De twijfels rondom de Griekse overheidsfinanciën houden nu twee jaar aan. Naast de financiële crisis is een Europese staatsschuldencrisis ontstaan waar we voorlopig niet uit lijken te komen. Landen binnen Europa zeggen samen te willen werken, maar achter de façade van mooie woorden schuilt vaak een sterk nationalistisch economisch beleid. Dit geldt ook voor Nederlandse politieke partijen, die sterk vasthouden aan strenge begrotingsregels. Dit kabinet heeft economen nodig.
We begrijpen allemaal dat de overheid haar huishoudboekje op orde moet houden, om de geloofwaardigheid van Nederland als debiteur overeind te houden. Het frame van het huishoudboekje sluit goed aan bij de calvinistische cultuur van de spaarzaamheid. De redenering klinkt ook overtuigend; middenin een schuldencrisis vormt het aangaan van meer schulden geen echte oplossing.
Nederland lijkt de vruchten te plukken van problemen
Toch staat het huidige economische beleid van Rutte II op gespannen voet met het principe van Europese solidariteit. Door uitgaven te remmen en export verder te stimuleren wordt het nog moeilijker voor landen als Griekenland om uit de crisis te komen. Europese probleemlanden zijn importafhankelijk, lopen ver achter op ontwikkelingen in het noorden van Europa en zijn toegewezen op producten afkomstig van landen met een handelsoverschot op de betalingsbalans, zoals Nederland.
Nederland lijkt de vruchten te plukken van problemen in zuidelijk Europa, en is met het nationalistische economische beleid voorlopig niet van plan hier verandering in aan te brengen. Nederland heeft haar huishoudboekje op orde, kent nog steeds een relatief lage werkloosheid en verdient sterk aan importafhankelijke landen. Het CBS heeft uitgerekend dat het handelsoverschot met de 16 andere Eurolanden bijna een kwart van het BBP bedraagt. Dat landen als Griekenland met geleend geld al jaren Nederlandse producten afnemen komt hierbij goed uit. Maar het houdt hier niet op. Mede omdat het slecht gaat met de rest van Europa betaalt de overheid een historisch lage rente over de nieuwe schulden.
Dit kabinet heeft economen nodig
Terwijl steeds meer economen pleiten voor een anticyclisch economisch beleid telt het huidige kabinet maar liefst nul economen. Politici zouden beter kunnen luisteren naar de argumenten van economen als Johan Witteveen (voormalig minister van Financiën en IMF-topman) en Bas Jacobs (Erasmus Universiteit) om een meer anticyclisch beleid te voeren. Door de 3-procentsnorm los te laten en ons minder blind te richten op exportbevordering verbeteren we het verdienmodel van Europese probleemlanden en kan Europa duurzaam uit de crisis komen. We moeten inzien dat de Europese crisis niet kan worden aangepakt met nationalistisch beleid, maar dat we ook landen als Griekenland meer moeten laten exporteren. De economische motor van Griekenland zal alleen maar verder in het slop raken zolang Nederland het handelsoverschot met de andere Eurolanden alleen maar groter wil maken.
Politici in Nederland, inclusief die van pro-Europese partijen, lijken vast te zitten aan een dogma van nationalistisch economisch beleid. Het streng naleven van de 3-procentsnorm beperkt de aanpak van een anticyclisch conjunctuurbeleid en staat op gespannen voet met Europese solidariteit. Deze solidariteit houdt ook in dat in slechte tijden meer welvarende landen extra investeren. De funeste jaren ’30 politiek van beggar thy neighbour dreigt klakkeloos – zonder enig werkelijk nadenken – te worden herhaald. Laten we serieus luisteren naar topeconomen (als Johan Witteveen) die aantonen dat het kortzichtige beleid van onze politici een effectieve aanpak van de Europese schuldencrisis in de weg staat.
Laurens Higler is bestuurslid van de Jonge Democraten Amsterdam