de consequenties niet zo verstrekkend waren.
Als een dergelijke motie passeert zijn de gevolgen nauwelijks te overzien: de regering zou op staatsrechtelijke gronden de motie naast zich neer kunnen leggen maar daardoor ontstaat evenzeer een constitutionele crisis die zijn weerga niet kent. De Eerste Kamer kan vervolgens met even groot gemak een volledige blokkade opwerpen voor elk wetsvoorstel dat van de kant van de regering komt. De Eerste Kamer zou nog ontbonden kunnen worden, maar wordt dan opnieuw gekozen door dezelfde Statenleden die in 2007 de huidige Kamer bij elkaar hebben gestemd. Een nieuwverkozen Eerste Kamer komt dus in zelfde samenstelling terug. Nederland zal dan tot Mei volgend jaar politiek grotendeels lam komen te liggen, met alle gevolgen van dien.
Weimar
Zo’n motie van wantrouwen is zowel politiek als juridisch wellicht mogelijk, maar tevens volstrekt onwenselijk. Een indirect verkozen Eerste Kamer is waardevol als chambre de reflèxion, maar waardeloos als hindermacht, gericht tegen een kabinet dat steunt op een parlementaire meerderheid. Het kan niet zo zijn dat 38 senatoren een recente verkiezingsuitslag gaan overrulen. Tegelijkertijd, in een politiek klimaat waar enkelen zich opeens in Weimar 1933 wanen, kan een dergelijke wanhopige stap opeens redelijk, ja, zelfs als noodzakelijk lijken. Dat maakt de huidige retoriek ook zo gevaarlijk.
De les van Weimar is niet dat Wilders een nieuwe ‘democratisch gekozen Hitler’ is. De les van Weimar is wat er gebeurt als een democratie onbestuurbaar wordt, omdat partijen staatsrechtelijke procedures gebruiken tegen het functioneren van de staat zelf. Dames en heren senatoren, onze grondwet (in de breedste zin van het woord) is geen zelfmoordpact. Laten we het niet moeten meemaken dat de Staat der Nederlanden door de Onafhankelijke Senaatsfractie wordt opgehangen aan de dichtstbijzijnde ringrijderspaal.
Jan-Jaap van Peperstraten is docent filosofie ergens in het ruige edoch pittoreske Zeeuws-Vlaanderen.