Nijmegen heeft zich als eerste Nederlandse gemeente gentech-vrij verklaard. Dit houdt in dat binnen de gemeentegrenzen geen genetische gemodificeerde gewassen verbouwd meer mogen worden. Nu is de Gemeente Nijmegen bepaald geen landbouwrijke gemeente, en deze maatregel heeft dus net ongeveer zoveel impact als dat de Zwitserse regering de walvisjacht binnen de eigen grenzen zou verbieden. Maar toch; er is een precedent geschapen en het blijft waarschijnlijk niet bij de Gemeente Nijmegen.
Uiteraard heeft een gemeente op bepaalde vlakken het democratische recht om dit soort besluiten te nemen. Maar het is de vraag wat voor impact deze anti-gentech-houding buiten Nijmegen heeft.
Wel de lusten, niet de lasten
Het gentech-verbod in Nijmegen heeft geen betrekking op het importeren van genetisch gemodificeerde producten. Gentech wordt met name ingezet om voldoende en goedkoop voedsel te produceren op de wereldmarkt, iets waar Nijmegenaren dus ook van blijven profiteren. De nadelen van gentech houden ze nu echter deels buiten de deur. Dit is niet bepaald solidair tegenover met name de agrarische bevolking in de Derde Wereld. Je zou kunnen zeggen dat het afwentelen van milieuproblemen en gezondheidsrisico’s op de Derde Wereld (helaas meer regel dan uitzondering) in Nijmegen nu voor gentech wettelijk is vastgelegd. Niet iets waar het als het als idealistisch bolwerk bekend staande Nijmegen trots op zou moeten zijn.
Ideologische spagaat
Het is vrij duidelijk dat weerstand tegen gentech vooral in links progressieve hoek te vinden is, een groep die ook vaak opkomt voor de Derde Wereld. Het is daarom opmerkelijk hoe rigide zij zijn in het tegenhouden van alle vormen van gentech. Ook als er onderzoek gedaan wordt naar voedsel dat enorme voordelen kan opleveren voor de miljard armsten (zoals proteïnerijke rijst), mag er geen uitzondering gemaakt worden.
Deze weerstand tegen gentech neemt soms radicale vormen aan. Er zijn al verschillende testveldjes van de Wageningen Universiteit vernield door actievoerders. Deze ‘idealisten’ hebben blijkbaar weinig respect voor wetenschap, of voor democratische besluitvorming . En die Somaliërs op het nieuws moet blijkbaar maar op een andere manier aan proteïnen komen (zie ook dit artikel). Deze houding getuigt van een weinig realistische spagaat tussen solidariteit met de Derde Wereld en milieuprincipes.
Gentech een noodzakelijk kwaad?
De risico’s van gentech liggen vooral in het verspreiden van ‘vreemde’ genetische eigenschappen in het milieu. Deze risico’s moeten inderdaad serieus genomen worden. In de afgelopen eeuwen heeft de intensieve landbouw en het introduceren van vreemde gewassen en diersoorten echter ook al enorme ecologische schade veroorzaakt. Je zou je dus (nogal cynisch) kunnen afvragen wat voor schade gentech überhaupt nog kan aanrichten.
Daar staat tegenover dat er gentech in potentie grote voordelen voor natuurbehoud en het milieu kan opleveren. Door hogere opbrengsten van gentech gewassen is minder landbouwoppervlak nodig, wat dus de redding van vele hectares aan natuurgebied kan zijn. Er kunnen gewassen gekweekt worden die juist minder bestrijdingsmiddelen nodig hebben. Zelfs ‘uitstoot-arm’ vee behoort tot de mogelijkheden.
Veel mensen vinden dit soort technologieën eng. Maar tegelijkertijd is het naïef om te denken dat een wereldwijde balans tussen natuur en voedselvoorziening haalbaar is door biologisch voedsel te kopen en Max Havelaar koffie te drinken. Dit sust alleen het geweten van een klein percentage vermogende wereldburgers, maar het voorkomt niet dat op lange termijn conflicten zullen ontstaan tussen natuur, voedselvoorziening en mogelijk biobrandstof. Wat de potentie van gentech, is nu onmogelijk vast te stellen. Maar het is wel duidelijk dat de potentie van gentech een mysterie blijft zolang zelfs de onderzoeksfase van deze technologie al gefrustreerd wordt, en lokale politici denken dat ze goed bezig zijn door gentechvrije zones te creëren.
Rol van Europa
Het kaartje in het Trouw-artikel maakt duidelijk dat Europa, zoals op zoveel punten, zeer verdeeld is over het toestaan van gentech. Vermoedelijk zal de Europese Unie daarom geen trekkende rol gaan spelen in het opstellen van beleid op dit vlak. Dit is een gemiste kans. In Brussel zouden ze een op idealisme gentech-beleid op kunnen zetten, in plaats van commerciële belangen de belangrijkste drijfveer te laten zijn. Gentech zou dan alleen toegestaan zijn als de milieueffecten neutraal of positief zijn en als het aan strenge veiligheidsnormen voldoet. Dergelijke maatregelen zouden een wereldwijde impact hebben, want de Europese markt is voor producenten van groot belang.
Een dergelijk beleid is uiteraard vooralsnog een utopie. Veel waarschijnlijker is het dat er de komende jaren hier en daar een paar gentechvrije gemeenten bijkomen, terwijl buiten Europa de meest schadelijke, puur commerciële gentech-projecten ongehinderd doorgaan. Net als kernwapenvrije gemeenten, die ook echt de Koude Oorlog niet beëindigd hebben, zullen gentechvrije gemeenten niet meer zijn dan een façade voor een kortzichtige ‘Not In My Backyard’ houding.